130 MAANDAG 27 JUNI 1927. afwijzende beschikking van den Directeur, Burgemeester en Wethouders volstaan hebben met een heel kort briefje en hun afwijzende beslissing absoluut niet motiveeren. Spreker meent, dat het niet aangaat zulke menschen op deze wijze af te wijzen en hoopt de toezegging van den Wethouder te zullen krijgen, dat de verordening inderdaad zal worden toe gepast, zooals zij is aangenomen en dat alsnog een andere beschikking zal worden gegeven en ter kennis gebracht van den betrokken persoon. Spreker meent, dat de verordening bepaalt, dat de gemeente moet betalen, maar het kan verhalen op de familieleden, terwijl Burgemeester en Wethouders de zaak omdraaien en opname voor gemeenterekening weigeren, wanneer zij meenen, dat de familie kan bijdragen. De heer Meijnen zegt hierop in een volgende vergadering te zullen antwoorden. Respect voor den interpellant en voor den Raad veronderstelt een hernieuwd onderzoek en daarvoor heeft de tijd absoluut ontbroken. Daar de heer van Stralen spreker pas van morgen om 12.40, dus gedurende de verga dering van Burgemeester en Wethouders, een briefje met vermelding van de bedoelde gevallen heeft doen toekomen, heeft spreker vóór de Raadszitting geen gelegenheid voor een onderzoek meer gehad. De Voorzitter vraagt, of iemand nog iets in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen. De heer Bergers zegt, dat de goten op de overdekte var- kensmarkt in dusdanigen staat zijn, dat zij geen van alle vastzitten. Verleden Vrijdag moest men bij den regen voor zichtig zijn of men kreeg een stortbad. De Voorzitter zegt, dat het College daaraan zijn aandacht zal wijden. De heer Dubbeldeman vraagt, hoe het met de woning- beurs staat. Als die belangrijke instelling er was geweest, zou de Raad dezen dag betere gegevens hebben gehad. Op grond van de toezeggingen van het College is het voorstel om er een te stichten door de voorstellers teruggenomen en nu is het jaar bijna ten einde en is er nog niets van gekomen. Het gaat hiermede net zooals met de verbetering van de Janvossensteeg. De heer Splinter zegt, dat de heer Dubbeldeman zeker denkt, dat alles van zelf gaat. Er moeten nog eenige voor bereidende werkzaamheden plaats vinden; op het oogenblik is het rapport in circulatie bij de Commissie van Fabricage. Binnen niet al te langen tijd hoopt spreker, dat het praeadvies van Burgemeester en Wethouders zal uitkomen. De Voorzitter doet thans de deuren sluiten. Na hervatting der openbare vergadering, sluit de Voorzitter, niemand meer het woord verlangende, de vergadering. Buiten de agenda om werd nog behandeld een interpellatie van den heer Groeneveld in zake de verbetering van de Janvossensteeg (blz. 129) en werd een aanvang gemaakt met de behandeling van een interpellatie van den heer van Stralen betreffende de uitvoering en toepassing van het tarief van bijdragen, te voldoen wegens ziekenhuisverpleging vanwege de gemeente Leiden (blz. 129). Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 22