59
Afschaffing ambulantisme. Een andere, vrij belangrijke,
besparing kan worden verkregen door afschaffing van
het ambulantisme bij het gemeentelijk bewaarschoolonderwijs.
Vroeger, toen de scholen 8 klassen telden, was er o. i. aan
leiding de hoofden ambulant te laten; nu de scholen thans
slechts 5 a 6 klassen hebben, is het ambulantisme niet
meer te verdedigen en dat te minder, nu de hoofden van
de scholen voor lager onderwijs sedert 1922 met het onder
wijs in een vaste klasse zijn belast. Door de afschaffing
van het ambulantisme zal een bedrag van ongeveer
4500.per jaar worden bezuinigd.
Vergoeding van de salarissen van leerkrachten uitsluitend
per 50 leerlingen of gedeelte daarvan. Als derde maatregel
tot bezuiniging op de kosten van het bewaarschoolonderwijs
zouden wij de bepaling, voorkomende in art. 4 der ver
ordening op de subsidieering der bijzondere bewaarscholen,
„dat de school niet minder dan 3 onderwijzeressen mag
hebben, tenzij het aantal leerlingen minder dan 70 bedraagt,
in welk geval met twee leerkrachten kan worden volstaan"
wenschen te zien geschrapt, zoodat dus uitsluitend per 50
leerlingen of gedeelte daarvan het salaris van een leerkracht
wordt vergoed.
Ook in dit geval zouden wij de besturen in staat willen
stellen, om in geval van ontslag een uitkeering als boven
genoemd te verleenen.
Het komt ons voor, dat tegen deze maatregelen, waar
mede de Commissie voor de bewaarscholen zich heeft ver-
eenigd, geen overwegend bezwaar kan bestaan.
Goedkeuring door B. en W. van de plaats van vestiging
van particuliere bewaarscholen. Geen subsidie aan bewaar
scholen met minder dan 60 leerlingen. Verder zouden wij
nog wenschen te zien bepaald, dat een op te richten school
niet voor subsidie in aanmerking komt, indien niet de
goedkeuring van ons College is verkregen omtrent de plaats
van vestiging van eene school, behoudens beroep op Uwe
Vergadering en dat geen subsidie wordt verleend aan eene
bewaarschool met minder dan 60 leerlingen. Op die wijze
heeft de gemeente het in de hand, dat de bewaarscholen op
juiste wijze over de stad worden verdeeld en dat niet tot
oprichting van al te kleine schooltjes wordt overgegaan.
Ook hiermede gaat de Commissie voor de bewaarscholen
accoord.
Tijdstip van ingang der verschillende veranderingen Ten
slotte nog de vraag: wanneer zullen de bovenbedoelde ver
anderingen ingaan
Naar onze meening zullen sommige veranderingen eenigen
tijd van voorbereiding eischen, doch wij achten het wel
mogelijk alle veranderingen in te voeren op 1 September
a s., dat is dus op een tijdstip, waarop verschillende scholen
nieuwe leerlingen toelaten.
Na de beslissing omtrent de volgende punten, zullen wij
zoodra mogelijk de wijziging van de bestaande of vaststelling
van nieuwe verordeningen bij U aanhangig maken.
Eesumeerende gevên wij Uwe Vergadering (wat de punten
II en III aangaat als meerderheid) in overweging:
I. niet in te gaan op het adres van den heer Jten Haken
Lombokstraat 16 alhier, waarbij deze verzoekt een openbare
bewaarschool op te richten in het Kooikwartier en het
voorstel van Uwe medeleden, den heer K. Sijtsma en Mevrouw
W. van Itallie-van Embden, daarmede tevens als afgedaan
te beschouwen;
II. het bedrag van 16.genoemd sub c van art. 12 van
de verordening van 10 Februari 1910 (Gemeenteblad No. 3),
zooals die verordening laatstelijk is gewijzigd bij verordening
van 11 Februari 1924 (Gemeenteblad No. 7) te verhoogen
tot 24.
III. aan de van gemeentewege gesubsidieerde bewaarscholen
voor hulp van kweekelingen, per 50 leerlingen of gedeelte
daarvan, een toelage uit de gemeentekas te verstrekken van
100.tot 150.(twee eenjaarlijksche verhoogingen
van 25.
IV. te bepalen, dat de jaarwedde van een hoofd van eene
gemeentelijke bewaarschool, na 2,4 en 6 jaren dienst als hoofd
van eene bewaarschool telkens zal worden verhoogd met
100.-;
V. te bepalen, dat tot de gemeentelijke bewaarscholen en
de van gemeentewege gesubsidieerde bewaarscholen geen
kinderen mogen worden toegelaten, die op het tijdstip van
toelating den leeftijd van 3.1 jaar nog niet hebben bereikt;
VI. te bepalen, dat de door de gemeente gesubsidieerde
bewaarscholen ten minste twee leerjaren moeten tellen;
VII. uit art. 4 van de sub. III genoemde Verordening
te doen vervallen de bepaling: „minder dan 3 onderwijzeressen
mag de school echter niet hebben, tenzij het aantal leerlingen
minder da 70 bedraagt, in welk geval met twee leerkrachten
kan worden volstaan•"
VIII. te bepalen dat aan de besturen der van gemeente
wege gesubsidieerde bewaarscholen, die in het tijdvak van
1 September 1927 1 September 1928 tengevolge van
vermindering van het aantal klassen of als gevolg van het
sub. VII genoemd besluit een en ander ter beoordeeling
van Burgemeester en Wethouders aan onderwijzeressen
hunner scholen ontslag verleenen, een bedrag uit de gemeente
kas zal worden toegekend, om hen in staat te stellen aan
de ontslagen onderwijzeressen gedurende één jaar, te
rekenen van den datum van ingang van het ontslag, eene
uitkeering te verleenen op den voet van de verordening
van 20 Februari 1922 (Gemeenteblad N°. 5) regelende het
verleenen van wachtgeld aan Gemeente-ambtenaren;
IX. oe hoofden van de gemeentelijke bewaarscholen te
belasten met het onderwijs in eene vaste klasse;
X. te besluiten dat geen subsidie zal worden verleend in
de kosten van bouw of verbouw van bijzondere bewaar
scholen
XI. te besluiten, dat ten behoeve van eene na den datum
van dit besluit te stichten bewaarschool geen subsidie wordt
verleend, indien niet te voren de goedkeuring van Burge
meester en Wethouders is verkregen omtrent de plaats van
vestiging, behoudens beroep op den Gemeenteraad;
XII. te bepalen, dat geen subsidie wordt verleend aan
eene bewaarschool met minder dan 60 geregeld ter school
gaande kinderen;
XIII. de verschillende tot U gerichte adressen in zake
het bewaarschoolonderwijs thans als afgedaan te beschouwen;
XIV. te bepalen dat de sub. II tot en met IX genoemde
besluiten zullen ingaan op 1 September 1927.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 19 November 1925.
Aan den Eaad van de Gemeente Leiden
Geeft met verschuldigde eerbeid te kennen J. ten Haken,
wonende Lombokstraat 16, dat hij een kind heeft van 4 jaar,
dat hij dat kind gaarne geplaatst zag op een openbare
bewaarschool,
dat blijkens bijgevoegde lijsten 156 ouders voor 190 kinderen
hetzelfde wenschen,
dat van adressant en de overige Kooikwartierbewoners
niet gevergd kan worden, gezien de den grooten afstand,
dat zij zoo jeugdige kinderen naar de bestaande openbare
bewaarscholen in de gemeente zenden,
dat zij principieele bezwaren hebben hun kinderen naar
bijzondere bewaarscholen te sturen.
redenen waarom hij Uw College eerbiedig maar met den
meesten aandrang verzoekt tot het spoedig inrichten van een
openbare bewaarschool in het Kooikwartier over te gaan.
Hetwelk doende, enz.
J. ten Haken.
Leiden, 10 November 1925.
Aan den Eaad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Bestuur
van de Vereeniging voor Chr. Fröbelscholen te Leiden, goed
gekeurd bij K. B. d.d. 6 Maart 1923 No. 74, domicilie kiezend
ten huize van den Secretaris, Wasstraat 12, alhier;
dat het zich tot Uwen Eaad richt met de volgende ver
zoeken
A. een zoodanige wijziging aan te brengen in art 12, sub c
van de Verordening op de subsidieering van bizondere bewaar
scholen (Gem.blad no. 3 van 10/2 1910, laatstelijk gewijzigd
11/2 '24) dat daarin in plaats van het cijfer 16 worde ge
lezen: 30;
B. in art. 1 van de verordening regelende de bezoldiging
van het onderwijzend personeel aan de openbare bewaar
scholen te lezen in plaats van: „de eerste maal 3 jaar, de
tweede maal 6 jaar en de derde maal 9 jaar.":
„de eerste maal 2 jaar, de tweede maal 4 jaar en de derde
maal 6 jaar".
Ter toelichting dezer beide verzoeken neemt het Bestuur
de vrijheid Uwen Eaad te verwijzen naar de hierbij gevoegde
Memorie van toelichting.
'tWelk doende enz.
Namens het Bestuur van de Vereeniging
voor Christelijke Fröbelscholen
T. S. Goslinga, Voorzitter.
van Loo, Secretaris.
Leiden, 7 December 1925.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Bestuur
der Inrichting van Liefdadigheid voor Eoomsch-Katholieken