153
zoek of het genegen was den grond tegen een jaarlijkschen
huurprijs van ƒ40.1te huren.
I-Iet Eijk verklaarde zich hiertoe bereid en gaat ook accoord
met de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden, w. o.
het recht van de gemeente om de huur tusschentijds met
met een termijn van drie maanden geheel of gedeeltelijk
op te zeggen zonder tot schadevergoeding verplicht te zijn.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Beheer over het Grondbedrijf geven wij Uwe Vergadering
mitsdien in overweging het perceel grond nabij het voormalig
Pesthuis, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie L no.
1350 ged (oud 1254), groot 1370 M2., voor den tijd van
één jaar, ingaande 1 Januari 1927, tegen een jaarlijkschen
huurprijs van ƒ40.te verhuren aan den Staat der Neder
landen, met bepaling, dat de huur daarna zal worden geacht
telkens voor den tijd van één jaar tegen denzelfden huur
prijs en onder dezelfde voorwaarden te zijn verlengd, indien
de huur niet drie maanden vóór het eindigen van den huur
termijn schriftelijk door een der partijen is opgezegd, zullende
de huur in elk geval eindigen op 31 December 1936 zonder
dat eenige opzegging daartoe wordt vereischt, en verder
onder de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
K° 247. Leiden, 15 November 1926.
Overeenkomstig de artikelen 1 en 6 van de tusschen de
gemeente en het Eijk gesloten huurovereenkomst dd. 8/3
September 1917, betreffende het Schuttersveld, wordt de op
31 December a.s. eindigende huur geacht weder voor 5 jaren
te zijn verlengd, indien zij niet uiterlijk 6 maanden tevoren
door een der partijen is opgezegd. (Eaaclsbesluit van 26 Juli
1917, Ingek. Stukken No. 167).
Er bestaat voor de gemeente momenteel geenerlei aanleiding
om deze verhuring te beëindigen. Aangezien het echter niet
geheel onmogelijk zou kunnen wezen, dat de gemeente om
de een of andere reden binnen de eerstvolgende vijf jaren
over het terrein geheel of gedeeltelijk moet beschikken,
kwam het ons gewenscht voor. dat de gemeente zich bij
continuatie van de huur het recht voorbehield van tusschen-
tijdsche opzegging met een termijn van b.v. zes maanden,
zonder dat zij tot schadevergoeding zou zijn verplicht.
Om formeele reden werd dan ook door ons College de
huur tegen 1 Januari 1927 aan het Eijk opgezegd, onder
mededeeling, dat wij bereid waren de verlenging van de
huur met ingang van dien datum onder de thans bestaande
voorwaarden en tegen denzelfden huurprijs te bevorderen,
mits in het nieuwe huurcontract de tusschentijdsche op
zegging werd geregeld.
Het Eijk heeft ons daarop bericht tegen een aanvulling
van het bestaande contract in dien zin geen bezwaar te
hebben.
Als gevolg van ter zake nader gepleegd overleg werd,
behoudens Uwe goedkeuring, overeengekomen den huur
termijn op 10 jaren te stellen en verder de clausule op te
nemen, dat ieder der partijen bevoegd is in den loop van
den huurtijd de huur op te zeggen, mits aan de wederpartij
daarvan ten minste zes maanden te voren schriftelijk kennis-
gevende en zonder tot eenige schadevergoeding te zijn
gehouden.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over
weging de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leiden,
Sectie L. nis. 330 ged. en 338, genaamd het Schuttersveld,
ter grootte van 5.12.16 H.A., voor den tijd van 10 jaren,
ingaande 1 Januari 1927, tegen een jaarlijkschen huurprijs
van 933.te verhuren aan den Staat der Nederlanden,
zulks onder de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 248. Leiden, 15 November 1926.
Voor de liuur van het ingevolge raadsbesluit van 9
Augustus j.l. (Ingek. Stukken No. 154) aangekochte perceel
Heerenstraat No. 48, met de daarachter gelegen voor tuin
bestemde strook grond, hebben zich eenige gegadigden aan-
gemeld, van wie naar onze meening het meest in aanmerking
komt de heer P. J. den Ambtman Jr., alhier.
Deze is bereid een huursom te betalen van 728.per
jaar, waarmede o. i. genoegen kan worden genomen. Voorts
gaat hij accoord met de aan de verhuring te verbinden ge
bruikelijke voorwaarden, waaronder het recht van de ge
meente om de huur tusschentijds met een termijn van drie
maanden op te zeggen.
Onder mededeeling, dat de niet voor tuin bestemde grond
bij de straat zal worden getrokken, geven wij Uwe Ver
gadering, in overeenstemming met het advies van de Com
missie van Fabricage, alsnu in overweging het perceel
Heerenstraat No. 48, hoek Leliestraat, met de daarachter
gelegen strook grond, op de overgelegde kaart met een
roode lijn omgeven, voor het tijdvak van 1 December 1926
tot en met 30 April 1928, tegen een huurprijs van f 728.
per jaar, te verhuren aan P. J. den Ambtman Jr., alhier,
met bepaling, dat de huur verder geacht wordt telkens
voor den tijd van één jaar tegen den zelfden huurprijs en
onder dezelfde voorwaarden te zijn verlengd, indien zij niet
drie maanden voor het eindigen van den huurtermijn
schriftelijk door een der partijen is opgezegd, zullende de
huur in elk geval eindigen op 1 Mei 1938, zonder dat eenige
opzegging daartoe wordt vereischt, en verder onder de in
de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 249. Leiden, 15 November 1926.
Onder verwijzing naar onze desbetreffende voorstellen
(Ingek. Stukken No. 268 van 1920, No. 63 van 1921, No. 404
van 1921, No. 378 van 1922, No. 346 van 1923, ïso. 296
van 1924 en No. 286 van 1925), geven wij U in overweging
te besluiten, om ook voor het jaar 1927 weer een bijslag
op de in die voorstellen bedoelde pensioenen te verleenen,
overeenkomstig de thans geldende bepalingen.
Wij stellen mitsdien voor over te gaan tot vaststelling
van de volgende verordening:
V E RORDENIN G,
tot wijziging van de verordening van 2 Augustus 1920 (Gem.
blad No. 35), laatstelijk gewijzigd bij verordening van 14
December 1925 (Gem.blad No. 30), betreffende het ver
leenen van een bijslag op de pensioenen aan Ge
meente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen
toegekend, krachtens de verordening 'regelende
het verleenen van pensioen en wachtgeld aan
gemeente-ambtenaren en de verordening
regelende het verleenen van pensioen aan
weduwen en kinderen van Gemeente
ambtenaren, zooals deze luiden na de
wijziging van 26 Maart 1914.
Eenig Artikel.
In artikel 6 van bovengenoemde verordening worden de
woorden „1 Januari 1927" vervangen door de woorden
„1 Januari 1928".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 250, Leiden, 15 November 1926.
De heeren H. E. F. Bik en J. H. J. Bik hebben ons ver
zocht te bevorderen, dat aan hen worde verkocht een ge
deelte, groot 3 M2., van het perceel aan de Groenhazen-
gracht No. 6, kad. bekend Sectie F. No. 862, aangezien dit
gedeelte blijkt te zijn ingebouwd in het onlangs door hen
aangekochte aangrenzende pand Groenhazengracht No. 8,
waardoor de voorgenomen verbouwing van laatstgenoemd
pand wordt bemoeilijkt. Verkleining van het aam de
gemeente toebehoorende perceel brengt echter, zooals uit de
in de Leeskamer ter visie liggende stukken blijkt, nood
zakelijk het maken van eenige veranderingen daarin mede.
Adressanten zijn intusschen bereid de noodige voorzieningen
op hunne kosten en ten genoegen van ons College en van
het Eijk waaraan het aan de gemeente toebehoorende
gebouw reeds jaren geleden ten gebruike werd afgestaan -
b In verband met de verbreeding van de omringende polderslooten behoort
de huurprijs verminderd te worden tot 40.por jaar.