MAANDAG 21 FEBRUARI 1927. 19 Het zou spreker zeer spijten, indien de Raad deze gelegen heid niet te baat nam om een mooi doel te bereiken voor betrekkelijk weinig geld. De heer Groeneveld zou bijna onderstellen, dat de heer Mulder in den nacht naar dien muur was wezen kijken, omdat deze spreekt van »voegen", terwijl de muur is gepleisterd en gesaust. Aan de voegen is dus niet veel te herstellen. Ia tegenstelling met den heer Mulder is spreker van oordeel, dat het gevaar voor omvallen van dien muur groot is en de bouwpolitie wel eens toezicht mag houden. Het doel van den heer Spendel is om het verkeer van de Haarlemmerstraat af te leiden langs den Stillen Rijn, maar dat zal niet mogelijk zijn. Voerlieden hebben de gewoonte om den kortsten weg te nemen en men kan hen niet dwingen om den Stillen Rijn op te gaan; men zou ben daartoe niet eens door middel van een strafverordening kunnen nopen Volgens den heer Huurman heeft de Raad met den prijs niets te maken; de vraag is slechts: is het een nuttige zaak'? en als het dat is, dan moet men daarvoor eiken prijs geven. Spreker acht deze redeneering onjuist. De Raad heeft wel met den prijs te maken. Het is in het geheel niet noodig, dat daar een schuine hoek gemaakt wordt, vooral niet tegen dien prijs. Wil men er wat meer ruimte maken, dan kan dat gebeuren voor veel minder geld. Het is buitensporig om voor dit hoekje uit te geven 80.per M2 en met de bijkomende kosten niet minder dan 153. Late men wachten totdat het muurtje vanzelf omvalt; dan komt het vanzelf in orde. De heer van der Reijden kan zich geheel vereenigen met het betoog van den heer Groeneveld. Spreker moet zelf veel met de auto dien hoek omrijden; vroeger, toen de Stille Rijn nog van beide zijden mocht bereden worden, was dat gevaarlijk, maar bij rijverbod van één zijde niet meer en spreker moet dit dan ook als een volkomen overbodige uitgaat beschouwen. Met 20 tegen 12 stemmen wordt het voorstel van Burge meester en Wethouders verworpen. Tegen stemmen: de heeren van Hamel, van der Reijden, Wilbrink, van Stralen, Sijtsma, van Rosmalen, Baart, Groene veld, Knuttel, Kooistra, van Eek, Verweij, Eerdmans, Deumer, mevrouw Dietrichde Rooy, de heeren van Tol, Dubbeldeman, Eikerbout, Schüller en mevrouw van ltallie—van Embden. Vóór stemmen: de heeren Reimeringer, Sanders, Splinter, Wilmer, Bergers, Huurman, Schoneveld, Heemskerk, Spendel, Coster, Mulder en Meijnen. XIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de verbreeding van de Morschpoortbrug en de verbetering van den toegang tot die brug met bijkomende werken. (Zie Ing. St. No. 31.) De heer Groeneveld is door dit voorstel niet bevredigd. Spreker erkent, dat het veel gemakkelijker is om critiek op dit voorstel uit te oefenen dan daarvoor in de plaats iets beters te geven; maar dit voorstel lijkt spreker geheel onbe vredigend. Hij zou gaarne dat typische ophaalbrugje bij de Morschpoort behouden, maar hij vreest, dat het in het belang van het verkeer op den duur zal moeten verdwijnen. De voorgestelde oplossing lijkt hem onvoldoende. Als men het rijpad met 1| M. verbreedt en er een schuinen vleugel aan maakt, zoodat achter de poort om gereden kan worden, dan krijgt men een leelijke brug. Een breeder brug van zwaarder constructie met een moderne bovengrondsche balans zou moeilijk te maken zijn, omdat die den omtrek zou ontsieren, maar het voorgestelde is in elk geval niet af. Volgens Burgemeester en Wethouders zal de toekomstige brug te vergelijken zijn met de Kraaierbrug en de Pauwbrug, maar naar de overtuiging van iederen Leidenaar zijn dat voorbeelden, hoe in den tegenwoordigen tijd een brug niet moet worden gemaakt, omdat die bruggen aileen geschikt zijn voor enkel verkeer. Maakt men de Morsch poortbrug 4| M. breed, dan wordt de toestand daar nog ge vaarlijker. Die brug is thans geschikt voor enkel verkeer en dan blijft er plaats over voor voetgangers, maar wordt de breedte op 4| M. gebracht, dan is het mogelijk, dat 2 niet al te breede voertuigen elkander op de brug passeeren, doch dan is er geen ruimte meer over voor voetgangers, zoodat dezen gevaar loopen dood gedrukt te worden. Volgens het plan worden geen trottoirs aangebracht, omdat het rijpad dan weer te smal wordt. Burgemeester en Wethouders onderschatten blijkbaar de drukte van het verkeer op den Morschweg. Spreker herinnert er aan, hoe indertijd, toen de brug eenige weken buiten gebruik gesteld en een overhaal was gemaakt voor het personenvervoer, het zoo druk was, dat kinderen en fietsrijders van dien over haal geen gebruik mochten maken en aan eiken kant een politie-agent moest staan om de mehschen, die met den overhaal mee moesten, in groepen toe te laten. Op de agenda van deze vergadering staat een voorstel om daar in de buurt nog 174 woningen te bouwen; dan zal het verkeer er nog drukker worden. Men zal dus toch een geheel onvoldoende brug volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders krijgen. Het zal zeer moeilijk gaan om daar een moderne ijzeren brug te maken; dat zou ook niet mooi zijn. Spreker heeft echter vernomen, dat de Nederlandsche Spoorwegen voornemens zijn om het vrachtvervoer geheel te verplaatsen naar het station Heerensingel. Gebeurt dit, dan zal de brug, die thans toegang geeft tot de spoorweghaven, niet meer beweegbaar behoeven te zijn; dan zal er zeer goed een vaste brug kunnen komen zonder bovengrondsche balans, en dergelijke brug zal niet storend zijn in het stadsbeeld. Spreker zou gaarne zien, dat Burgemeester en Wethouders eens nagingen, hoe het met die plannen staat. In elk geval wenscht spreker, dat dit voorstel van de agenda afgevoerd wordt, opdat de zaak nog eens door Gemeentewerken bekeken kan worden. Er moet iets afdoende komen en niet iets, wat men over 5 jaren toch weder zou moeten afbreken. De heer Splinter had gedacht, dat dit voorstel met beide handen zou zijn aangegrepen, maar men kan nooit iets doen of er is iets op aan te merken. Wat is de oorzaak geweest, dat Burgemeester en Wethouders met dit plan komen? De brug moet hersteld worden; de stijlen zijn slecht en evenzoo de balans. Als men dus wil wachten met voorziening totdat volgens den heer Groeneveld het vracht vervoer der spoorwegen naar het station Heerensingel verplaatst zal zijn, dan loopt men gevaar, dat onderwijl de balans breekt en er ongelukken gebeuren. De breedte van de brug is thans 2.97 M.; die zal nu worden 4.50 M. over een lengte van slechts 5 M.; bovendien zal er aan de zijde van de stad eeri vleugel aangebouwd worden om tevens het rij verkeer ter plaatse te verbeteren. De heer Groeneveld wijst er nog op, dat er geen trottoirs ontworpen zijn op de brug en dat dit voor de voetgangers dus zeer gevaarlijk zal zijn; dat is alsnog te doen; men houdt dan over een breedte van 3 M. voor het rij verkeer. Terecht zegt de heer Groeneveld, dat men er niet een moderne brug kan maken, dat is in die omgeving eenmaal uitgesloten. Waar dus de brug gerepareerd moet worden, wordt van die gelegenheid gebruik gemaakt om haar zooveel mogelijk te verbreedendaarom geeft spreker den Raad in overweging, om, gezien het luttele bedrag van 6700.waaronder nog begrepen het verbeteren van den rijweg om de Morschpoort, het voorstel aan te nemen. Gebeurt dat niet, dan komt er voor- loopig van verbetering niets. De heer Huurman kan zich ook niet met de door Burge meester en Wethouders voorgestelde oplossing vereenigen. Hij is het met den heer Groeneveld eens, dat men een brug zal krijgen als de Kraaierbrug en de brug aan de Rijnstraat, waar de toestand thans nog gevaarlijker is dan toen die bruggen twee klappen hadden. Het verkeer op den Morschweg is de laatste jaren zeer toegenomen en zal nog meer toenemen, ais er achter de school aan de Paul Krugerstraat nieuwe woningen zullen worden gebouwd. Het voorgestelde zal dan ook slechts een halve verbetering brengen. De kosten zullen weliswaar slechts 7000.— bedragen, maar het werk zal, als het klaar is, blijken niet te voldoen aan de verwachtingen, welke men ervan heelt. De toestand zal iets verbeteren, maar juist door de geringe verbreeding zal door voertuigen het gevaar voor voetgangers worden vergroot. Als bij een breedte van 4£ M. twee rijtuigen tegelijk de brug passeeren, zal een voetganger, die zich op de brug bevindt, zeker worden aangereden. Spreker geeft in overweging, teneinde Burgemeester en Wethouders een échec te besparen, dit voorstel voorloopig van de agenda af te voeren en het College te verzoeken de zaak nader onder de oogen te zien. De heer Mulder noemt het met den heer Splinter onbe grijpelijk, dat tegen dit voorstel wordt geageerd. Geen van de heeren, noch de heer Groeneveld, noch de meer deskundige heer Huurman, heeft een bevredigende oplossing aan de hand gedaan. De heer Huurman voegt spreker toe zulk een oplossing niet in drie dagen uit zijn mouw te kunnen schudden, maar spreker doet opmerken, dat de zaak al enkele jaren hangende is en iedereen weet, hoe op dit bekende punt van de stad de toestand steeds gevaarlijker wordt. Een vaste brug zou het eigenaardig aspect bij de oude Morschpoort geheel wegnemen en een definitieve oplossing, gepaard gaande met het wegbreken van de Morschpoort, zou,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 5