GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
133
OGEKOME3I iTVKKEN.
N°. 205. Leiden, 21 September 1926.
Zooals U bekend is, werd in de laatste jaren, laatstelijk
in Uwe Vergadering van 28 September 1925 (Ingek. Stukken
No. 233) besloten, om aan werklooze hoofden van gezinnen
en kostwinners die naar het oordeel van het Burgerlijk
Armbestuur of den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken
daarvoor in aanmerking kwamen, gedurende het winter
seizoen een reductie te verleenen van 50 op den prijs,
waarvoor door de Gasfabriek cokes aan particulieren werd
geleverd en als regel 1 H.L. per week.
In het afgeloopen winterseizoen zijn gedurende 22 weken,
van Zaterdag 31 October 1925 t/m Maandag 29 Maart 1926,
wekelijks bons, rechtgevende op 1/a H.L. cokes of op 1 H.L.
parel cokes, in het laatste geval met bijbetaling van 25 ceot
(het toenmalige verschil tusschen den prijs van 1 H.L. parel
cokes en 1l2 H.L. cokes), door den Gemeentelijken Dienst
voor Sociale Zaken en het Burgerlijk Armbestuur aan be
doelde categoriëen van werkloozen uitgereikt en wel door
eerstgenoemden dienst 5681 bons en door het Burgerlijk
Armbestuur 11654 bons.
De kosten, die op ongeveer 10.000.waren geraamd,
bedroegen voor den Gemeentelijken Dienst voor Sociale
Zaken 2.556.45 en voor het Burgerlijk Armbestuur
5243.90, dus in totaal 7800.35.
Ook dit jaar zouden wij U willen voorstellen in denzelf
den geest brandstoffen te doen verstrekken. Wij achten echter
geen termen aanwezig om, zooals in het hierachter afgedrukt
verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond wordt gevraagd,
het tijdvak, gedurende hetwelk de bons worden uitgegeven, met
een maand te verlengen maand eerder aanvangen en ten
minste een maand later eindigen noch de hoeveelheid
cokes wekelijks met 100 te vermeerderen. De bedoeling
van Uwe Vergadering toch is nimmer geweest, de werk
loozen vanaf het najaar tot het voorjaar gratis brandstoffen
te verstrekken, doch slechts om hen in die aanschaffing in
het barre jaargetijde tegemoet te komen.
Gedurende een viertal jaren heeft Uwe Vergadering de
verstrekking, zooals die tot nog toe heeft plaats gehad,
voldoende geoordeeld. De oeconomische toestand is sinds
het vorige jaar niet noemenswaard veranderd, en wij kunnen
daarom niet inzien, waarom thans zou moeten worden
besloten tot vergrooting van de hoeveelheid te verstrekken
brandstof of tot verlenging van het tijdvak, gedurende
hetwelk die verstrekking zal plaats hebben. Evenals tot nog
toe zouden wij dus wekelijks een bon willen doen uitreiken
voor een 1/i H.L. cokes, op welke bon de werkloozen door
bijpassing van het verschil in prijs tusschen 1 H.L. parel
cokes en 1i2 H.L. cokes, welk verschil momenteel 30 cent
bedraagt, ook 1 H.L. parelcokes in ontvangst kunnen nemen.
Tot recht verstand der zaak zij hierbij nog opgemerkt, dat
ook aan werkloozen, die, aangezien zij b.v. gedurende eenige
dagen per week werken, slechts een kleine uitkeering ont
vangen, toch een cokesbon pleegt te worden verstrekt.
Op grond van een en ander zijn wij van oordeel, dat,
evenals vorige jaren, weder gedurende ten hoogste 22 weken
deze bijzondere steun moet worden verstrekt en wel van
Zaterdag 30 October 1926 tot en met Maandag 28 Maart
1927. De kosten zullen met het oog op de stijging van de
cokesprijzen eenigszins hooger zijn dan het vorige jaar, zoo
dat vermoedelijk een bedrag van 10.000 in totaal noodig
zal zijn.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten aan de
werklooze hoofden van gezinnen en kostwinners, die, naar
het oordeel van het Burgerlijk Armbestuur of den Gemeen
telijken Dienst voor Sociale Zaken, daarvoor in aanmerking
komen, van gemeentewege een reductie van 50% op den
prijs, tegen welken door de Lichtfabrieken cokes aan parti
culieren wordt geleverd, te verstrekken, een en ander over
het tijdvak 30 October 1926 tot en met 28 Maart 1927 in
den geest, als in den vorigen winter heeft plaats gehad, en
het adres van den Leidschen Bestuurdersbond hiermede als
afgedaan te beschouwen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Baad der gemeente Leiden.
Geeft beleefd te kennen de Leidsche Bestuurdersbond,
kantoor houdende Heerengracht 34 alhier;
dat naar het zich laat aanzien de werkloosheid, die thans
reeds een beduidenden omvang heeft, in de a.s. winterperiode
nog belangrijk zal toenemen;
dat, waar de ondersteuningen, welke aan de door werk
loosheid getroffen gezinnen worden verstrekt, reeds ontoe
reikend zijn om in de meest noodzakelijke behoeften te
kunnen voorzien, zij zeker onvoldoende zijn om de uitgaven,
welke de wintertijd noodwendig vordert, te kunnen bekostigen
dat met name de aanschaffing van brandstoffen voor de
gezinnen der werkloozen vrijwel onmogelijk zal zijn, of wel
gepaard zou gaan met nog meerdere bekrimping op het
dagelijksch onderhoud van het gezin;
dat er daarom naar de meening van adressant alle aan
leiding bestaat om ook dezen winter door maatregelen van
gemeentewege de gezinnen der werkloozen van verwarmings
middelen te voorzien;
dat de hulp, tot nog toe door de gemeente verstrekt,
hierin bestaan dat per week een half hectoliter cokes werd
verstrekt, niet als voldoende kan worden beschouwd;
dat immers bij verstrekking van een half hectoliter, de
gezinnen der werkloozen toch genoodzaakt zouden zijn van
hunne geringe ondersteuning, die op het doen dezer extra
uitgaven niet berekend is, brandstoffen bij te koopen;
dat het daarom gewenscht is aan de daarvoor in aan
merking komende gezinnen een grootere hoeveelheid te
verstrekken, zoodat de aankomende winter hen in dit op
zicht geen zorg behoeft te baren;
Bedenen waarom adressant Uwen Baad beleefd verzoekt
te willen besluiten om van gemeentewege aan werklooze
hoofden van gezinnen en kostwinners, gedurende het tijdvak
van 15 October 1926 tot 15 April 1927, of zooveel langer
als de weersgesteldheid het noodig mocht maken, gratis
brandstoffen te verstrekken tot een hoeveelheid van een
hectoliter per week.
'tWelk doende enz.,
Voor de Leidsche Bestuurdersbond
H. J. Baart, Voorzitter.
J. J. v. Stralen, Secretaris.
Leiden 4 September 1926.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.