40 MA ANPAG 19 APRJL 1926. de heer Schüller verkreeg 10, de heer Wilbrink 3 stemmen en de heer Eerdmans 1 stem. De heer Spendel verklaart de benoeming aan te nemen. III. Benoeming van een lid der Commissie voor het Grond bedrijf (vacature A. J. Oostdam). Wordt benoemd met 15 stemmen de heer H. W. Spendel; de heer Dubbeldeman verkreeg 11 stemmen, de heeren van Hamel, Eerdmans en Wilbrink verkregen ieder 1 stem, terwijl 1 biljet van onwaarde was. De heer Spendel verklaart de benoeming aan te nemen. IV. Benoeming van een lid der Commissie voor het. Oud- Archief (vacature A. J. Oostdam). Wordt benoemd met 16 stemmen de heer Th. B. J. Wilmer de heer Sijtsma verkreeg 4, Mevrouw van Itallievan Embden 2 stemmen en de heeren Eerdmans, Coster, Knuttel en Spendel ieder 1 stem, terwijl 3 biljetten in blanco en 2 biljetten van onwaarde waren. (De heer Knuttel was inmiddels ter vergadering gekomen). De heer Wilmer verklaart de benoeming aan te nemen. V. Benoeming van een gedelegeerde uit den Gemeenteraad in het bestuur der vereeniging »Schoolkindervoeding en-klee ding", (wegens het bedanken van den heer A. J. Oostdam). Wordt benoemd met 16 stemmen de heer P. Heemskerk; de heer Verweij verkreeg 9 stemmen, mevrouw van Itallie van Embden 2 stemmen, de heeren van Hamel en Sijtsma ieder 1 stem, terwijl 2 biljetten in blanco waren. De heer Heemskerk verklaart de benoeming aan te nemen. VI. Benoeming van vier Schoolartsen, voor het tijdvak l April 1926-1 April 1927. (Zie Ing. St. No. 81.) Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten de benoeming van de vier schoolartsen op één stembriefje te doen plaats hebben. Worden benoemd, voor het tijdvak 1 April 19261 April 1927, de heeren J. A. Schreuder, H. P. Veidhuyzen en Dr. W. Th. M. Weebei s, ieder met 30 stemmen, en de heer H. W. Blöte met 29 stemmen; 1 biljet was van onwaarde. (Een der leden had de vergadering tijdens deze stemming tijdelijk verlaten.) VII. Benoeming van een lid van het Bestuur der vereeniging «de Ambachtsschool". (Zie Ing. St. No. 73). Wordt benoemd met 19 stemmen de heer L. van der Laan de heer H. Korswagen Nzn. verkreeg 10 stemmen, terwijl 1 biljet van onwaarde was. (De heer Wilbiink had de vergadering tijdelijk verlaten). VIII. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Oude Talen aan het Gymnasium. (Zie Ing. St. No. 82). Wordt benoemd tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot den dag, waarop de nieuw benoemde leerkracht in de Oude Talen, Mej. C. M. Ribbink, hare betrekking zal hebben aanvaard, met 25 stemmen de heer E. A. A. van der Bent; de heer Schüller verkreeg 1 stem, terwijl 1 biljet in blanco en 1 biljet van onwaarde was. (Ook de heeren Schüller en Verweij hadden de vergadering inmiddels tijdelijk verlaten). De Voorzitter dankt den leden van het stembureau voor de genomen moeite. IX. Praeadvies op het verzoek van A. van Wamelen, om eervol ontslag als onderwijzer aan de school Schuttersveld B. (Zie Ing. St. No. 87.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. X. Vaststelling van het aan Gedeputeerde Staten uit te brengen verslag aangaande de wijze, waarop het op de gemeente- begrooting voor 1925 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag is besteed. (Zie Ing. St. No. 75.) De heer Knuttel wenscht op te komen tegen de zinsnede in het rapport, inhoudende, dat tot de aanneming der leer lingen in den regel niet werd overgegaan dan nadat de aan vragen door den Armenraad waren onderzocht. Dit is een verkeerd systeem. Het aanmelden van leerlingen moet zooveel mogelijk aangemoedigd worden en niet verzwaard. Wanneer ouders opzien tegen dat onderzoek door den Armen raad, dan worden de kinderen daarvan de dupe. Spreker meent, dat de ouders volkomen het recht moeten hebben hun kinderen er voor aan te melden,, zoolang althans zijn idee op dit gebied niet is verwezenlijkt, n.l. dat alle kinderen er aan deelnemen, ongeacht het inkomen hunner ouders. De heer Meijnen antwoordt, dat de vereeniging «School- kindervoeding" altijd van meening is geweest, dat een controle moest worden uitgeoefend op de aangitten, welke werden gedaan. Die controle heeft ook dit jaar plaats gehad en daarvan is in het verslag melding gemaakt. In. tegenstelling met den heer Knuttel acht spreker dat onderzoek van den Armenraad wel degelijk wenschelijk. De heer Witmans herinnert zich als oud-bestuurslid van «Schoolkindervoeding", dat ook in zijn tijd reeds een dergelijk onderzoek werd ingesteld, maar het is hem opgevallen, dat de Armenraad thans van advies dient, en daarom acht hij het geweuscht, dat dat college vanuit den Raad eens hoort, dat het in deze niet te streng moet optreden en niet te spoedig op grond van een rekensommetje omtrent de inkomsten van een gezin moet zeggen, dat de kinderen uit dat gezin niet van de schoolkindervoeding behoeven gebruik te maken. De heer Knuttel zal, waar het thans niet mogelijk is een beslissing uit te lokken, later op de zaak terugkomen. De heer Deumer zegt, dat kort geleden door Gedeputeerde Staten is uitgemaakt, dat de vereeniging «Schoolkinder voeding" als een instelling van weldadigheid is aan te mer ken en dat daarom door den Armenraad rapport wordt uitgebracht over de inkomende aanvragen, wat nuttig elïect sorteert. De heer Meijnen wijst er op, dat de Armenraad geen advies geeft, maar rapport uitbrengt. De Voorzitter zegt, dat de vraag of het principe van den heer Knuttel al dan niet juist is, niet ter zake dienende is, omdat het in den geest van de wet ligt, dat in het onder havige geval het rapport van den Armenraad wordt inge wonnen. De Armenraad kan intusschen uit het verslag van deze Raadsvergadering vernemen hoe de heer Witmans over hem denkt. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten aan Gedepu teerde Staten het in Ingek. Stukken n°. 75 opgenomen verslag uit te brengen aangaande de wijze, waarop het op de gemeente- begrooting voor 1925 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag is besteed. XI. Voorstel tot wijziging van de begrootiDg, dienst 1926, in verband met het raadsbesluit van 22 Februari 1926, betreffende het aangaan van een 2-tal geldleeningen, de verlaging van den rentevoet van de bij het Eigen Pensioenfonds voor de Europeesche Burgerlijke Ambtenaren in Ned. Indië in 1925 gesloten leening en de aflossing van het restant der 5£ obligatieleening van 1919. (Zie Ing. St. No. 76.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XII. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Duinwater Maatschappij om vergunning tot uitbreiding van hare prise d'eau onder Wassenaar. (Zie Ing. St. No. 83.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. XIII. Voorstel tot onderhandsche opdracht van het maken, leveren en opstellen van den ijzeren bovenbouw voor de nieuwe Janvossenbrug, met bewegingsinrichting en andere bijbe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 4