GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
185
IKGEKOME^ STUKKEN.
N°. 261. Leiden, 6 December 1927.
De Wed. J. Weyllvan den Broek heeft tegen onze
gemeente bij de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage
eene vordering ingesteld tot betaling van 10.000.wegens
vergoeding van schade, door haar geleden tengevolge van
het overlijden van haar echtgenoot, of wel tot betaling van
15.per week tot aan haar overlijden. Naar de stellingen
van de dagvaarding zou het ongeval, waarbij haar echtgenoot
om het leven is gekomen, veroorzaakt zijn door schuld van
den chauffeur van de auto van den Gemeentelijken Genees
kundigen Dienst alhier.
Onder verwijzing naar het ter visie liggend advies van
den rechtsgeleerden raadsman van de gemeente komt het
ons voor, dat door de gemeente tegen dezen eisch verweer
behoort te worden gevoerd en wij stellen Uwe Vergadering
mitsdien voor, te besluiten, dat de gemeente zich zal ver
weren in eersten aanleg en zoo noodig in hooger beroep in
het proces tegen haar als gedaagde bij de Arrondissements
rechtbank te 's Gravenhage ingesteld door Jannigje van den
Broek, wed. J. J. Weyl ter zake van een haar echtgenoot
overkomen ongeval.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 262. Leiden, 12 December 1927.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij tegen de navolgende, in hare handen gestelde
stukken, geene bedenkingen heeft:
1°. Begrooting voor 1928 van het Gereformeerde Minne-
of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
2°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting voor
1926 van het College van Vrouwen-Kraammoeders.
3°. Rekening over 1926 van dat College.
4°. Begrooting 1928 van dat College.
Zij st^lt U derhalve voor tot goedkeuring van die stukken
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 263. Leiden, 12 December 1927.
Blijkens den in de Leeskamer ter inzage liggenden staat
eindigt op 31 December a.s. de huur van verschillende lan
derijen en op 30 April 1928 die van de bouwmanswoning
„Endegeest" c.a., zoodat in de verhuring van een en ander
weder moet worden voorzien. In dezen staat vindt men ook
aangeteekend aan wien en tegen welken prijs de perceelen
thans zijn verhuurd, alsmede aan wien en tegen welke som
zij weder kunnen worden verpacht.
De geboden huurprijzen kunnen o.i. voldoende worden
geacht, terwijl alle huurders zich met de verhuringsvoor-
waarden kunnen vereenigen.
Voor verdere bijzonderheden verwijzende naar de in de
Leeskamer ter visie liggende stukken, geven wij Uwe Ver
gadering, overeenkomstig het advies van de Commissie van
Beheer over het Grondbedrijf, alsnu in overweging te ver
huren
I. aan W. en N. Bink, alhier, voor den tijd van twee
jaren, ingaande 1 Januari 1928, de perceelen teelland in de
Waard, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie N. nis 333,
334, 335 en 336, tezamen groot 1.68.44 H.A., op kaart A
door roode arceering aangeduid tegen een huurprijs van
675.per jaar;
II. aan J. Meyer, alhier, voor den tijd van vijf jaren,
ingaande 1 Januari 1928:
a. de perceelen weiland, kad. bekend gemeente Óegstgeest,
Sectie E. nis. 1697 ged., 42 ged. en 44, tezamen groot
5.20.00 H.A., op kaart B door roode arceering aangeduid -
tegen een huurprijs van 950.per jaar
b. de perceelen weiland, kad. bekend gemeente Óegstgeest,
Sectie E mis 46, 49 en 52, tezamen groot 4.50.40 ELA., op
kaart B door roode arceering aangeduid tegen een huur
prijs van 875.— per jaar;
III. aan Jac. de Groot te Óegstgeest, voor den tijd van
vijf jaren, ingaande 1 Januari 1928:
a. een partij weiland en bosch, kad. bekend gemeente
Óegstgeest-, Sectie B. nis 1172 ged., 591 en 592, te zamen
groot 2.25.50 H.A., op kaart C door gele arceering aan
geduid tegen een huurprijs van ƒ480.per jaar;
b. een partij weiland kad. bekend gemeente Óegstgeest,
Sectie B. nis. 1027, 411 en 412, tezamen groot 1.63.33 H.A.,
op kaart C door gele arceering aangeduid tegen een
huurprijs van ƒ300.per jaar;
c. een perceel weiland met boschje, kad. bekend gemeente
Óegstgeest, Sectie B. nis 596 en 410, tezamen groot 2.62.70
H.A., op kaart C door gele arceering aangeduid tegen
een huurprijs van 450.per jaar;
voor den tijd van vijf jaren ingaande 1 Mei 1928:
de bouwmanswoning „Endegeest" c.a. gelegen aan den
Rijkstraatweg van Rotterdam naar Amsterdam, kad. bekend
gemeente Óegstgeest, Sectie B. nis 566, 569, 950 en 1388,
tezamen groot 0.91.41 H.A., op kaart C door gele ar
ceering aangeduid tegen een huurprijs van 500.
per jaar;
IV. aan G. Schut, alhier, voor den tijd van één jaar,
ingaande 1 Januari 1928, het perceel teelland in den Pest
huispolder, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie L. No. 1199
ged., groot 0.05.00 H.A., op kaart D door roode arcee
ring aangeduid tegen een huurprijs van ƒ15.per jaar;
V. aan H. de Lig-ny, alhier, voor den tijd van driejaren,
ingaande 1 Januari 1928, de langs den Kanaal weg gelegen
perceelen weiland, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M.
nis. 2919 en 2920, tezamen groot 2.30.80 H.A., op kaart
E door bruine arceering aangeduid tegen een huurprijs
van 400.per jaar.
VI. aan J. Verhoog, alhier, voor den tijd van vijf jaren,
ingaande 1 Januari 1928, de perceelen weiland in den Grooten
Stadspolder, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie K. nis.
41, 926, 928, 1034, 1462 en 3754, tezamen groot 6.47.16 H.A.,
op kaart F door gele arceering aangeduid tegen een
huurprijs van 1125.per jaar;
VII. aan A. J. Rodenburg, alhier, voor den tijd van drie
jaren, ingaande 1 Januari 1928, het niet tot baggerterrein
ingerichte gedeelte van het perceel weiland gelegen aan de
Slaaghsloot, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie N. no. 178,
groot 0.90.00 H.A., op kaart G door roode arceering
aangeduid tegen een huurprijs van ƒ130.per jaar,
een en ander onder de in de Leeskamer ter inzage liggende
voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 264. Leiden, 12 December 1927.
Bij Uw besluit van 17 October 1927 (Ingek. Stukken
No. 230) werd ons College gemachtigd om gedurende het
loopende kwartaal kasgeld op te nemen tot een maximum
bedrag van ƒ500.000.
Op dit oogenblik heeft de gemeente de beschikking over
575.000.waarvan 350.000.door plaatsing in
prolongatie tijdelijk rentegevend is belegd en een bedrag
van 118.000.in rekening-courant staat bij de Bank
voor Nederlandsche Gemeenten.
In verband met deze kaspositie, behoeft zeer waarschijnlijk
vóór 31 December a.s. van de machtiging geen gebruik meer
te worden gemaakt.
Daarentegen staat wel vast, dat in het eerste kwartaal
van 1928 tot het sluiten van een kasgeldleening moet wor
den overgegaan, omdat in dat tijdvak, bij de groote uit
gaven op het einde van 1927 te doen, zich zeer omvangrijke
betalingen zullen voegen, o. a. wegens renten en aflossingen
van geldleeningen.
Het is derhalve noodzakelijk, dat ten aanzien van het
eerste kwartaal van 1928 een machtiging tot het aangaan
van kasgeldleeningen wordt verleend.
Het maximum-bedrag zou ook thans kunnen worden be
paald op ƒ500.000.waarbij weder buiten beschouwing is
te laten de som van 70.000*tot welk bedrag, inge
volge de krachtens Raadsbesluit van 29 Juni 1925 met de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten aangegane rekening
courant-overeenkomst het debet-saldo der gemeente bij die
Bank kan stijgen, zonder dat vooraf de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten noodig is.
Wij geven U mitsdien in overweging ons College te
machtigen gedurende het le kwartaal van 1928 over te
gaan tot het sluiten van kasgeldleeningen tot zoodanig
x) Met het oog op een mogelijke uitbreiding van de Stadakweekerij is het
gewensoht een gedeelte, ter grootte van 6000 M2., van het perceel Sectie E
no. 42, buiten de verhuring te laten.