194 WOENSDAG 1 DECEMBER 1926. ultimatum op zeer korten termijn gesteld, maar men moet niet vergeten, dat de H. T. M. een gemengd bedrijf is ge worden en dat zij dus de beloften van de vorige maatschappij feitelijk niet gestand behoeft te doen. De H.T. M. was het echter met Leiden eens, dat dit niet meer dan billijk zou zijn. Men vraagt, welke datum in dit ultimatum genoemd is. Zoo iets kan niet op een dag bepaald worden. In elk geval is het op zeer korten termijn. De Voorzitter wijst er op, dat eenige vertraging ontstaan is,doordat de H. T. M. intusschen een gemengd bedrijf geworden is, ten gevolge waarvan ook het bestuur wijziging heeft ondergaan. Het gemeentebestuur heeft 14 dagen geleden bericht ge kregen, dat men nog geen beslissing kon nemen, en nu heeft het gezegd: thans moet ge besluiten. Het is hier als met den Rijnsburgerweg: als de gemeente eenmaal begint, dan moet zij bijna alles zelf betalen. De heer Mulder deelt mede, dat er omtrent het nieuwe politiebureau een uitvoerig rapport zal komende zaak is echter nog in voorbereiding. Verder wenschte de heer Wilbrink te weten, of nu alles wat de centrale rioleering betreft in orde is. Spreker kan antwoorden, dat de noodige overeenstemming is verkregen met de betrokken polderbesturen, met de Nederlandsche Spoorwegen en met Rijnland, wat de loozing betreft. Wat betreft het aannemen van los personeel door den heer Verhoog, waarover de heer Baart gesproken heeft, kan spreker zich aansluiten bij het betoog van den heer Sanders. De heer Verhoog zal niet den moed hebben om op eigen houtje iemand aan te nemen in strijd met de bestaande loonregeling. De heeren Dubbeldeman en Schoneveld hebben ook de instelling van een woningbeurs ter sprake gebracht. Daarop zal vanzelf teruggekomen worden, als het resultaat der woning telling bestudeerd is. Overigens meent de heer Schoneveld, dat de controle op de woningbouwvereenigingen soms wel eens wat al te kras is. Spreker kan dit niet geheel ontkennen, maar de omstandig heden hebben er toe geleid. Men weet nu eenmaal, de goeden moeten wel eens met de kwaden lijden. Intusschen is tusschen gemeentebestuur en woningbouwvereenigingen tot dusver altijd overeenstemming verkregen. De heer Witmans acht het verkeerd om de woningreserve op li a 2% te stellen; die zou hooger moeten zijn. Spreker meent, dat dit later kan besproken worden, als de woning telling aan de orde komt. De heer Schüller heeft den wensch uitgesproken, dat de Lindenstraat zou doorgetrokken worden. Daarvoor gevoelen Burgemeester en Wethouders ook zeer veel, maar alles kan niet in eens gebeuren. Er is nu een weg geprojecteerd even wijdig aan de tramlijn tusschen den Zoeterwoudschen Singel en de Koninginnelaan. Als deze straat wordt aangelegd, komt er vanzelf een betere verbinding van Tuiristadwijk met de binnenstad. Dit is geen plan, dat in de lucht hangt, maar daar worden al druk onderhandelingen over gevoerd met een particulier, die daar wil gaan bouwen. Het is dus de bedoeling om te zijner tijd daarvoor grond van de gemeente te verkoopen, terwijl de gemeente dan daar die straat zal aanleggen. De Voorzitter zegt, dat men dan dus twee groote verbindings- wegert met de stad krijgt, de Heerenstraat en de door den heer Mulder genoemde straat. De heer Mulder zegt, in verband met de opmerking van den heer Schüller, dat er nog zooveel veldkeien liggen, die niet worden vervangen, dat op deze begrooting weer een belangrijke post voor bestrating en materiaal voorkomt. Spreker moet ontkennen, dat de veldkeien niet worden op geruimd; verleden week zijn nog 50.000 oude veldkeien aan Warmond verkocht, welke gemeente er om gevraagd had. Bij de hulpwerf liggen er nog duizenden. Spreker sluit zich bij het gesprokene door den heer Huurman aan met betrekking tot het gebruik van uit het water opge- vischte steenen. Wat de asfalteering betreft, spreker is het met den heer Schüller eens, dat het jammer is, dat het gedeelte van het Noordeinde bij de Breestraat in zulk een slechten toestand verkeert, maar dat stuk is nog niet geheel klaar. De maat schappij beeft de deklaag bij nat weer er op gebracht; dat is mislukt en nu zal het in het voorjaar nog eens overgedaan worden. Men mag blij zijn, dat de proef genomen is; men zal nu kunnen beoordeelen welk soort asfalteering voor Leiden het beste is. Spreker sluit zich voor wat de Havenbrug betreft bij den heer Huurman aan, doch wil er alleen nog aan toevoegen, dat de gemeente met de vernieuwing zal beginnen, zoodra zij met de Tramwegmaatschappij tot overeenstemming is gekomen; het maakt ten aanzien van de kosten een groot verschil, of de brug voor een tram moet worden geconstrueerd of niet; alleen ten behoeve van de Trammaatschappij gaat Leiden geen duizenden onnoodig uitgeven. De heer Schüller vraagt, waarom de Boisotkade bestraat is, daar de verharding toch in een behoorlijken toestand ver keerde. De heer Mulder zegt, dat het op aanvrage gebeurd is. Deze zaak was al meermalen in Fabricage aan de orde geweest en steeds uitgesteld, totdat er een dag kwam, dat de toestand zoo was, dat er in voorzien moest worden. De heer Sijtsma wil de brandweer bij de politie voegen. Spreker sluit zich aan bij de afdoende bestrijding daarvan door den Voorzitter en den heer Huurman. Het heeft spreker getroffen, dat de heeren, tegen wie de rede van den heer Spendel gisteravond gericht was, zich op een beslist onbehoorlijke manier hebben geuit. Het kan zijn, dat zij geprikkeld waren, maar dan hadden zij zich een beetje moeten bedwingen. Spreker acht het met den heer Sanders jammer, dat de heer Spendel geen bewijzen voor zijn stelling heelt aangevoerd, maar het hindert spreker ook, wanneer zaken worden ontkend, die onomstootelijk waar zijn. Dat de heer van Eek zegt, dat de christelijke arbeiders gerust bij zijn partij kunnen komen, is een lokaas en onjuist. In den Nieuwjaarwensch van »het Volk" van 1908 niemand zal durven beweren, dat de S. D. A. P. in dit opzicht ver anderd is staat b.v.»leeft allen lang en gelukkig, maar niet tevreden". Bebel zeide dan ook eerlijk, dat het er niet om ging, of men iets bereikte, als men maar eischen stelde, die geen andere partij kon uitdenken. Op den partijdag te Halle werd gezegd: »Wij weten wel beter dan dat godsdienst privaatzaak zou zijn, maar die leuze heeft goede diensten bewezen. Wij moeten de school tegen de kerk opzetten en de schoolmeesters tegen de papen". Er werd gezegdde wetenschap gaat tegen den godsdienst. Loopuit zeide openlijk: socialisme en godsdienstloosheid zijn niet twee, maar één. De heer Reimerjnger zegt, dat de kwestie van de mede zeggenschap reeds vele jaren hier is behandeld, waarbij wel gebleken is, dat de Raad de medezeggenschap in den vorm, dien de heer van Eek wil, niet wenscht. Spreker doet voor niemand onder in appreciatie voor den arbeid; iedere eerlijke arbeid verdient waardeering, maar ten slotte komt het, wanneer men in een commissie aan het personeel mede zeggenschap wil geven, aan op het bezit van de daartoe noodige kundigheid. Nu meene men niet, dat spreker het in het algemeen verkeerd zou vinden, dat men eenige medezeggenschap zou geven aan het personeel. Het is natuurlijk in beginsel goed, dat een directeur over onderdeelen overleg pleegt met zijn ambtenaren en werklieden, en dien weg is men hier al eenigszir.s opgegaan. In de dienstcommissie namelijk kan een directeur met zijn personeel over allerlei zaken spreken, maar gansch iets anders is het om bepaalde personen aan te wijzen om zitting te nemen in een Raadscommissie. De Raadscom- missiën kunnen geheel zelfstandig, ook zonder den Directeur, vergaderenmaar zij kunnen, wanneer zij dat noodig oor- deelen, ook andere ambtenaren en werklieden in de vergade ring raadplegen. Dergelijke regeling is veel beter dan dat bepaalde personen worden aangewezen, die steeds de vergaderingen .zouden moeten bijwonen. De heer Baart heeft gesproken over de aanstelling van losse arbeiders in vasten dienst. Voor zoover het betieft los personeel bij de Lichtfabrieken of Gemeentewerken kan spreker er niet over oordeelen; hij kan alleen oordeelen over zijn eigen afdeeling. WTanneer bij den Havendiensteen brugwachter in dienst wordt genomen en hij is een jaar in dienst, dan krijgt spreker een rapport over zijn geschiktheid; wanneer de man geschikt wordt geacht, dan wordt hij vast aan gesteld. Wat de instelling van een arbeidsreserve betreft, waar deze zaak in het Georganiseerd Overleg aanhangig is, gaat het niet aan om haar thans rauwelijks in den Raad te brengen. De heer Baart zal weten, dat, toen het Werkliedenreglement in grove trekken gereed was, een adres is ingekomen, om over te gaan tot instelling van een arbeidsreserve. Spreker achtte het juister, en dat is nog zijn meening, om deze kwestie bij de herziening van het reglement te behandelen. De heer Baart heeft echter een motie ingediend, welke is aangenomen, om eerst de arbeidsreserve te behandelen, maar dan moet de andere zaak toch wachten. De arbeidsreserve is in Augustus in het Georganiseerd Overleg behandeld en omdat men nog meer inlichtingen verlangde, is de verdere behandeling aangehouden. Die inlichtingen zijn thans in-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 6