60 te Leiden (Meisjesscholen der Eerw. zusters in de Pelikaan straat), kantoor Papenburg 48 alhier., dat het zich tot Uwen Raad wendt met de volgende verzoeken a. wijziging te willen brengen in de verordening sub a van artikel 12 van 21 Augustus 1919. (Gemeenteblad No. 28) waardoor de verhooging van de bezoldiging van het onder wijzend personeel der bijzondere bewaarscholen in een sneller tempo gaat. b. dat bij bouw of verbouw van eene bijzondere bewaar school subsidie worde verleend, b.v. gelijk aan 2/3 van de stichtingskosten. c. dat de exploitatiekosten voor de bijzondere bewaarscholen worden verhoogd en alzoo in sub c van artikel 12 van de verordening op de subsidie aan de bijzondere bewaarscholen toe te kennen, (gemeenteblad No. 3 van 10 Februari 1910, gewijzigd den Hen Februari 1924,) het cijfer „16" te ver anderen in „30". 'Ier toelichting moge het volgende dienen: ad a. Het tijdvak der periodieke verhooging, om de 3 jaar, voor een hoofdonderwijzeres wordt te lang geacht. Het bepaalde in de verordening ware te wijzigen in: „de eerste maal 2 jaar, de tweede maal 4 jaar en de derde maal 6 jaar." ad b. en c. Indien kon worden tegemoet gekomen in de hierbedoelde kosten, dan zou het bestuur der bijzondere bewaarscholen daarmede ten zeerste gebaat zijn. Bovendien wordt daardoor in 't algemeen het particulier initiatief tot het stichten en onderhouden van bijzondere bewaarscholen sterker geprikkeld en ten slotte zal het Gemeentebestuur zichzelf daardoor bevoordeelen, want als er bijzondere bewaarscholen worden gebouwd zullen minder openbare scholen noodig zijn, waarvoor de Gemeente alle kosten moet dragen, terwijl bij inwilliging van het verzoek het Gemeente- en Schoolbestuur elk een gedeelte van de kosten voor zijn rekeniDg neemt. 't Welk doende, Namens het Bestuur voornoemd, P. L. Dessens Voorzitter. J. C. H. P. Boertee Secretaris. Leiden, 2 Mei 1927. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Bestuur van de Vereeniging voor Christelijke Fröbel scholen te Leiden, goedgekeurd bij K. B. van 6 Maart 1923, no. 74, dat het Uwen Raad er beleefd aan herinnert, dat op 10 November 1925 aan Uw College een adres werd gericht in zake een verbetering van de subsidievoorwaarden van het bijzonder bewaarschoolonderwijs en inzake een verbetering van de verordening regelende de bezoldiging van het onder wijzend personeel der openbare bewaarscholen, dat op dit adres nog niet een beslissing is genomen hoewel de behoefte aan bewaarschoolonderwijs in onderscheiden deelen der gemeente zeer dringend mag worden genoemd, dat Burgemeester Wethouders echter wèl, te weten op 28 October 1926 hebben vastgesteld een nieuwe veror dening houdende vaststelling van de eischen, waaraan bizondere bewaarscholen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de toekenning van een subsidie uit de ge meentekas, dat deze verordening verschillende artikelen bevat, die het bouwen eener bewaarschool geheel noodeloos duurder maken, doch ook verschillende bepalingen die geheel gemotiveerd zijn, doch die eveneens en zonder eenigen twijfel de bouw kosten eener nieuwe school verhoogen, dat de positie van de bestaande scholen door die veror dening wel niet wordt aangetast, doch dat de mogelijkheid van uitbreiding van het aantal of m. a. w. het bouwen van nieuwe scholen zeer is verzwaard zonder dat daartegenover eenige tegemoetkoming van gemeentewege kan gesteld worden, dat daardoor, ook al zou Uw vergadering ingaan op het adres onzer vereeniging van 10 November 1925, de moeilijkheden voor het bizonder bewaarschoolonderwijs om tot uitbreiding te komen, niet zouden zijn opgeheven, redenen waarom door ons Bestuur aan Uwen Baad wordt verzocht om in de verordening van 10 Februari 1910 (Gemeente blad No. 3), laatstelijk gewijzigd bij de verordening van 11 Februari 1924 (Gemeenteblad No. 7) op te nemen een bepaling, dat voor nieuw te bouwen bizondere bewaarscholen gedurende 24 jaren vanaf den dag der opening wordt verstrekt een bizondere jaarlijksche bijdrage in de kosten van rente en aflossing, van van de stichtingskosten, dat Uw Raad daarbij in aanmerking gelieve te nemen, dat ook bij aanvaarding van deze nieuwe subsidieeringsvorm, die ons Bestuur zich denkt uitsluitend voor na het besluit van Uwen Raad te bouwen scholen, het stichtingskapitaal geheel door de vereenigingen moet worden bijeengebracht en dat ook (de rente op 5 en de aflossing op 2 stellend) de resteerende 3£ van rente en aflossing uit eigen mid delen moet worden gekweten, dat deze wijze van aanmoediging van het particulier initiatief in zich sluit een groote prikkel tot zuinigheid en dat daar door het zich steeds meer opdringende vraagstuk van het bewaarschoolonderwijs door de gemeente op weinig kostbare wijze, althans oneindig goedkooper dan door het stichten van openbare bewaarscholen, kan worden tot oplossing ge bracht. 't Welk doende enz. Namens het Bestuur der Vereeniging voor Christelijke Fröbelscholen, T. S. Goslinga Voorzitter, Van Loo. Secretaris. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON. 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 4