MAANDAG 14 MAART 1927. 29 Aan de orde is alsnu: II. Benoeming van Voorzitters, leden en plaatsvervangende leden van eenige stembureaux voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Pro vinciale Staten en den Gemeenteraad. (Zie Ing. St. No. 55.) De Voorzitter verzoekt den heeren van Hamel, Heems kerk, Baart en Wilbrink het stembureau te vormen. Worden benoemd met algemeene (28) stemmen alle in Ingekomen Stukken No. 55 aanbevolen personen. III. Benoeming van een Voorzitter en een plaatsvervan gend lid van het hoofdstembureau in Kieskring 111, voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad. (Zie Ing. St. No. 55.) Wordt benoemd met algemeene (28) stemmen tot Voor zitter de heer J. B. Meijnen en met 27 stemmen tot plaats vervangend lid de heer P. P. Deumer\ 1 biljet was in blanco. De heeren Meijnen en Deumer verklaren de benoeming aan te nemen. IV. Benoeming van een tijdelijk Wethouder. (Zie Ing. St. No. 51.) De heer Elkerbout deelt mede, dat de anti-revolutionnaire Raadsfractie den heer Huurman voor de benoeming tot tijdelijk Wethouder aanbeveelt. Het vermoeden bestaat, dat de heer Huurman een eventueele benoeming zal aanvaarden. De heer Wilbrink wenscht, nu de heer Eikerbout een candidaat heeft aanbevolen, aan de Raadsleden in ernstige overweging te geven tot tijdelijk Wethouder te benoemen dengene, die gedurende het wethouderschap van den heer Mulder diens taak eigenlijk voor een groot deel heeft vervuld, het lid van de Commissie van Fabricage, dat tegen geen moeite en bezwaren heeft opgezien en altijd zijn tijd heeft willen geven om den dienst van Fabricage zoogoed mogelijk te doen functionneeren. Het is in het belang van de gemeente, om, waar de heer Mulder geheel moet worden vervangen, dat te doen geschieden door denzelfden persoon, die hem in vele opzichten gedeeltelijk heeft vervangen en die geheel in de zaken is ingewijd. Terwille van de continuïteit bij Fabri cage, om het belang van de gemeente en om de waardeering, die wel eens mag worden uitgesproken, beveelt spreker den heer Splinter aan. De heer Sijtsma noemt het een ongewoon verschijnsel, dat er bij de benoeming van een 'wethouder in een openbare vergadering aanbevelingen worden gedaan. Dat moet z.i. in de toekomst geen gewoonte worden. Wil men personen be spreken op de wijze, als de heer Wilbrink dat heeft gedaan, dan is het beter dat in een vergadering met gesloten deuren te doen. De Voorzitter zegt het met den heer Sijtsma eens te zijn. De heer Elkerbout verklaart, dat van de zijde van sprekers fractie niet de naam van den heer Huurman genoemd zou zijn, wanneer er eenstemmigheid bestaan had onder de fracties wat betreft den te benoemen persoon. Nu die homogeniteit ontbrak en de anti-revolutionnaire fractie het den aangewezen weg acht om den zetel van Wethouder Mulder tijdelijk te doen innemen door een geestverwant van hem, heeft zij het noodig geoordeeld om den naam van haren candidaat te noemen. Bij de eerste vrije stemming worden uitgebracht 11 stem men op den heer Splinter, 7 op den heer Huurman en 4 op den heer Wilbrink, terwijl 6 biljetten in blanco waren. Aangezien niemand de volstrekte meerderheid van stemmen heeft verkregen, is een tweede vrije stemming noodig. Bij deze stemming wordt benoemd met 14 stemmen de heer J. Splinter Gzn.; de heer Huurman verkreeg 7 stem men en de heer Wilbrink 1 stem, terwijl 6 biljetten in blanco waren. De Voorzitter verzoekt den heer Splinter mede te deelen, of hij de benoeming aanneemt. De heer Splinter zegt, onder dankbetuiging aan zijn mede leden voor het in hem gestelde vertrouwen, voor het nemen van een beslissing, welke voor hem een moeilijke is, gebruik te willen maken van den wettelijken termijn van beraad. V. Benoeming van een lid der Commissie voor het Ste delijk Museum »de Lakenhal". (Zie Ing. St. No. 49.) Wordt benoemd met algemeene (28) stemmen de heer Prof. Dr. W. Martin. VI. Benoeming van een onderwijzer aan de school Haver- straat B. (Zie Ing. St. No. 56.) Wordt benoemd met algemeene (28) stemmen de heer R. van Kammen. VII. Benoeming van een onderwijzer aan de school Haver- straat B. (Zie Ing. St. No. 56). Wordt benoemd met algemeene (28) stemmen de heer M. J. van den Ende. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. VIII. Praeadvies op het verzoek van Mej. H. P. Mesenig, om eervol ontslag als leerares in de Fransche taal aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. (Zie Ing. St. No. 47.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethou ders besloten. IX. Vaststelling van het aan Gedeputeerde Staten uit te brengen verslag aangaande de wijze, waarop het op de ge- meentebegrooting voor 1926 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag is besteed. (Zie Ing. St. No. 57). Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten aan Gedeputeerde Staten het in Ingek. Stukken No. 57 opgenomen verslag uit te brengen aangaande de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting voor 1926 voor school kindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag is besteed. X. Voorstel tot verhuring van het pakhuis aan de Vliet No. 45 aan A. Del meer. (Zie Ing. St. No. 58.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XI. Voorstel: a. tot ontbinding van de met H. J. J. M. Damen ge sloten huurovereenkomst betreffende het pakhuis aan de Burgsteeg No. 6; b. tot verhuring van het sub a bedoeld pakhuis aan H. J. W. Peetérs en H. Stol te Leiden. (Zie Ing. St. No. 59). De heer Sanders deelt mede, dat Burgemeester en Wet houders de voorwaarden, waaronder wordt voorgesteld de huurovereenkomst aan te gaan, in dien zin wijzigen, dat daaruit vervalt de voorwaarde »7°. het medegebruik van de vestibule van den nooduitgang van de Graanbeurs aan de zijde van de Burgsteeg geschiedt door de huurders op zoodanige wijze, dat daardoor geenerlei Kinder of belemmering aan den toegang tot »de Graanbeurs" en »den Burcht" wordt veroorzaakt;" De bestaande toestand, dat de eenige toegang tot het te verhuren pand is de toegang ook naar de Graanbeurs, is gebleken een ongewenschte te zijn, en daarom hebben Bur gemeester en Wethouders, nadat de stukken bij den Raad waren ingediend, zich met de huurders in verbinding gesteld, die zich bereid verklaarden van genoemde clausule afstand te doen, mits er aan den kant van de Burgsteeg een ingang tot het pakhuis werd gemaakt. Er is daaromtrent overeen stemming verkregen, zoodat deze clausule zonder bezwaar kan vervallen. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het ge wijzigd voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XII. Voorstel tot kostelooze overdracht, voor zooveel het aandeel van de gemeente Leiden betreft, van het onder de gemeenten Hillegom en Bloemendaal gelegen gedeelte van den Haarlemmertrekvaartweg, kad. bekend gemeente Hille-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 3