12 N°. 34. Leiden, 9 Februari 1.927. Bij besluit van 30 Augustus 1926 (Ingek. Stukken N°. 165) wijzigde Uwe Vergadering de samenstelling van bet Bureau van Gemeentewerken in dien zin, dat in plaats van één voortaan twee opzichters, hoofdzakelijk voor de bestra tingen, aan dat bureau zouden zijn verbonden. De nieuwe titularis zou o.m. leiding moeten geven aan een reorganisatie van de straatmakerij. Ter uitvoering van dit besluit openden wij een sollicitatie voor deze functie in den hoogsten opzichtersrang, n.l. dien van technisch ambtenaar le klasse. Het is evenwel niet mogelijk gebleken op grond van de ingekomen sollicitaties tot de vaststelling van een voordracht voor de benoeming aan Uwe Vergadering te geraken. Wel bevond zich onder de sollicitanten een enkele, die geheel voldeed aan de eischen, gelijk deze bij de instelling van de functie zijn gedacht, doch deze was alleen bereid een benoe ming te aanvaarden, indien daaraan het uitzicht op een latere bevordering tot een hoogeren rang was verbonden, welk vooruitzicht op de basis van de tegenwoordige organi satie van het bureau van Gemeentewerken niet kon worden geopend. De overige sollicitanten voldeden niet aan de ge stelde eischen. In overeenstemming met de Oommissie van Fabricage meenen wij, dat hieruit de conclusie moet worden getrokken, dat het voor de verwezenlijking van de gedachte, welke aan Uw bovengenoemd besluit van 30 Augustus 1926 ten grondslag lag, noodzakelijk is, een dieper ingrijpende wijziging in de organisatie van het bureau van gemeentewerken te brengen, en dit wel in dier voege, dat de dienst der be stratingen onttrokken wordt aan de bemoeiingen van den hoofdopzichter, onder wien zij thans, onder directe leiding van een opzichter, ressorteert, en de aan het hoofd van dien dienst te stellen nieuwe functionaris rechtstreeks onder de Directie te werk wordt gesteld. Voorts zou de verordening de vrijheid moeten laten zijn rang op dien van opzichter, dan wel op dien van hoofdopzichter te bepalen. Aldus zal de nieuwe functionaris èn hiërarchisch èn financieel een zoodanige positie en zoodanige vooruitzichten verkrijgen, dat verwacht mag worden, dat geschikte krachten naar deze betrekking zullen solliciteeren. De onafhankelijkheid van den nieuwen functionaris van den hoofdopzichter wordt in de verordening door de mogelijkheid, dat hij eveneens den hoofdopzichtersrang bekleedt, tot uitdrukking gebracht. In verband hiermee ware de aanduiding van de functie „hoofd opzichter" in de verordening te wijzigen in „hoofdopzichter in algemeenen dienst." Vereenigt Uwe Vergadering zich met dit voorstel, dan is het ons voornemen een nieuwe sollicitatie uit te schrijven in den rang van opzichter, technisch ambtenaar le klasse, doch met opening van het vooruitzicht, dat bij bijzondere geschiktheid een latere bevordering tot hoofdopzichter niet uitgesloten is. Ten slotte meenen wij U te moeten voorstellen, zonder daarbij ook maar eenigszins te prejudicieeren met betrekking tot den tegenwoordigen titularis, vati deze gelegenheid ge bruik te maken, om een soortgelijke verandering in de orga nisatie te brengen met betrekking tot den dienst der plantsoenen. Ook de aard en het belang van dezen dienst doen een zoodanige positie in de algemeene organisatie van het bureau gewenscht toeschijnen. Wij geven Uwe Vergadering derhalve, in overeenstemming met de Commissie van Fabricage, in overweging de volgende verordening vast te stellen V E K O R I> E N I N (1, houdende wijziging van de Verordening van 14 November 1918 (Gem. Blad No. 43), regelende de samenstelling van de bureaux van Gemecnteioerlcen, van den Gemeentelijken Beinigings- en Ontsmettingsdienst en van het Bouw en Woningtoezicht, laatstelijk gewijzigd bij Ver ordening van 30 Augustus 1926 (Gem. Blad No. 13). Artikel 1 van bovengenoemde verordening wordt gelezen alS„Aan het bureau van Gemeentewerken zijn verbonden de navolgende vaste ambtenaren: een Directeur, een Adjunct-Directeur, een Bouwkundig Hoofdambtenaar, een Hoofdopzichter in algemeenen dienst, een Hoofdopzichter of opzichter voor de plantsoenen, twee Opzichters voor de bestratingen, waarvan eén liootd- opzichter kan zijn, een Opzichter in algemeenen dienst, een Opzichter, hoofdzakelijk voor de gemeentegebouwen, een Opzichter, hoofdzakelijk voor bruggen, waterwerken en wegen, een Boekhouder, een Administratief ambtenaar, een Bewaarder der Stadstimmerwerf. Bovendien zijn aan het bureau verbonden technische ambtenaren in den rang van adjunct-technisch ambtenaar tot en met technisch-ambtenaar le klasse, en administratief personeel in den rang van hulpklerk tot en met klerk le klasse, al naar de behoefte." Aan Men Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 35. Leiden, 9 Februari 1927. Zooals ons College Uwe Vergadering reeds meermalen mededeelde laatstelijk nog in de Memorie van Antwoord op het Sec tie verslag der begrooting 1927 was het ons voornemen een voorstel in te dienen inzake den bouw van 174 woningen op een terrein benoorden den Morschweg, nabij de Paul Krugerstraat, door de Vereeniging tot Bevor dering van den Bouw van Werkmanswoningen, die de speciale bestemming zouden hebben de ontruiming van de z.g. krotten mogelijk te maken. De voorbereiding van dit plan is thans zoover gevorderd, dat met de Rijksautoriteiren overeenstemming is verkregen, terwijl ook reeds de officieele beschikking tot toekenning- van voorschot en bijdrage uit 's lands kas is ontvangen, zoodat aan de indiening van het plan bij Uwe Vergadering niets meer in den weg staat. Voor verdere bijzonderheden verwijzende naar de in de Leeskamer ter visie liggende teekeningen en andere be scheiden, volstaan wij, wat het meer technische gedeelte betreft, met de volgende korte aanteekeningen. Het plan omvat in de eerste plaats den bouw van een complex van 30 eengezinswoningen om een binnenhof, dat tegelijk als kinderspeelplaats is bedoeld, met een grooten zandbak in het midden, om welken bak een eenvoudige rand van groen. Deze, zich rondom het binnenhof bevin dende, huizen, die toegankelijk zijn door overbouwde poorten in den buitenrand, bevatten beneden woonkamer-keuken, spoeiplaats, slaapkamer en boven een zolder met afschei dingen voor slaapgelegenheid van meisjes en jongens. De buitenrand bestaat uit 42 benedenwoningen, die oen woonkamer-keuken, spoeiplaats en slaapkamer hebben, en 44 bovenwoningen, bevattende een woonkamer-keuken, spoei plaats, balcon met kolenkist, twee slaapvertrekken en een zolder met naar de sexe gescheiden slaapgelegenheden. Van de overige woningen komen 18 beneden- en 18 bovenwoningen aan de Joubertstraat, Lop.-enstraat en President Steynstraat en 11 beneden- en 11 bovenwoningen aan de Lopsenstraat President Steynstraat te staan. De indeeling daarvan is gelijk aan de beneden- en bovenwoningen in den buitenrand. Alle huizen worden voorts voorzien van een closetinrichting en van kasten. Wat de financieele zijde aangaat, zij opgemerkt, dat een' grond voorschot wordt vereischt van ten hoogste ƒ75.600. en een bouwvoorschot van ten hoogste 395.375.(resp. ƒ435.en ƒ2275.per woning), welke voorschotten door het Rijk werden toegekend tegen een rente van 5% per jaar. Voor de exploitatie van dit plan stelt het Rijk, met het oog op de bijzondere bestemming der woningen, een bijdrage tot een maximum van 25.per jaar en per woning in' uitzicht, onder de gebruikelijke voorwaarde, dat ook de gemeente een bijdrage tot dat bedrag verleent. Rekenende derhalve op een jaarlijksche maximum-bijdrage van 50.— per woning, wordt het mogelijk den gemiddelden huurprijs te stellen op 3.30 per week. Overigens zij te dezer zake verwezen naar de hieronder afgedrukte .begrooting van stichtings- en exploitatiekosten. Het bouwterrein, dat, gelijk reeds werd opgemerkt, ge legen is benoorden den Morschweg, nabij de Paul Krugerstraat, werd bij Uw besluit rrnn 22 Februari 1926 aangekocht voor ƒ23.764.d. i. ƒ2.per M2., voor welken prijs de grond ook aan de vereeniging kan worden afgestaan. Aangezien echter, zooals U bekend is, alleen het eigenlijke bouwterrein (groot 7500 M2.) in eigendom wordt overgedragen en niet de voor straat bestemde grond, moet de verkoopprijs worden gesteld op 3.17 per M2. Door de aanwijzing van dit terrein wordt tevens tegemoet gekomen aan het in Uwe zitting van 25 Januari 1926 om praeadvies in onze handen gestelde adres van de vereeniging „Eensgezindheid" om de woningen niet te stichten op de perceelen aan de Munnikenstraat, in de nabijheid van hare EENIG ARTIKEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 4