MAANDAG 21 FEBRUARI 1927.
23
XX. Voorstel in zake den verkoop aan de Vereeniging tot
Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen van een
terrein gelegen ten noorden van den Morsehweg, nabij de
Paul Krugerstraat en de verstrekking van een uit 's Rijks
kas te ontvangen woningvoorschot aan die vereeniging ten
behoeve van den bouw van 30 eengezinswoningen en 71
beneden- en 73 bovenwoningen op dat terrein, tevens prae-
advies op een adres van de woningbouw vereeniging «Eensge
zindheid", om een terrein aan de Munnikenstraat te bestemmen
voor door haar uit te voeren woningbouwplannen.
(Zie Ing. St. No. 35.)
Hierbij komt tevens in behandeling het door den heer
Kooistra ingediend voorstel, luidende:
«Ondergeteekende stelt voor de te bouwen woningen bedoeld
•in ingekomen stuk N°. 35 van 9 Februari 1927 en genoemd
onder punt 20 der Agenda van de aanstaande raadszitting
niet te laten bouwen door de Vereeniging lot Bevordering
van den Bouw van Werkmanswoningen, maar door de Gemeente
te laten uitvoeren en na voltooiing over te dragen aan de
Gemeentelijke Woningstichting."
De heer Kooistra deelt mede, dat hij indertijd een onder
houd gehad heelt met den vorigen Burgemeester over het
bouwen van woningen, en wel als voorzitter van de Federatie,
en toen is ook ter sprake gekomen het type van woningen.
Het lag toen in het voornemen, dat niet meer in den ouden
trant zou worden gebouwd, nl. het type ééngezins-woningen
er moest gezorgd worden voor meer woningruimte; de prijs
van den grond en het bouwrijp maken daarvan per perceel
bedroeg f 1500.en het zou te duur uitkomen om daarop
ééngezinswoningen te bouwen en dus zouden op elk perceel
een beneden- en een bovenwoning gebouwd moeten worden.
De Federatie heeft zich toen op het standpunt geplaatst,
dat zij hieraan niet kon en mocht medewerken, aangezien de
bouw van ééngezinswoningen bij haar de voorkeur genoot.
Niettegenstaande dat advies zijn Burgemeester en Wet
houders toch doorgegaan met het maken van bouwplannen,
welke zouden geven meer woningruimte en meer gezins
berging, door den bouw van beneden- en bovenwoningen.
De vereenigingen hebben die woningen gebouwd en later
heeft de gemeente zelfs nog een slechter type toegepast.
De sociaal-democraten zullen, waar de nood dringt, daartoe
zeer zeker medewerken. Waar de toestand der krotwoningen
zoodanig is, dat zooals de heer van Stralen zooeven nog
schetste acht menschen in één kamer moeten wonen,
koken, eten en slapen, stellen de sociaal-democraten zich op
het standpunt, dat zoo snel mogelijk naar een andere ruimte
om die menschen onder te brengen moet worden uitgezien,
en ofschoon zij het uit een hygiënisch oogpunt wenschelijk
en noodzakelijk vinden, dat grootere woningen werden ge
bouwd, hebben zij, omdat de gemeente en de Regeering
daartoe niet wilden medewerken, steeds hun stem gegeven,
zij het dan ook noode, aan voorstellen tot het stichten van
woningen.
Spreker heelt dit laten voorafgaan, omdat nu weer een
voorstel wordt gedaan tot het. stichten van woningen, welke
de sociaal-democraten wel eenigszins meer kunnen be
vredigen, maar toch nog te klein zijn voor het huisvesten
van groote gezinnen. Er zijn nog woningen bij met een
kamer-keuken, terwijl men toch in de gemeente-woningen in
de Prinsenstraat gezinnen van 5, van 7, van 8, ja zelfs van
10 personen kan aantreffen. Daarom was het beter geweest
aan de woningen een grootere oppervlakte te geven, waar
door de woonruimte zou vermeerderd worden, maar waar de
nood dringt, zullen de sociaal-democraten hun medewerking
verleenen, te meer omdat door het bouwen van ééngezins
woningen eeriigermate aan hun wenschen is tegemoet gekomen.
Den laagbouw acht spreker niet gunstig gekozen en hij
vindt het eenigszins onaangenaam, als die laagbouw bereikt
moet worden door twee poorten. De bedoeling is op het
plein een zandbak aan te brengen, waar de kinderen kunnen
spelen. Spreker vreest daarvan wel eenige verontreiniging,
vooral omdat die zandbak zich bij den toegang tot de huizen
zal bevinden, en hij had dan ook liever gezien, dat die open
ruimte was gebezigd voor het maken van straten. Men had
z. i. beter gedaan een paar huizen minder te bouwen en dan
breedere straten aan te leggen. Die zandbak had dan wel
ontbroken, maar de hygiënische belangen zouden er door
zijn bevorderd.
Wat betreft het voorstel om niet de Vereeniging tot
Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen met
dezen bouw te belasten doch het op te dragen aan de gemeente,
spreker acht het beter het geheel aan de gemeente over te
laten, ook omdat men hier heeft een gemeentelijke Woning
stichting.
Genoemde vereeniging en de gemeentelijke stichting ver
schillen in wezen niet veel; het zijn beide lichamen, welke
alleen een bestuur, maar geen leden hebben. Ze hebben alleen
bewoners en dezen hebben bij geen van beide iets in te
brengen.
Dat spreker desniettegenstaande voorstelt om deze woningen
onder Ie brengen bij de gemeentelijke Stichting ligt hieraan,
dat het noodig is, dat de bewoners zooveel mogelijk worden op
gevoed om tenslotte zelf te beheeren; om voor zich zelf te
zorgen; om te trachten voor zich zelf betere huiselijke levens
voorwaarden te stellen. Daarom is het noodig, dat de menschen,
die in die woningen komen, medezeggenschap krijgen.
Spreker heeft het verleenen van medezeggenschap aan de
bewoners bepleit toen de gemeentelijke Stichting in het leven
geroepen werd en bij de behandeling van het reglement van
die Stichting, en spreker zal steeds er naar streven, dat dat
er tenslotte van komt. Nu zullen de bewoners van de Stichting
eerder kans hebben om die medezeggenschap deelachtig te
worden dan de bewoners van de woningen der Vereeniging
tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningenvoor
dezen zal het wel uitgesloten blijven; en met het oog daarop
is spreker er voor om deze woningen onder te brengen bij
de gemeentelijke Stichting.
De heer Schone veld heeft met genoegen kennis genomen
van dit voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Evenals de vorige spreker wil spreker erop wijzen, dat in
het algemeen genomen de ééngezinswoning het woningtype
voor de gemeente Leiden is en ook voor de personen, die
deze woningen zullen betrekken. Bij dit voorstel is eenigermate
rekening gehouden met den aandrang, welke uitgeoefend is
in een vorige vergadering bij de behandeling van het voorstel
tot den bouw van de 40 woningen, maar naar sprekers meening
toch nog niet voldoende.
In de tweede plaats is het spreker opgevallen, dat voor
de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werk
manswoningen niet dezelfde beperkende bepalingen zijn ge
maakt als indertijd voor de VVoningbouwvereeniging ȟns
Belang". Spreker noemt o.a. de bepalingen, dat uitgaven van
ƒ100.betreffende het onderhoud niet mogen worden gedaan
dan met voorkennis van Burgemeester en Wethouders, en
dat een opzichter, noodig bij den bouw der woningen, niet
mag worden benoemd dan op voordracht van Burgemeester
en Wethouders. Is het een bewijs, dat Burgemeester en
Wethouders ten deze hun standpunt hebben gewijzigd, dan
zal spreker daarvan dankbaar nota nemen, maar in elk geval
zou hij gaarne vernemen wat de oorzaak daarvan is.
In de derde plaats moet spreker zich tegen het voorstel
van den heer Kooistra verklaren. Was geen enkele vereeniging
of corporatie te Leiden bereid de woningen te exploiteeren,
dan zou het op den weg der gemeente liggen dat te doen,
maar nu de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van
Werkmanswoningen die taak op zich wil nemen, waarvoor
spreker zijn waardeering wil uitspreken, moet de gemeente
dat pad niet gaan bewandelen. Het is een belangrijk maat
schappelijk werk om de vroegere krotbewoners in die nieuwe
woningen te huisvesten en hun te leeren die woningen, die
aan redelijke eischen voldoen, te bewonen.
Naar aanleiding van hetgeen de heer Kooistra over de
medezeggenschap der bewoners heeft gezegd wil spreker
opmerken, dat men moet beginnen met die menschen in die
richting op te voeden, dat zij in staat zijn een eenigszins
betere woning te bewonen, en dat er daarna misschien aanlei
ding is hun eenige medezeggenschap toe te kennen in ver
schillende zaken, die op de exploitatie betrekking hebben.
In de vierde plaats heeft spreker er met eenige bevreemding
kennis van genomen, dat in dit praeadvies tegelijkertijd wordt
medegedeeld, dat niet wordt ingewilligd het verzoek van de
Woningbouwvereeniging «Eensgezindheid" om de beschikking
te mogen krijgen over terreinen, liggende aan de Waardstraat,
de Munnikenstraat en de Oosterstraat. Dat heelt spreker eenigs
zins bevreemd, omdat die afwijzing cnder meer hiermede
wordt gemotiveerd
«wijl het in verband met de uitkomsten van de woning
telling uitermate onzeker is, of zij nog te eeniger tijd voor
woningbouw met overheidssteun in aanmerking zal komen."
Waar de Raad zich nog niet over het rapport betreffende
de woningtelling heeft uitgesproken, vindt spreker het vreemd,
dat Burgemeester en Wethouders dat rapport als grondslag
nemen voor de stelling, dat wellicht geen woningen met
overheidssteun meer zullen worden gebouwd. Waar het ver
zoek van «de Eendracht" is aangehouden met het oog op de
komende woningtelling, vraagt spreker, of het niet mogelijk
is de beslissing op het verzoek van «Eensgezindheid" even
eens op te schorten, totdat genoemd rapport door den Raad
is behandeld en vastgesteld.
De heer Wjlmer wil in herinnering brengen wat het doel
is geweest met het in het leven roepen van de Stichting
voor gemeentewoningen.
Het eerste motief was, om woningen te bouwen van een