84
MAANDAG 80 MEI 1927.
Het is dus allernoodzakelijkst, dat die sloot gedempt wordt;
men zou dan in de gelegenheid zijn om daar een voetpad
achter de boomenrij aan te leggen.
Men zal reeds een beteren toestand verkrijgen door niet
die voortuintjes geheel weg te nemen. Is spreker goed inge
licht, dan is de helft van die voortuintjes eigendom van de
gemeente; die bewoners betalen voor de helft van de voor
tuintjes een jaarlijksche recognitie aan de gemeente. Laat
dus de gemeente, als de menschen een abnormalen prijs
vragen voor de voortuintjes, voorshands volstaan met de helft
van de voortuintjes weder aan zich te trekken.
Den weg zal de gemeente goed onder handen moeten
nemen. Kan het niet lijden om hem te bestraten, dan zou
men hem flink kunnen verharden, zooals men gedaan heeft
met den Zoeterwoudschen singel en den Witten singel; men
zou hem kunnen asfalteeren.
In elk geval zou de straat achter de boomenrij verbreed
moeten worden. Men zou als de sloot gedempt is niet moeten
uitscheiden bij de Groenoordstraat, maar moeten doorgaan
tot de Musschenbroekstraat, want dat gedeelte is des winters
ook niet te begaan.
De heer Splinter doet wat betreft de klacht van den heer
van Stralen, dat het zoo lang geduurd heeft eer het praead-
vies van Burgemeester en Wethouders verschenen is, opmer
ken, dat de onderhandelingen met de eigenaren der voor
tuintjes langen tijd gevorderd hebben, omdat men met zoovele
personen te doen had, waarbij dan nog gekomen is, dat niet
allen de noodige medewerking verleend hebben. Er zijn zelfs
eigenaren, die totnogtoe niet eens een antwoord gestuurd
hebben.
Burgemeester en Wethouders achten eveneens de verbete
ring van den Haarlemmerweg noodig en zelfs urgent. Nu
spreekt de Directeur van Gemeentewerken in zijn rapport
inderdaad ook van urgentie van deze wegverbetering, maar
daarna zegt hij aan het einde in zijn rapport, dat er werken
van nog grootere urgentie zijn en dat hij het verder aan het
College wil overlaten. Inderdaad zijn er tal van zaken, die
veel urgenter zijn: de nieuwe Havenbrug, vernieuwing van
verschillende bruggen, herstelling van verschillende straten
in de binnenstad, enz.
Nu wenscht de heer van Stralen, voor het geval die men
schen de voortuintjes niet willen afstaan, tot onteigening over
te gaan, maar spreker is daar huiverig voor, gezien de ervaring
met de onteigening aan den Lage Rijndijk opgedaan, en geeft
er de .voorkeur aan te trachten het stukje, dat de gemeente
noodig heeft, langs minnelijken weg in handen te krijgen.
Terecht hebben Burgemeester en Wethouders aan het slot
van hun praeadvies gezegd, dat de zaak ineen ander stadium
is gekomen. Mocht de nieuwe veemarkt er komen, dan zou
dat de eischen, aan den weg te stellen, zoo kunnen wijzigen,
dat men weer moest gaan afbreken wat thans was gedaan.
Wellicht zou dan de verhouding van rijweg, fietspad en
trottoir anders moeten worden.
Daarom wenschen Burgemeester en Wethouders de verbe
tering van den weg te bezien in verband met den aanleg
van de nieuwe veemarkt, welke geen acht jaar zal uitblijven,
zooals hier gezegd is, maar er binnen betrekkelijk korten tijd
zal komen, omdat de gemeente het mes op de.keel is gezet
en de bestaande markt is afgekeurd. Dat Burgemeester en
Wethouders ernst willen maken met deze zaak, blijkt ook
hieruit, dat zij in het huurcontract voor Huize »Groenoord"
het beding hebben opgenomen, dat de gemeente zoo noodig
over den tuin kan beschikken teneinde aan de nieuwe vee
markt te kunnen beginnen.
Er kan dus slechts van een gering uitstel sprake zijn, te
meer waar de plannen voor de nieuwe veemarkt in studie zijn.
De heer van Tol gaf den raad er een meter bij te nemen,
omdat de tuintjes niet geheel, doch slechts voor de helft
aan de huiseigenaren toebehooren, maar de grensscheiding
staat op het eigendom van die huiseigenaren, anders had men
wel kunnen onderhandelen over de helft van de tuintjes.
Bovendien zou het een halve maatregel zijn om er 1 of 1|
M. bij te nemen, terwijl men dan wellicht over een paar jaar,
als de toegangsweg tot de nieuwe veemarkt moet worden
verbeterd, den boel weer zou moeten afbreken en opnieuw
beginnen.
Spreker is het met den heer Deumer, die door zijn rede
eenigermate sensatie heeft verwekt, eens, dat het mooier zou
zijn, indien een bestrating werd gemaakt, maar in dit stadium
van de zaak is het niet gewenscht er geld aan te besteden
en is het beter, dat de Raad nog even wacht.
Voor de werkverschaffing zou dit werk niet van beteekenis
zijn, omdat de te verrichten werkzaamheden toch in eigen
beheer zouden moeten worden uitgevoerd.
Spreker adviseert het praeadvies van Burgemeester en Wet
houders aan te nemen.
De heer van Tol deelt mede, waar de heer Splinter twijfelt
of die tuintjes wel voor de helft het eigendom van de ge
meente zijn, dat een eigenaar het hem had verzekeid naar
aanleiding van het feit, dat de retributie was verhoogd.
Spreker meent, dat de grens van het gemeente-eigendom
altijd de helft van de sloot is. Die eigenaar zeide niet van
plan te zijn zijn grond af te geven aan de gemeente. Dempt
men die sloot, dan is er een open riool verdwenen en kan
men door het terugzetten van de hekjes en door het opzeggen
van de huur de straat minstens op 3 M. brengen.
De heer Splinter zegt, dat de heer van Tol het mis heeft;
de grensscheiding is geplaatst op de gedempte sloot, welke
aan de huiseigenaren behoorde.
De heer Huurman gevoelt nog veel voor het voorstel van
den heer van Stralen, evenals toen dat werd ingediend. De
singels, welke enkele jaren geleden alle in desolaten toestand
verkeerden, zijn thans verbeterd en het zou thans voor de
hand liggen om ook den Haarlemmerweg te verbeteren, want
de toestand is daar niet zoo gunstig.
Anderzijds echter wil spreker erop wijzen, dat het vaste
voornemen bestaat om zoo spoedig mogelijk te beginnen met
de uitvoering van de plannen van de nieuwe veemarkt. Nu
zal men daar krijgen een inrichting van dusdanigen aard,
dat het geheele kwartier daar volslagen anders wordt. De
hoofdtoegang tot de nieuwe veemarkt zal worden de Haar
lemmerweg. Gaat men thans over tot verbetering van den
weg, dan zal men wellicht over eenige jaren moeten bejam
meren, dat men dit of dat al dan niet gedaan heeft. Ook de
rioleering houdt er verband mede.
Spreker zou dus den Raad in overweging willen geven om
het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen.
Er is gewezen op het rapport van den Directeur van
Gemeentewerken, maar dat rapport is gedateerd 26 Maart 1926
en nu zijn de plannen betreffende de nieuwe veemarkt daarna
tot rijpheid gekomen. Men moet alle dingen beschouwen in
de lijst van den tijd. Nu er plannen zijn voor de veemarkt
en de voorbereidende werkzaamheden zijn aangevangen is het
verstandiger om nog even met deze wegverbetering te wachten.
De Voorzitter kan mededeelen, dat de tegenwoordige
veemarkt niet aan de krachtens de Veewet gestelde eischen
voldoet en dat zij daarom nog slechts gedurende betrekkelijk
korten tijd in gebruik mag worden gehouden. Er wordt op
gerekend, dat het niet langer dan 2 jaren zal duren, eer de
nieuwe veemarkt in gebruik zal zijn. Of dit mogelijk zal zijn,
weet spreker niet, maar voor het gemeentebestuur is er alle
aanleiding om te zorgen, dat de zaak zoo spoedig mogelijk
wordt aangepakt. Er is alles aan gedaan tot dusver wat
mogelijk is.
De heer van der Reijden is het, hoewel beseffende, dat
deze wegverbetering hoog noodig is, eens met den heer
Huurman, dat de Raad niet moet ingaan op het denkbeeld
van den heer van Stralen, en dat men moet wachten totdat
het geheel overzien zal kunnen worden.
De heer Deumer betreurt het, dat men niet aanstonds tot
verbetering van dezen weg zal overgaan.
Wat betreft de tegenwoordige veemarkt, reeds jaren geleden
is erop gewezen, dat zij was afgekeurd en dat slechts dispensatie
verleend was om haar te blijven gebruiken.
Wanneer inderdaad de nieuwe veemarkt binnen afzienbaren
tijd er zal komen, dan is deze wegverbetering thans nog
noodzakelijker. Er zal dan komen een groote aanvoer van
bouwmaterialen, enz., langs dien weg en de chaos daar zal
daardoor nog veel grooter worden.
Den heer Splinter, die gezegd heeft, dat spreker sensationeele
mededeelingen gedaan zou hebben, wil spreker antwoorden,
dat elke sensatie hem vreemd is, althans in dezen Raad.
De heer Wilmer meent ook, dat op dit oogenblik een
afdoende verbetering van dezen weg niet ter hand genomen
zal kunnen worden en dat dienaangaande eerst beslist zal
kunnen worden, wanneer een beslissing genomen wordt
omtrent het al dan niet uitvoeren van de veemarktplannen.
Echter zou spreker gaarne van den Wethouder de toe
zegging krijgen, dat hij met de Fabricage-Commissie zal
overwegen om dan dezen weg zoo goed mogelijk te ver
beteren met de gewone hulpmiddelen, welke hem ten dienste
staan. De weg kan veel beter onderhouden worden dan het
thans gebeurt. Men kan overeenkomstig het denkbeeeld van
den heer van Tol het gedeelte sloot, dat een rioolput is,
dempen, terwijl men er in den zomer den sproeiwagen meer
kan laten rijden ter bestrijding van de stofplaag.
Spreker dringt er bij den Wethouder sterk op aan, dat
deze zal toezeggen, dat het College bijzondere aandacht aan
de verbetering van den Haarlemmerweg zal schenken. Daar
voor is waarschijnlijk geen bijzonder Raadsbesluit noodig,