141
komsten van de marktexploitatie te leeren kennen, slechts
bedoelde staten te raadplegen.
Inrichting van het marktwezen als bedrijf, hetgeen niets
anders zou zijn, dan een administratieve formaliteit, die veel
noodeloozen omslag zou meebrengen en nochtans niet beter
tot het door den voorsteller beoogde doel kan leiden, moeten
wij dan ook ontraden.
In ons schrijven van 28 Maart 1927 aan de Commissie
voor het Marktwezen, waarbij wij haar omtrent deze aange
legenheid advies vroegen, is een en ander uitvoerig uiteen
gezet, zoodat wij ons veroorloven, kortheidshalve naar dat
schrijven te verwijzen.
Genoemde Commissie berichtte ons bij missive van 15
Augustus 1927, dat zij om de door ons aangegeven redenen
er zich geheel mede kon vereenigen, dat het marktwezen
niet als afzonderlijk bedrijf werd ingericht, indien bij de
gemeente-begrooting en bij de gemeenterekening staten als
bedoeld werden overgelegd.
Aan het verzoek van de Commissie om nog vóór de mon
delinge behandeling van de begrooting 1928 een staat van
ontvangsten en uitgaven, ontleend aan de rekening 1926 en
een staat van de geraamde ontvangsten en uitgaven voor
1928 aan Owe Vergadering over te leggen, kan zonder be
zwaar worden voldaan.
Het bovenstaande samenvattende verklaren wij ons dus
bereid aan den wensch van den heer Groeneveld op de
aangegeven wijze tegemoet te komen en wij geven Uwe
Vergadering, onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter
visie liggende stukken, mitsdien in overweging diens voorstel,
om het marktwezen als afzonderlijk bedrijf in te richten,
hiermede als afgedaan te beschouwen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 201. Leiden, 23 Augustus 1927.
In den herfst van het vorige jaar kwam in Uwe Ver
gadering naar aanleiding van een adres van de bewoners
de vraag ter sprake, of het gewenscht was, de Jan Vossen -
steeg van trottoirs en electrische verlichting te voorzien.
Blijkens Ingekomen Stuk No. 237 meende ons College des
tijds, dat deze vraag eerst na de verplaatsing van de Jan
Vossen brug en de demping van de Volmolengracht kon
worden beantwoord. Uwe Vergadering daarentegen achtte
reeds toen voldoende termen voor een bevestigende beant
woording aanwezig en sprak mitsdien op 22 November 1926
door aanneming van eene desbetreffende motie-Groeneveld
de wenschelijkheid van het aanbrengen van electrische ver
lichting en den aanleg van trottoirs in de Jan Vossensteeg
uit. Over de wijze, waarop het in de motie belichaamde
denkbeeld zou worden uitgevoerd, werd nader praeadvies
toegezegd.
Hoewel het aanvankelijk onze bedoeling was dit prae
advies afzonderlijk bij Uwe Vergadering aanhangig te maken,
meenden wij in overeenstemming met de Commissie van
Fabricage bij nadere overweging, dat dit weinig zin zou
hebben, aangezien omtrent het beginsel van den aanleg door
Uwe Vergadering door de aanneming van de motie-Groene-
veld reeds beslist was en het overige dus slechts de tech
nische details van de uitvoering en de keuze van het tech
nisch daarvoor meest geschikte tijdstip betrof. Met betrek
king tot dit laatste deelde de Wethouder van Fabricage
namens ons College in Uwe Vergadering van 30 Mei 1927
mede, dat dezerzijds het voornemen bestond, de bedoelde
werken in den loop van 1928 tot uitvoering te brengen en
in verband hiermee de benoodigde gelden op de begrooting
voor dat jaar aan te vragen.
In de raadsvergadering van 27 Juni j.l. hebben wij even
wel naar aanleiding van een interpellatie-Groeneveld alsnog
afzonderlijk praeadvies toegezegd met de bedoeling, dat
deze werken nog in den loop van 1927 zouden worden uit
gevoerd, hetgeen derhalve de aanvraag van een afzonderlijk
crediet zou meebrengen. Wij deelen U dienaangaande thans
het navolgende mede.
De electrische verlichting kan bestaan uit 6 lichtpunten,
als op de ter visie liggende schets aangegeven, uitgevoerd
als straatoverspanningen van het type Haarlemmerstraat,
doch met een geringere lichtpunthoogte in verband met de
lagere bebouwing van de Jan Vossensteeg. De kosten hiervan
zullen bedragen 1350.De trottoirs, van basaltinetegels
te maken, kunnen o. i. ter weerszijden over de volle lengte
(220 M.) van de steeg worden aangebracht. In verband met
de breedte van de steeg, welke van 5.50 M. tob 6 M. wisselt,
kan de breedte der trottoirs wisselen van 0.90 M. 3
tegels) tot 1.05 M. 3J tegel); het rij vlak behoudt alsdan
een breedte van resp. 3.70 M. en 3.90 M. Een en ander is
op de overgelegde schets en profielen nader aangegeven. De
kosten worden geraamd op 3200.
De totale kosten a 4550.zullen uit den post voor
onvoorziene uitgaven voor 1927 gevonden moeten worden.
In overeenstemming met de Commissie van Fabricage
stellen wij U alsnu voor, ten behoeve van het aanbrengen
van electrische verlichting en den aanleg van trottoirs
in de Jan Vossensteeg overeenkomstig de overgelegde teeke-
ningen door vaststelling van den mede overgelegden begroo-
tingsstaat, model C, dienst 1927, een bedrag van 4550.
beschikbaar te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uit
gaven is nog een bedrag van 34.658.66 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 202. Leiden, 23 Augustus 1927.
Tegen inwilliging van het hiernevensgaand verzoek van
M. van der Velden, namens N. P. M. Dieben, om vergun
ning tot demping van een gedeelte sloot laugs den Hoogen
Rijndijk, ter lengte van 95 Meter, deel uitmakende van
de perceelen, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M, Nis.
4324, 2937 en 4356, welk slootgedeelte deels aan adressant,
deels aan de provincie en deels aan de gemeente toebehoort,
bestaat noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons
College bezwaar, mits aan de te verleenen vergunning slechts
de gebruikelijke voorwaarden worden verbonden.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan
N. P. M. Dieben, behoudens rechten van derden, vergun
ning te verleenen tot demping van het bovenbedoeld sloot-
gedeelte, onder de voorwaarden, vermeld in de in de Lees
kamer liggende stukken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiderdorp, 25 Juli 1927.
Aan Edelachtbare Heeren Burgemeester en
Wethouders van Leiden.
Edelachtbare Heeren.
Ondergeteekende geeft, namens den Heer N. P. M. Dieben
Hooge Rijndijk te Leiden met verschuldigden eerbied kennis
van zijn verzoek om de hoofdrioleering liggende in de weg
sloot langs den Hoogen Rijndijk; voor het stuk bouwgrond
(Kadastraal bekend Sectie M N°. 4324) door te mogen
trekken
't Welk doende enz:
voor N. P. M. Dieben
M. v. d. Velden
Leiderdorp.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.