MAANDAG 13 FEBRUARI 1928.
21
Waardgracht over. Spreker ziet er de noodzakelijkheid niet
van in deze zaak tot de volgende vergadering aan te houden;
de bewoners kunnen nu wel tevreden zijn.
Het voorstel van den heer van Eek, het eerst instemming
gebracht, wordt met 17 tegen 15 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: de heeren Spendel, Bosman, Reimeringer,
Splinter, Goslinga, Tepe, Wilbrink, Bergers, van Rosmalen,
Huurman, van Es, Meijnen, Sijtsma, de Reede, van der
Reijden, Romijn en Parmentier.
Vóór stemmen: de heeren Wilmer, van Stralen, Burgerjon,
Kuivenhoven, Baart, Groeneveld, mevrouw Braggaarde
Does, de heeren van Eek, Kooistra, Schüller, Verweij, Eiker
bout, van Tol, Manders en Heemskerk.
(Mevrouw Braggaarde Does was inmiddels ter ver
gadering gekomen).
De heer Elkerbobt deelt, in verband met de wijze, waarop
hij de vorige maal heeft gestemd, mede van meening te
zijn veranderd, nu de hypotheekhouders hebben verklaard
geen bezwaar te maken tegen het leggen van een brug over
de huizen.
Het nader praeadvies van Burgemeester en Wethouders
wordt vervolgens opnieuw in stemming gebracht en met 18
tegen 14 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren Spendel, Bosman, Wilmer, Rei
meringer, Splinter, Goslinga, Tepe, Kuivenhoven, Wilbrink,
Bergers, van Rosmalen, Huurman, van Es, Meijnen, de Reede,
van der Reijden, Romijn en Parmentier.
Tegen stemmende heeren van Stralen, Burgerjon, Baart,
Groeneveld, mevrouw Braggaarde Does, de heeren van
Eek, Kooistra, Schüller, Verweij, Sijtsma, Eikerbout, van Tol,
Manders en Heemskerk.
Ten gevolge van deze beslissing wordt het voorstel van
den heer Schüller geacht te zijn vervallen.
XVI. Voorstel tot verlenging van den termijn van ontruiming
van verschillende onbewoonbaar verklaarde woningen.
(Zie Ing. St. No. 35.)
De heer Kooistra zegt, dat het hier een onderwerp geldt,
dat reeds meermalen op de agenda heeft gestaan. Volgens de
Woningwet moet per half jaar de termijn van ontruiming
worden verlengd, indien de onbewoonbaar verklaarde woningen
nog niet zijn ontruimd, een gelukkige bepaling, omdat daar
door eenig contact wordt behouden met de woningen, die
onbewoonbaar zijn verklaard, maar in werkelijkheid bewoond
blijven. Reeds sedert 1922 is om de zes maanden een dergelijk
voorstel in den Raad gebracht en niettegenstaande de heer
Dubbeldeman bij Burgemeester en Wethouders er vele malen
op aaugedrongen heeft om te bevorderen, dat de onbewoonbaar
verklaarde woningen zouden worden dichtgespijkerd, is men
in die zes jaren niet verder gevorderd dan dat op dit oogenblik
nog 132 dergelijke onbewoonbaar verklaarde woningen zijn
bewoond. Dat is ongeveer 39 per jaar. Spreker kan niet zeggen,
dat dit met behoorlijke snelheid is geschied en kan niet
bogen op de goede en krachtdadige medewerking van Burge
meester en Wethouders.
Spreker wil ter illustratie eenige mededeelingen doen
omtrent de onderzoekingen, die hij heeft ingesteld naar aan
leiding van eenige van die huizendat zal misschien Burge
meester en Wethouders leiden tot het spoediger bouwen van
huizen voor die menschen. Spreker meende, dat de slechtste
van de slechtste reeds ontruimd waren; hij zal eenige mede
deelingen doen omtrent de beste van de slechtste.
In de woningen van het Wernershof, waarvan spreker dacht
dat zij ontruimd waren, wonen 2 gezinnen, die geheel van
drinkwater verstoken zijn. Welke redenen zijn daarvoor? Het
is al ellendig genoeg, dat die menschen in die krotten moeten
wonen.
Verder is spreker geweest in perceel Bouwenlouwensteeg
No. 50, bewoond door J. J. den Os. In den vloer zijn verschil
lende gaten; spreker was bijna gevallen op dat pracht-parket-
vloertje; de kamer is 1.95 M. bij 2.20 M. Het lekt er dikke
druppels; zij, die boven moeten slapen, gaan dikwijls met.
hun beenen door den zoldervloer en daar het dak is voorzien
van een groot aantal gaten, kan het hemelwater vrij toevloeien.
Vervolgens komt men in een kamer van 3 M. bij 2.20 M.,
waarin een bedstede is, die het beste is van het geheele huis,
want het andere is werkelijk niet om te aanschouwen, zoo
slecht als het is. Dan komt men op een plaatsje, groot ongeveer
1.50 M. bij 2.50 a 3 M., waar men niet kan loopen, omdat
tengevolge van het niet behoorlijk functionneeren van de
rioleering daar een laag faecaliën ter hoogte van 3 a 4 c.M.
ligt, welke bovendien een minder welriekende lucht in hpt
huis verspreidt. In dat huis wonen 10 personen en zij zijn
er al tal van jaren gehuisvest.
Vermoedende, dat als argument zal worden aangevoerd,
dat die menschen gaarne in dat huis bleven wonen, heeft
spreker hun gevraagd, of zij eruit wilden, waarop hij ten
antwoord kreeg: graag. Mijnheer. Zij verklaarden, dat zij
graag, in plaats van ƒ1.65 zooals thans, ƒ2.wilden ver
wonen. Die menschen hopen, dat er eindelijk eens uitkomst
komt; het is een woning van dien aard, dat men alle mogelijke
moeite moest doen haar te sluiten. Toch wordt iedere 6
maanden voor dergelijke woningen verlenging van den ont
ruimingstermijn gevraagd.
Spreker is ook nog in andere woningen geweest. In No. 44
in de Bouwenlouwensteeg wordt het dak gestut door een
paaltje en een plankje; als die dingen bij ongeluk wegraken,
valt de geheele boel in elkaar. Bij dat huis is de rioleering
in orde, echter alleen, omdat de bewoners telkens, als het
plaatsje verontreinigd dreigt te worden, dat door opgravingen
trachten te voorkomen.
Spreker zal den Raad niet verder lastig vallen met het
geven van een illustratie van woningen, die hij gezien heeft,
maar hij wil nog wijzen op het algemeen menschenpakhuis
in de Caeciliastraat, waarin drie gezinnen wonen. Door het
vertrek van enkele andere gezinnen hebben die gezinnen een
kamertje meer gekregen voor hun huisvesting. Een van die
drie gezinnen bestaat uit 11 personen. Die hebben een vier
kante ruimte, even groot als een flinke tafel. Spreker heeft
gevraagd, of zij daar graag wilden blijven wonen en welke
huur zij zouden willen betalen. De menschen zeiden, dat zij
er graag uit wilden. In dat algemeene menschenpakhuis heeft
men een riool of kolk met een rooster er over en daardoor
komen af en toe van die kaaimannen (ratten), die met hen
den nacht doorbrengen. Een van deze vrouwen bracht tegen
het gemeentebestuur de beschuldiging uit, dat door het
gemeentebestuur dit gezin ondergebracht is in een kamertje,
waar niet gestookt kan worden. Door de erge koude van
dezen winter is een kind ziek geworden en dat heeft tuber
culose gekregen. De heer van Es zegt, dat dit niet door de
koude is ontstaan, maar Dr. Poortman heeft verklaard, dat
het door kouvatten is ontstaan. Het is dus ontstaan, doordat
men daar geen behoorlijke verwarming had. Dat kind is naar
een herstellingsoord gegaan en Dr. Poortman heeft verklaard,
dat het niet' meer in die heerlijke omgeving ondergebracht
mag worden. Spreker heeft dit naar voren gebracht, omdat
het College met die nare omstandigheden van deze menschen
misschien niet bekend was; de heer Splinter meende zelfs,
dat die woning al ontruimd was. Nu worden er huizen gebouwd
achter het hospitaal, in de Plesmanslaan en de Paul Kruger-
straat, die in hoofdzaak de bedoeling hebben om die menschen
onder te brengen. Spreker wil nu aan het College vragen,
om alle pogingen aan te wenden om de menschen, die nu
nog in die 132 krotwoningen wonen, onder te brengen inde
174 woningen, die daar gebouwd worden.
De heer Splinter had verwacht, dat dit voorstel een prettiger
ontvangst zou hebben gehad, omdat men, gezien den vooruit
gang van het laatste halfjaar, tevreden kan zijn.
De heer Kooistra had de schildering, die hij heeft gegeven
van woningen in de Bouwenlouwensteeg en elders, gerust
achterwege kunnen laten, want spreker heeft zelf meermalen
krotten gezien, die beslist voor bewoning ongeschikt zijn. Hij
voelt evenveel voor die menschen als de heer Kooistra, maar
hij heeft gedacht: er moeten nog 132 gezinnen gehuisvest
worden en er worden 174 woningen gebouwd, welke alleen
bestemd zijn voor de bewoners van de onbewoonbaar ver
klaarde woningen, zoodat binnen afzienbaren tijd deze wo
ningen alle kunnen worden ontruimd. Men heeft intusschen wel
getracht het opschuivings-systeem toe te passen, maar dat
gaat niet zoo gemakkelijk. Er zijn menschen, die in enkele
van de 40 gemeentewoningen hebben gewoond, maar er weer
uitgetrokken zijn, omdat zij er zich niet thuis gevoelden. De
regeling van die onderlinge verhuizingen is opgedragen aan
de besturen van de Woningstichting en van de Vereeniging
tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen, als
mede aan de heeren Dr. Horst en Kiers.
Waar er een overvloed van woningen komt, hoopt spreker,
dat dit de laatste of voorlaatste maal is, dat een verlenging
van den ontruimingstermijn moet worden gevraagd.
Het geval in het Wernershof, waar een gezin van 8 per
sonen van drinkwater verstoken zou zijn, zal spreker onder
zoeken. Wat betreft het menschenpakhuis in de Caeciliastraat,
die toestand wordt als een overgangstoestand beschouwd, in
afwachting van het gereedkomen van de nieuwe woningen.
Die menschen wonen er nog slechts voor een korten tijd.
Spreker is met den Burgemeester geweest in een van de
gemeentewoningen, bewoond door een werkloozen sigaren
maker, die slechts een gulden per week huur betaalt, terwijl
de rest, n.l. 2.75. voor hem wordt bijbetaald. Wel een