18 van den Ophaaldienst in een tot ons College gericht schrijven nog gevraagd de opgehaalde gelden, alvorens zij aan den Rijksontvanger worden afgedragen, ten kantore van den Gemeente-ontvanger te mogen storten op dezelfde wijze als de bouwvereenigingen dit doen, zulks om de aangeslotenen de meest mogelijke zekerheid te geven, dat hun geld goed wordt beheerd. Ook tegen inwilliging van dit verzoek hebben wij geen bezwaar. In het belang van de aangeslotenen zouden wij in dit opzicht zelfs nog iets verder willen gaan, door over- storting bij den Gemeente-ontvanger aan de vereeniging als een plicht op te leggen. Dit kan gevoeglijk geschieden in den vorm van een voorwaarde der subsidie-verleening. Om voorts een vlotten gang van zaken bij het doen van stortingen en afdrachten aan de Rijksbelasting-administratie te ver zekeren, is het uit administratief oogpunt gewenscht te dezen aanzien een regeling als bedoeld in art. 114bis der Gemeente wet vast te stellen. Met betrekking tot de deposito-rekeningen, die de bouw vereenigingen bij den Gemeente-ontvanger hebben, bleef een raadsbesluit tot het vaststellen van een regeling ex art. 114bis der Gemeentewet tot nog toe achterwege. Daar het om formeele redenen gewenscht is in deze leemte alsnog te voorzien, maken wij van deze gelegenheid gebruik U voor te stellen ook met betrekking tot deze vereenigingen een dergelijk besluit te nemen. Ten slotte rest ons nog om, ter voldoening aan het besluit van Uwe Vergadering van 2 December 1926, praeadvies uit te brengen op het voorstel van den heer Groeneveld luidende: „Ondergeteekende stelt voor Burgemeester en Wethouders „praeadvies te vragen omtrent de oprichting van een Op- „haal- en Stortingsdienst". Tegen stichting van een dergelijken dienst van gemeente wege blijven wij op de U bekende gronden gekant. Intusschen is het voorstel van den heer Groeneveld, achterhaald door de stichting van een particulieren ophaal dienst en heeft het daardoor zijn practische beteekenis verloren. Nu immers door particulier initiatief voor het publiek de gelegenheid is geopend, om op de wijze, door den heer Groeneveld bedoeld, de belastinggelden per week te betalen, en de gemeente hieraan zelfs, bij aanneming van ons voor stel, haren steun verleent, kan het niet de bedoeling zijn ongetwijfeld ook niet van den voorsteller naast den be- staanden dienst, nog eens een gemeentelijken ophaal- en stortingsdienst in het leven te roepen. De Commissie van Financiën, met wier opmerkingen rekening is gehouden, kan zich, blijkens haar ter visie liggend rapport, met een en ander volkomen vereenigen. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging: A. aan de vereeniging Leidsche Belastingophaaldienst te Leiden tot wederopzeggens een subsidie toe te kennen van ten hoogste 750.per jaar, gerekend te zijn ingegaan met het jaar 1927, en berekend naar het bedrag der jaarlijks opgehaalde belastinggelden, t. w. indien de geïnde sommen 100.000.of minder bedragen: daarvan, en indien de geïnde sommen meer dan 100.000.bedragen: van 100.000.en verder over het daarboven geïnde bedrag tot een maximum van 100.000.zulks onder de voorwaarden, opgenomen in het in de Leeskamer ter visie liggende ontwerp-raadsbesluit B. vast te stellen de hierbij overgelegde begrootingsstaten tot wijziging van de begrootingen, dienst 1927 en 1928. Het over die jaren uit te keeren subsidie kan worden gevonden door afschrijving van den post „Onvoorziene Uitgaven" dier begrootingen, waarop, wat 1927 betreft, nog 9018.75 en wat 1928 betreft, nog ƒ49450.beschikbaar is; G. te besluiten niet over te gaan tot het oprichten van gemeentewege van een ophaal- en stortingsdienst voor de belastingen D. ten aanzien van de belegging bij den Gemeente-ont vanger van de overtollige kasgelden der woningbouwver- eenigingen „de Eendracht", „Eensgezindheid", „de Goede Woning", „Óns Belang", „Ons Doel", „Tuinstadwijk", en de „Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werk manswoningen", alle te Leiden, onder toepassing van artikel 114bis der Gemeentewet, de regelen vast te stellen, vervat in het in de Leeskamer ter visie liggend ontwerp-raads besluit. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Den Raad der Gemeente Leiden te Leiden, Geven eerbiedig te kennen, ondergeteekenden J. J. van Stralen en W. C. H. van Kesteren respectievelijk Voorzitter en Secretaris van den Leidschen Ophaaldienst voor de Be lastingen te Leiden; dat sinds eenige maanden is opgericht bovengenoemde ophaaldienst voor de belastingen, die zeer goed werkt en in een groote behoefte voorziet; dat toch sinds de oprichting (begin April 1.1.) ruim 1600 personen zich bij den dienst hebben aangesloten, terwijl nog voortdurend zich personen komen aanmelden; dat zoowel deze personen zelf als ook Rijk en Gemeente met dezen dienst gebaat zijn; dat de aangeslotenen vrijblijven van kosten van vervolging en door geregelde betaling van betrekkelijk kleine bedragen, de achterstand wordt ingehaald, geen vervolgingskosten meer behoeven te betalen, en voor andere onaangename gevolgen van de invordering van de achterstand gevrijwaard blijven; dat echter ook ten gevolge van het werken van den dierst de belastingen beter op tijd worden aangezuiverd, waardoor tal van posten binnenkomen, die tot nu toe als oninbaar moesten worden afgeschreven of vrijstelling moest worden verleend wegens betalings onmacht; dat de kosten van den ophaaldienst vrij groot zijn: dat de aangeslotenen reeds ter bestrijding der kosten f 0.05 per week betalen, wat verhoudingsgewijs vrij hoog is; dat met deze bijdrage de kosten in de toekomst niet zullen bestreden kunnen worden; dat zij daarom meenen, wijl hier een algemeen belang en een niet onbelangrijk Gemeente belang wordt gediend, ook de Gemeente deze instelling dient te steunen; Redenen waarom zij zich tot U Edelachtbaren weuden met het verzoek den belasting ophaaldienst te willen verleenen een jaarsubsidie gelijk aan van de door dien dienst geïnde belastinggelden. 't Welk doende, enz., Voorzitter, J. J. v. Stralen. Secretaris, W. C. H. v. Kesteren. Leiden, 21 September 1927. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 10