76
aftreding van den lieer Prof. Dr. P. J. Blok, na raadpleging
van Commissarissen, het navolgende dubbeltal aan te bieden
1°. de beer Prof. Dr. P. J. BLOK,
2°. de beer B. J. J. N. TROOST.
Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden
N°. 144. Leiden, 14 Juli 1926.
Bij Uw besluit van 3 Augustus 1925 werd de tijdelijke
aanstelling van mej. W. H. Nederhoed als leerares in
Engelscbe taal en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes verlengd voor den duur van den cursus 1925/26,
terwijl de beer J. H. Wattez, leeraar in hand- en lijntee-
kenen aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus,
gedurende den cursus 1925/26 opnieuw tijdelijk werd bela3t
met bet geven van onderwijs in rechtlijnig teekenen aan
de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
Voorts werd bij betzelfde besluit de tijdelijke aanstelling
van den heer F. J. W. Mugge als amanuensis le klasse,
bij bet onderwijs in natuur- en scheikunde en natuurlijke
historie aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, ingaande
1 September 1925, voor den duur van een jaar verlengd.
Aangezien het ons met de Commissie van Toezicht op
en den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs gewenscht
voorkomt de tijdelijke aanstellingen van mej. W. H. Neder
hoed en van den heer J. H. Wattez te verlengen voor den duur
van den cursus 1926/27 en den heer P. J. W. Mugge eene
vaste aanstelling in de genoemde betrekking te verleenen,
geven wij U in overweging:
a. de tijdelijke aanstelling van mej. W. H. Nederhoed als
leerares in Bngelsche taal en letterkunde aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes, behoudens goedkeuring door den
Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, te
verlengen voor den duur van den cursus 1926/27
b. den heer J. H. Wattez, leeraar in hand- en lijntee-
kenen aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus,
gedurende den cursus 1926/27 opnieuw tijdelijk te belasten
met het geven van onderwijs in rechtlijnig teekenen aan de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes;
c. den heer F. J. W. Mugge, met ingang van 1 September
1926, aan te stellen tot amanuensis le klasse, bij het
onderwijs in de natuur- en scheikunde en de natuurlijke
historie aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 145. Leiden, 22 Juli 1926.
Tengevolge van het aan den heer J. Muilemeister ver
leend ontslag, moet worden voorzien in de vacature van
leeraar in de Staatswetenschappen aan de Hoogere Burger
school met vijfjarigen cursus en aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes.
In verband daarmede hebben wij de eer U, in overeen
stemming met het gevoelen van den betrokken Inspecteur
van- en de Commissie van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs, ter benoeming tot leeraar in de Staatsweten
schappen aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen
cursus en aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, aan
te bevelen:
1°. Dr. P. ENDT, leeraar aan het. gemeentelijk Lyceum
te Enschede;
2°, Mr. P. B. WIND, leeraar aan de gemeentelijke Handels
school te Leeuwarden;
3°. E. HAMBURGER, leeraar aan de Rijks Hoogere
Burgerschool te Zierikzee.
Onder mededeeling, dat de betrekkelijke stukken in de
Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij L tot benoeming
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
N°. 146. Leiden. 23 Juli 1926.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van den heer
Mr. E. Schotman, om ontslag uit de functie van Secretaris
van het College van Curatoren van het Gymnasium alhier,
hebben wij de eer U mede te deel en, dat tegen inwilliging
daarvan bij ons College geen bezwaar bestaat.
In overeenstemming met het in de Leeskamer ter inzage
gelegd advies van Curatoren van het Gymnasium, geven
wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan den heer
Mr. E. Schotman het gevraagd ontslag eervol te verleenen,
onder dankbetuiging voor de door hem bewezen diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 15 Juli 1926.
Aan den Raad der Gemeente Leiden
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de onder-
geteekende, Mr. E. Schotman, dat hij beleefd ontslag verzoekt
als Secretaris van het College van Curatoren van het
Gymnasium, alhier.
Hetwelk doende, enz.
E. Schotman.
N°. 147. Leiden, 27 Juli 1926.
Bij zijn hiernevensgaand adres verzoekt de heer G. N. Munk
hem wel ontslag te willen verleenen uit zijne betrekking
van 2den geneesheer aan de gestichten „Endegeest, Voor
geest en Rhijngeest".
Aangezien noch bij de Commissie van Beheer over die
gestichten, noch bij ons College tegen inwilliging van dat
verzoek bezwaren bestaan, geven wij Uwe Vergadering in
overweging aan den heer G. N. Munk eervol ontslag te ver
leenen als 2de geneesheer aan de gestichten „Endegeest,
Voorgeest en Rhijngeest", en dat ontslag te doen ingaan op
10 Augustus a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burgemeester en Wethouders van de
gemeente Leiden.
Ondergeteekecde, G. N. Munk, 2e geneesheer aan de ge
stichten „Endegeest, Rhijngeest en Voorgeest" heeft de eer
zijn ontslag te verzoeken aan bovengenoemde inrichtingen
met ingang van 3 Aug. a. s.
„Endegeest" 20 Juli 1926. Munk.
N°. 148. Leiden, 30 Juli 1926.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
H. P. Veldhuijzen, bestaat nocli bij het College van Stads-
geneesheeren, noch bij ons College bezwaar.
In verband met het aanhangig onderzoek naar demogelijk
heid van vrije artsenkeuze, stellen wij U ook nu weder voor
deze benoeming voor slechts één jaar te doen plaats hebben.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging den
heer H. P. Veldhuijzen, voor het tijdvak 15 Augustus 1926
15 Augustus 1927, te bestendigen in de betrekking van Stads
geneesheer, zulks met afwijking van het bepaalde in art. 2
der verordening van 20 December 1900, betreffende het ver
leenen van kostelooze genees- en heelkundige hulp aan
onvermogenden. den dienst der Stads-geneesheeren en den
werkkring van het College van Stads-geneesheeren te Leiden
(Gem.blad No. 4).
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De ondergeteekende H. P. Veldhuijzen, arts, wonende te
Leiden, heeft de eer Uwen Raad beleefd te verzoeken
hem wel te bestendigen in de betrekking van Stadsgeneesheer.
Met de meeste hoogachting
Uw Dw. Dr
H. P. Veldhuijzen.
Leiden, 28 Juli 1926.