GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
143
INGEKOMEN NT1IKKEH.
N°. 203. Leiden, 3 Augustus 3927.
Ter vervulling van de vacature, welke op Dinsdag 6 Sep
tember 1927 in onze Commissie zal ontstaan, tengevolge
van de periodieke aftreding van den beer Mr. H. M. A. Coebergh,
en waarin overeenkomstig artikel 4 der verordening van den
7 Mei 1896 (Gemeenteblad no. 6), op dien dag moet worden
voorzien, hebben wij de eer Uw College de volgende aanbe
veling te doen toekomen:
1°. Mr. H. M. A. COEBERGH;
2°. Mr. E. J. M. H. BOLSIÜS;
beiden wonende te Leiden.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs,
Aug. L. Reimeringer, Voorzitter.
H. A. Sypkens, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 204. Leiden, 4 Augustus 1927.
Raar aanleiding van Art. 5 van het reglement van beheer,
hebben Bestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting de
eer het volgende dubbeltal voor te dragen, voor een lid van
het Bestuur buiten den gemeenteraad, dat jaarlijks op den
eersten Dinsdag van de maand September aftreedt, ditmaal
zijnde de Heer A. Bisschop, die opnieuw benoembaar is.
1°. de Heer A. BISSCHOP.
2°. A. DE KOSTER.
Bestuurderen voornoemd,
J. A. Bots, Voorzitter.
K. Sxjtsma, lo. Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
No. 206. Leiden, 25 Augustus 1927.
Tér voldoening aan het bepaalde bij de artt. 5 en 6 der
verordening van 19 Januari 1911, houdende reglement op
het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht „Ende
geest", de afdeeling voor jeugdige idioten „Voorgeest" en
het Sanatorium voor Zenuwlijders „Rhijngeest" (Gem.-blad
No. 1), laatstelijk gewijzigd bij verordening van 17 Maart
1924 (Gem.-blad No. 8), hebben wij de eer Uwe Vergade
ring, ter vervulling van de vacatures, die in de Commissie
van Beheer over die inrichtingen zullen ontstaan, tenge
volge van de aftreding als raadslid van de heeren B. J.
Huurman, M. Dubbeldeman, Th. B. J. Wilmer en Mevr.
H. W. B. van Itallievan Embden, na raadpleging van
de Commissie, de volgende aanbevelingen aan te bieden:
Vacature B. J. Huurman:
1°. B. J. HUURMAN.
2°. J. G. VAN ES.
Vacature M. Dubbeldeman:
1°. F. KOOISTRA.
2°. T. GROENEVELD.
Vacature Th. B. J. Wilmer:
1°. Th. B. J. WILMER.
2°. Mr. A. F. L. M. TEPE.
Vacature Mevr. H. W. B. van Itallievan Embden:
1°. J. WILBRINK.
2°. Ir. A. G. BOSMAN.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 207. Leiden, 27 Augustus 1927.
Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 1 der verordening
van 25 Juni 1923 (Gem.blad no. 12), houdende reglement
van de Gemeentelijke Bank van Leening te Leiden, hebben
wij de eer U, ter vervulling van de vacature van Commissaris
dier instelling, ontstaan tengevolge van de periodieke aftreding
van den heer Th. B. J. Wilmer, als Raadslid, na raadpleging
van Commissarissen, het navolgende dubbeltal aan te bieden:
1°. TH. B. J. WILMER,
2°. B. J. HUURMAN Dzn.
Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 205. Leiden, 9 Augustus 1927.
Ter voorziening in de vacatures ontstaan door de perio
dieke aftreding van de H H. Prof. Dr. J. A. J. Barge, Dr.
G. J. Boekenoogen, B. J. Huurman en J. A. van Hamel
als leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum de
Lakenhal hebben wij de eer U de volgende aanbeveling
te zenden:
a. voor de vacature Prof. Dr. J. A. J. Barge:
Prof. Dr. J. A. J. BARGE en
Prof. Dr. L. KNAPPERT.
b. voor de vacature Dr. O. J. Boekenoogen:
Dr. G. J. BOEKENOOGEN en
Ir. M. C. F. J. COSIJN.
c. voor de vacature J. A. van Hamel, die zitting had als lid
van den Gemeenteraad en als zoodanig is afgetreden, de H.H.
Ir. A. G. BOSMAN en
Mr. A. J. ROMIJN.
d. voor de vacature B. J. Buurman, die herbenoemd is
als lid van den Gemeenteraad en als lid zitting had, de H.H.
B. J. HUURMAN en
T. S. GOSLINGA.
De Commissie voor het Stedelijk Museum,
Aug. L. Reimeringer, Voorzitter.
J. C. Overvoorde, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 208. Leiden, 27 Augustus 1927.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij de stukken
toe te zenden van de sollicitanten naar de betrekking van
leeraar in de oude talen aan het gymnasium, welke betrekking
door het aan Mejuffrouw Ribbink verleend eervol ontslag
met ingang van 1 September a.s. vacant is geworden.
In overeenstemming met den Inspecteur der Gymnasia,
wiens advies wij hierbij overleggen, meenen wij van de beide
sollicitanten, welke ook o. i. het meest voor een benoeming
in aanmerking komen, mede op grond der inlichtingen, die
wij verkregen, den heer Koster te moeten stellen boven
Mejuffrouw Zwaardemaker, die weliswaar in tegenstelling
met den heer Koster eenige, zij het korte, onderwijservaring
heeft, doch slechts met kleine klassen, zoodat in dit opzicht
de aanspraken der beide sollicitanten elkaar slechts weinig
ontloopen.
Intusschen achten wij een tijdelijke benoeming wel ge-
wenscht, ten einde een volgend jaar nader te rade te
kunnen gaan.
Wij bieden Uwe vergadering mitsdien de volgende aan
beveling (niet in alphabetische volgorde) aan voor de be
noeming voor den cursus 19271928 van een leeraar in de
oude talen aan het Gymnasium:
1. Docts. A. J. Koster te Boskoop;
2. Docta. J. B. Zwaardemaker te Amsterdam.
Curatoren van het Gymnasium,
L. Knappert Lo.-Voorzitter.
Van Deventer Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.