MAANDAG 14 JUNI 1926. 61 Zitting Tan Maandag 14 Juni 1926. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de Wethouder A. L. REIMERINGER. Te behandelen onderwerpen 1° Benoeming van een plaatsverv. Voorzitter der Commissie van advies, bedoeld in art. 35 van de verordening', regelende den rechtstoestand van de ambtenaren der gemeente Leiden (vacature K. Sijtsma). 2° Benoeming van twee leden der Plaatselijke School commissie. (107) 3° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school voor Buitengewoon Lager Onderwijs. (119) 4° Praeadvies op het verzoek van Mej. Dr. L. C. Bolle, om eervol ontslag als lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (110) 5° Praeadvies op het verzoek van Mej. J. H. ten Holten, om eervol ontslag als onderwijzeres aan de school Zuidsingel B. (111) 6° Voorstel om aan den onderwijzer aan de Jongensschool voor U. L. Onderwijs, L. T. van Zoest, eervol ontslag te verleenen wegens opheffing van zijne betrekking. (120) 7° Praeadvies op het verzoek van het Bestuur van het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix", om het kosteloos gebruik van eenige localiteiten van de Stads- Gehoorzaal, voor het houden van de algemeene vergade ring en van de tentoonstelling van door de leerlingen vervaardigde werkstukken. (108) 8° Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Duinwater- Maatschappij, om goedkeuring tot het aangaan van eene geldleening groot 250000.(121) 9° Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1925, in verband met de kosten van pensioenen, wachtgelden, onge vallenverzekering van ambtenaren enz. (112) 10° Voorstel tot het aanbrengen van eenige wijzigingen van administratie ven aard in de begrootingen voor 1925 en 1926. (113) 11° Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting, dienst 1925, waarvan de raming te laag is gebleken en tot toevoeging van eenige nieuwe posten aan die begrooting. (123) 12° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de meerdere kosten van verbouwing van het school gebouw aan de Vrouwenkerksteeg en van de herstelling en vernieuwing van den inventaris van dat gebouw. (114) 13° Praeadvies op het verzoek van het Bestuur der R.K. Par. Jongensscholen onder R.K. Par. Kerkbestuur, om beschikbaarstelling van gelden, benoodigd voor het in richten van een terrein voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding, tevens speelplaats, ten behoeve van de scholen aan de Haarlemmerstraat no. 240 en de Pelikaanstraat no. 20. (115) 14° Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Koetsiers- vereeniging Verbetering zij ons Streven", in zake het aanbrengen van keerplaatsen op de Rijn- en Schiekade. (116) 15° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 23 Mei 1912 (Gem.blad no. 18), op het Rijden. (117) 16° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 5 Juni 1879 (Gem.blad No. 3), betreffende de inrichting en het bestuur van het Gymnasium der gemeente Leiden. (118) 17° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 18 December 1922 (Gem.blad No. 67), op de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus en de Hoogere Bur gerschool voor Meisjes te Leiden. (118) 18° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 2 September 1924 (Gem.blad No. 23), voor de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen te Leiden en voor de aan die Kweekschool verbonden cursussen. (118) 19° Voorstel in zake de intrekking van de aan den Directeur van den Geneeskundigen Dienst verstrekte opdracht, betreffende het ontwerpen van plannen voor den bouw van een gemeentelijk aanvullingsziekenhuis en in zake de verpleging van on- en minvermogende lijders in ziekeninrichtingen. (109). 20° Vaststelling van een tarief van bijdragen, te voldoen wegens Ziekenhuisverpleging van wege de gemeente Leiden. (122) Tegenwoordig zijn 32 leden, namelijk: de heeren van Eek, Heemskerk, Witmans, Coster, Eerdmans, van Tol, mevrouw van Itallievan Embden, de heeren Eikerbout, Reimeringer, Mulder, Meijnen, Sanders, Dubbeldeman, Spendel, Wilmer, van der Reijden, Wilbrink, Bergers, Schüller, Verweij, Baart, Deumer, Zuidema, Sijtsma, van Stralen, mevrouw Dietrich de Rooij. de heeren Groeneveld, van Hamel, Huurman, Knuttel, Splinter en Kooistra. Afwezig: de Burgemeester wegens ongesteldheid en de heer van Rosmalen wegens werkzaamheden. De notulen van het verhandelde in de vergadering van 17 Mei 1926 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen: Dispositie van Gedep. Staten, ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten: a. tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een perceel grond aan de Frans van Mierisstraat, Sectie K, No. 2569; b. tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van het perceel de Laat de Kanterstraat, Sectie M, No. 2297; c. tot verkoop van de Breepoort aan de Uiterstegracht, aan de Naamlooze Vennootschap Textielfabrieken v/h Gebr. van Wijk en Co.; d. tot verkoop van een perceel bouwterrein aan de Drift straat hoek Formosastraat, Sectie K., Nis 3536 en 1291, aan J. van der Heijden q.q. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van de Woningbouwvereeniging »Tuinstadwijk", in zake de oprichting van een badhuis nabij de Heerenstraat en nader schrijven van die vereeniging ten geleide van een lijst, houdende adhaesiebetuiging aan dat verzoek van 393 personen. 2°. Verzoek van H. J. Jesse, om een Commissie in te stellen, welke tot taak zal hebben te adviseeren omtrent het aan brengen van heistellingen aan oude gebouwen. Op verzoek van den heer Sijtsma wordt van dit adres voor lezing gedaan. Het luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. De ondergeteekende Hendrik Johannes Jesse, architect, Rijnsburger weg 35, Leiden, geeft met verschuldigde eerbied te kennen, dat de stad Leiden in het bezit is van mooie oude gebouwen. Dat het hem wenschelijk voorkomt dat die met meer aandacht en kennis verzorgd en in stand gehouden dienen te worden, dan tot heden geschied. Dat hij L7 daarom in overweging geeft eene Commissie te benoemen, die speciaal al de oude Gemeente gebouwen ondere hoede neemt en advies uitbrengt welke herstellingen elk jaar zullen worden uitge voerd. Dat elk jaar op de begrooting een bedrag wordt uit getrokken voldoende om regelmatig met herstellingen voort te kunnen gaan, zoodat na eenige jaren de voornaamste oude gebouwen weer in hunne vroegere luister zullen prijken. Om een begin van programma te maken is ondergetee kende zoo vrij de door U te benoemen Commissie in over weging te nemen. 1°. Het verwijderen van de kalklaag van het oudste ge deelte van Gravenstein, het herstellen van de blinden nissen in het latere gedeelte. De schoorsteen met merkwaardige zonnewijzer die drijgt om te vallen tijdig te herstellen. 2°. De gevel van de Latijnsche school met kruiskozijnen te herstellen de top te beeindigen, de oude deur behouden, doch waterbord te verwijderen. 3°. Het perceel Pieterskerk gracht Pax Huic Domui: de school op de binnenplaats te verwijderen en de oude hof weder in eere te herstellen. Ook de kozijnen in die hof weder aan te brengen. 4°. Op de Steenschuur de gevel van het Sint Jacobsgast- huiskapel in oorspronkelijke staat te herstellen. 5°. De stadhuisgevel van kruiskozijnen, voor zoover die ontbreken te voorzien. De derde topgevel weder te plaatsen. De oudste deur van het stadhuis van de verf te ontdoen en zorg te dragen die nooit verloren gaat. Onderscheidene eiken deuren van verf schoon te maken. 6°. De trap in de Waag weder in oorspronkelijke staat terug te brengen. 7°. Het oude geschakelde kozijn op de binnenplaats Lakenhal, dat binnenste buiten staat, naar zijn aard opnieuw te stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 1