5.—" 31 N°. 67. Leiden, 16 Maart 1926. Commissarissen van de Gemeentelijke Bank van Leening deelden ons mede, dat bij de afdeeling pensioenvoorschotten en geldleeningen de werkzaamheden dermate zijn toege nomen, dat de pensioenbeleening sedert Januari 1920 is verviervoudigd en de behandelde geldleeningen, vooral wat het aantal aflossingen betreft, sedert Juli 1923, meer dan verdubbeld zijn. Deze beide onderdeelen van den dienst worden uitslui tend behandeld door den directeur en den boekhouder. Aanvankelijk bestond bij Commissarissen het voornemen om een voorstel te doen tot uitbreiding van het personeel, doch hiervan werd afgezien, omdat de aard van de werk zaamheden, die van strikt vertrouwelijken aard zijn, er zich niet toe leent, dat deze werkzaamheden worden verricht door jeugdig personeel. Het contact met de voorschot-nemers dient zooveel mogelijk tot stand te komen door tusschen- komst van den directeur en den boekhouder. Het is voor de belanghebbenden niet aangenaam om telkens door ander personeel te worden geholpen. Bovendien zou deze per- soneels-uitbreidingde begrooting van de bank te veel drukken. Commissarissen stelden daarom ons College voor bij U een voorstel aanhangig te maken om, te beginnen met het jaar 1925, op de begrooting van de Gemeentelijke Bank van Leening een bedrag van 600.beschikbaar te stellen, om den directeur en den boekhouder jaarlijks een gratificatie te geven voor de door hen te verrichten buitengewone werk zaamheden. Tegen dit voorstel bestonden bij ons College ernstige be zwaren, omdat in het algemeen het toekennen van persoon lijke toelagen niet gewenscht is, en in het bijzonder niet, nu in deze gemeente is ingevoerd een „algemeene salaris verordening". Wij deelden daarom aan Commissarissen mede, dat wan neer door de uitbreiding van werkzaamheden de taak en ver antwoordelijkheid van den directeur en van den boekhouder aanzienlijk waren verzwaard, wij aan een promotie van de beide functionarissen de voorkeur gaven boven het toekennen van een persoonlijke toelage. Voor den directeur van de Gemeentelijke Bank van Leening zou deze promotie kunnen bestaan door de betrekking van directeur van de Gemeente lijke Bank van Leening op te nemen in de salarisrubriek van staat D, welke aanvangt met „hoofd-ambtenaar" en waaraan een wedde is verbonden van ƒ3800.tot 4400. per jaar. Door deze wijziging zou het salaris, zich thans bewegende tusschen ƒ3500.en 4100.stijgen van ƒ4100. op 4400. Ten aanzien van den boekhouder merkten wij Commis sarissen op, dat tegen de bevordering tot administratief ambtenaar le klasse waartoe Commissarissen krachtens artikel 7, 2e lid, van het Reglement bevoegd zijn, bij ons College geen bezwaar zou bestaan, indien Uwe Vergadering tot evengenoemde wijziging van de salarisverordeüing mocht besluiten en dat wij bereid waren aan dezen ambtenaar drie verhoogingen bij vervroeging toe te kennen, opdat ook zijn salaris met 300.zou vermeerderen. Vermits deze aangelegenheid reeds geruimen tijd in be handeling is, zouden wij een en ander willen doen ingaan op 1 Januari 1926, terwijl dan wegens het verrichten van extra werkzaamheden over de voorgaande jaren, o. a. in verband met het inrichten van de administratie van de bovengenoemde afdeelingen, voor ieder eene gratificatie in eens van 200.ten laste van het bedrijf kan worden gebracht. Aangezien Commissarissen zich met deze oplossing hebben vereenigd, geven wij Uwe Vergadering in overweging, met inachtneming van het bovenstaande, over te gaan tot vast stelling van de navolgende verordening VERORDENING houdende wijziging van de Verordening van 31 Januari 1918 (Gem.blad No. 3), betreffende de wedden van ambtenaren in dienst der gemeente Leiden, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 28 September 1925 (Gem.blad No. 20). Artikel 1. Staat D., bedoeld in art. 2 van bovengenoemde verorde ning, wordt in dier voege gewijzigd, dat de rubriek „Directeur Gemeentelijke Bank van Leening 3500.4100.vervalt en dat in de rubriek aanvangende met „Hoofdambtenaar" wordt opgenomen „Directeur Gemeentelijke Bank van Leening". Art. 2. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1926. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 68. Leiden, 16 Maart 1926. Met het hieronder afgedrukt voorstel van de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis tot verlaging van eenige tarieven voor het gebruik van die inrichting kan ons College zich volkomen vereenigen. Wij geven Uwe Ver gadering mitsdien in overweging, over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van den 22en Januari 1923 (Gemeenteblad No. 4), regelende de heffing van belas tingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis te Leiden, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 27 April 1923, No. 48. Artikel I. In artikel 2 van bovengenoemde verordening wordt gelezen Sub I A. onder a. in plaats van vï'll 4.—' terwijl de woorden „boven 100 K.G Sub X onder a. in plaats van Art. II. Deze verordening treedt in werking op den eersten dag der maand, volgende op die, waarin de Koninklijke goed keuring is verkregen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 22 Februari 1926. Wij hadden de eer Uw College reeds mede te deelen, laatstelijk bij schrijven van 20 October j.l., No. 4/6, dat het ons voornemen was een voorstel aanhangig te maken tot verlaging van eenige belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis, van welk voornemen U den Gemeenteraad in kennis steldet in Uwe Memorie van Ant woord (volgnummer 150) op het algemeen verslag van het verhandelde in de sectiën van den Gemeenteraad bij het onderzoek van de ontwerp-begrooting der gemeente voor het jaar 1926. Aan dit, derhalve aan U en den Gemeenteraad reeds bekend, voornemen thans uitvoering gevende, doen wij U 99 99 99 99 99 99 c. I B. a. 99 99 99 b. 99 99 99 c. 99 99 99 d. IV a. 99 99 b. V A. a. 99 99 99 b. v B. a. 99 99 99 b. VI a. 99 99 b. 99 99 c. 99 99 d. VIII a. 99 99 b. 99 99 c. 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 d. 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 f 0.25" 0.20' 0.20" 0.15' 0.15" 0.10' 0.85" 0.70| 1-20" 5, L 0.40" 0.30' 0.25" 0.20' 0.50" 0.40' 0.30" 0.25' 0.50" 0.40' 0.30" 0.25' 0.30" 0.25' 0.20" 0.15' 0.25" 0.20' 0.20" 0.15' 0.15" 0.10' 0.10" 0.05' 5.—" 4.—' 3.—" 2.—' 2.—" 1.— 2.50" 1.50' 3.—" 2.25' 4.—" j> 3. 5.—" 4.—' 0.50" 0.40' 0.60' 2.—" 1.20' 3.-" 2.—' 4.—" 2.50' 5.—" 3. 6.Vervallen. 3.—" 2.—'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 15