39 restitutie van gestorte pensioensbijdragen afwijzend te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Eaad der Gemeente Leiden Geven met verschuldigde eerbied te kennen, onderge- teekenden, C. Zweistra, J. Pennenburg, K. C. v. d. Plas en J. Veldhuyzen, ten deze domiciele kiezende ten huize van eerste ondergeteekende, Mirakelsteeg 12, dat zij ontslagen werklieden zijn, in dienst geweest bij de Sted. Lichtfabrieken dat zij ontslagen zijn door indienststelling der nieuwe koolgasfabriek dat zij nadat zij reeds hun ontslagbriefje hadden ontvangen en tijdens dat men wist dat zij ontslagen zouden worden, verplicht waren pensioenpremie te betalen, terwijl men vooruit wist dat zij daar nooit van zouden profiteeren, dat desgevraagd de Directie der Lichtfabrieken weigerde de gestorte pensioenpremie terug te betalen, dat adressanten meenen daar ten volle recht op te hebben, omdat hen naar hun meening de premie omrechtmatig is afgehouden, Verzoekt Uwen Eaad, beleefd, doch dringend, het daarheen te willen leiden, dat hen de gestorte pensioenpremie alsnog wordt terugbetaald. 't Welk doende enz. C. Zweistra. J. Velthuysen. J. Pennenburg. K. C. v. i). Plas. Leiden, 20 Januari 1926. N°. 78. Leiden, 6 April 1926. In Uwe Vergadering van 24 Augustus 1925 (Ingek. Stukken No. 158) werd onder meer besloten tot vernieuwing van de Janvossenbrug en werden voor dat doel de noodige gelden te onzer beschikking gesteld. Ter uitvoering van dit besluit hebben wij o.a. prijsopgave gevraagd aan een aantal speciaal op het gebied van bruggenbouw werkzame firma's voor het maken, leveren en opstellen van den ijzeren bovenbouw yoor de nieuwe brug. met bewegingsinrichtingen en bijbe- hoorende werken. De ingekomen aanbiedingen liggen in de Leeskamer te Uwer inzage. Laagste inschrijfster voor het werk in massa is de N.V. Hollandsche Constructiewerk- plaatsen, alhier, voor ƒ21.900. Aangezien het aanbeveling verdient, dat de bovenbouw en de bewegingsinrichting door dezelfde firma worden ge leverd en de aanbieding van de genoemde naamlooze vennoot schap alleszins aannemelijk is, geven wij U, overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage, in overweging het maken, leveren en opstellen van den ijzeren bovenbouw voor de nieuwe Janvossenbrug, met bewegingsinrichting en andere bijbehoorende werken, ondershands op te dragen aan de N.V. Hollandsche Constructiewerkplaatsen alhier, voor de som van 21.900. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 79. Leiden, 7 April 1926. Nadat ingevolge Uw besluit van 26 Januari 1925 (Ingek. Stukken No. 21) eenige terreinen beoosten den Zijlsingel en bezuiden de Waardstraat in eigendom aan de gemeente waren overgegaan, is de daaraan grenzende sloot, kadastraal bekend Sectie K No. 704, van gemeentewege gedempt en aan het perceel K No. 3074 verheeld. Bij de uitzetting op het terrein van de juiste grens tusschen deze gedempte sloot en den naburigen grond (K No. 3605) is gebleken, dat die grens een zeer onregelmatig beloop heeft, zoodat de betonschutting, welke op de perceelsgrens gezet moet worden, eveneens een hoekige lijn zou vertoonen (zie de zwarte lijn AB op de overgelegde teekening). Het is nu èn voor de gemeente, als eigenares van de perceelen K Nis 704 en 3074, èn voor den eigenaar van de perceelen K Nis 3605 en 3237, wenschelijk, de tegenwoordige begrenzing te vervangen door een nieuwe grens, in rechte lijn getrokken, zooals op de teekening in gele kleur is aangegeven. Dit kan geschieden door middel van een ruiling, tusschen de gemeente en bedoelden eigenaar, van de aan weerszijden tusschen de gele lijn en de kadastrale grens gelegen grondstrooken. Aangezien de oppervlakte, welke de gemeente zal verkrijgen, nagenoeg even groot is, als die, welke zij aan den naburigen eigenaar zal afstaan, kan de ruiling met gesloten beurzen plaats vinden. Op grond van het bovenstaande geven wij U, overeen komstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage, in overweging te besluiten tot ruiling, met Th. J. Genet, alhier, van den aan de gemeente toebehoorenden grond, op de overgelegde teekening in blauwe kleur aangegeven, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K, No. 704, tegen den op de teekening in gele kleur aangeduiden grond, deel uitmakende van de perceelen, kadastraal bekend alsvoren Nis. 3605 en 3237, zulks onder bepaling, dat de kosten, op deze ruiling vallende, door beide partijen, elk voor de helft, zullen worden gedragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 80. Leiden, 8 April 1926. Bij Uw Besluit van 29 Juni 1925 (zie Ingek. Stukken No. 153) werd ons College o. m. gemachtigd een aanvang te maken met den aanleg van de centrale rioleering in deze gemeente. Terstond daarna hebben wij de verdere voor bereiding van dit werk ter hand genomen en plannen voor den bouw van het Noordelijk pompstation met een pers leiding voor het afvoeren van de rioolstoffen naar de Slaagh- sloot doen ontwerpen. Lag het aanvankelijk in de bedoeling dit pompstation te bouwen in den tuin van het Open baar Slachthuis en de persleiding te leggen door den Mare- singel, de Pasteurstraat, Hansenstraat, Eaamstraat en den Haarlemmerweg, bij nadere overweging blijkt het de voor keur te verdienen, het Noordelijk pompstation op te richten op den grond aan den Maresingel tusschen den verbindings spoorweg naar de Gasfabriek en de achterzijde van de perceelen aan de Prins Frederikstraat, naast het z.g. Zwarte- pad. De persleiding kan dan van daaruit in Noordelijke richting evenwijdig aan bedoelde spoorlijn naar de plaats van loozing gelegd worden. Op de overgelegde teekening A is een en ander in rood aangegeven. Deze laatste, oplossjng brengt, naast belangrijke technische voordeelen, ook een aanzienlijke financiëele besparing mede. De kosten van de persleiding immers werden destijds globaal geraamd op rond ƒ99.000.wanneer zij langs den Haarlem merweg gelegd zou worden, doch zullen, eveneens volgens globale raming, ten hoogste ƒ39.000.bedragen bij aanleg langs den verbindingsspoorweg, een verschil dus van niet minder dan 60.000.Voor verdere bijzonderheden omtrent de voordeelen van de thans voorgestelde werkwijze mogen wij U verwijzen naar de uitvoerige rapporten, welke in de Leeskamer ter inzage zijn gelegd. Zooals U daaruit tevens zal blijken, is het nu evenwel gewenscht, dat de gemeente ten behoeve van den aanleg van de persleiding de beschikking verkrijgt over den grond, waarin de leiding zal komen te liggen. Daarvoor komen in aanmerking gedeelten van het perceel Sectie K No. 39, toebehoorende aan J. Eoeloffs Jr., alhier, van de perceelen K Nis 34 en 35, eigendom van E. Costeris, te 's-Gravenhage, zoomede de langs de spoorbaan gelegen eigendommen van de Nederlandsche Spoorwegen. De eigenaar van perceel K No. 39 is bereid van zijn terrein een 90 M. lange en 6 M. breede strook (op de teekening B in roode kleur aangeduid) aan de gemeente te verkoopen voor den prijs van 2.50 per M2. Gelet op de geringe oppervlakte van den over te dragen grond, achten wij den gevraagden prijs in de gegeven omstandigheden aannemelijk. Ook tegen het aanvaarden van de voorwaarden, welke deze eigenaar aan den verkoop verbonden wenscht te zien en die bij de ter visie liggende stukken zijn gevoegd, behoeft geen bezwaar te bestaan. De eigenaar van de perceelen K Nis 34 en 35 is niet bereid bevonden een strook van zijn terrein voor den aanleg van de persleiding af te staan, doch is wel genegen deze perceelen in hun geheel aan de gemeente te verkoopen, zulks tegen den prijs van 1.per M2. De gezamenlijke oppervlakte bedraagt 2.51 H.A. Beide eigenaren doen hun aanbieding gestand tot 1 Mei a.s. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat het op grond van de in de stukken daarvoor aange voerde argumenten alle aanbeveling verdient bovenvermeld gedeelte van perceel K No. 39, alsmede de perceelen K Nis 34 en 35 op de gestelde voorwaarden aan te koopen. Eveneens is het wenschelijk de eigendommen van de Nederlandsche Spoorwegen langs den verbindingsspoorbaan over te nemen. Zoodra de voorbereiding van deze laatste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 3