6
MAANDAG 25 JANUARI 1926.
vervoer, zoóals bijvoorbeeld 's zomers de booten naar Katwijk,
in het belang van de veiligheid van het publiek bepaalde
voorschriften geelt, dan vloeit daaruit van het Gemeentebestuur
niet de verplichting voort het bedrijf van die ondernemers
rendabel te maken. En dit geldt ook voor de exploitatie van
het veer over de' Rijn- en Schiekade.
Voorts waarschuwt spreker tegen het stellen van een
precedent: wordt dit subsidie verleend, dan kan de onder
nemer van het overzetveer aan den Haagweg evengoed finau-
ciëelen steun van de gemeente vragen. Aangezien ten slotte
slechts de bewoners van een 30 tal perceelen aan de Rijn
en Schiekade bij instandhouding van het veer belang hebben,
kan spreker geen vrijheid vinden zijn stem aan het voorstel
van Burgemeester en Wethouders te onthouden.
De Voorzitter ziet niet in, waarom de gemeente zou
moeten zorgen voor een directe verbinding tusschen dit stads
gedeelte en de kom der gemeente; de menschen, die daar zijn
gaan wonen, wisten, dat zulk een directe verbinding niet be
stond en bovendien zouden alleen de bewoners van het
middengedeelte van de Rijn- en Schiekade daarbij belang
hebben, de overigen niet. Het belang van de gemeente zou
bij een directe verbinding kunnen worden betrokken, indien
de mogelijkheid bestond, dat in de toekomst achter de Rijn
en Schiekade werd gebouwdaangezien dit door de daarachter
gelegen spoorlijn niet mogelijk is, is bij het veer alleen het
persoonlijk belang der omwonenden betrokken, die dan ook
zelf de kosten moeten dragen, niet voor drie vierden, zooals
de heer Knuttel zegt, maar geheel.
Het stellen van voorwaarden met betrekking tot het
exploiteeren van het veer, hetwelk alleen met het oog op de
veiligheid van het publiek geschiedt, heeft natuurlijk met
eventueele subsidiëering niets te maken; men zou dan even
goed ondernemers van autobusdiensten kunnen gaan
subsidiëeren.
Spreker geeft ten slotte den heer Groeneveld in overweging
de redactie van zijn voorstel in dien zin te wijzigen, dat
daarin in de plaats van den naam van den tegenwoordigen
exploitant wordt gelezen: »den exploitant". Het feit, dat
Heemskerk reeds de vierde exploitant is, bewijst overigens
wel van hoe weinig belang het veer is!
De heer Groeneveld acht het betoog van den heer Wil
brink onjuist; spreker heeft niet gesproken over veiligheids
voorschriften, zooals die voor ondernemers van pleizierbooten
worden vastgesteld, maar over de aan den exploitant van dit
veer gegeven voorschriften omtrent den arbeidsduur en het
tarief, hetgeen geheel iets anders is. Spreker houdt daarom
vol, dat Burgemeester en Wethouders den man eenerzijds
behandelen als ware hij in gemeentedienst, terwijl, nu hij
om een gering subsidie vraagt, zij hem als een particulieren
ondernemer beschouwen. Spreker blijft er bij, dat het veer
een brug zou te veel gevergd zijn voor de bewoners vaD
de Rijn- en Schiekade noodzakelijk is en dat bij instand
houding van dit veer een gemeentebelang betrokken is, omdal
de menschen, die niet altijd vrij zijn te wonen waar zij willen,
van een behoorlijke verbinding met het midden van de stad
verstoken zijn. Dezelfde reden heeft geleid tot het maken van
de Paterbrug en waarom mag deze dan hier niet gelden, nu
het bovendien slechts om een bedrag van 150.per
jaar gaat?
Wat het formeele bezwaar van den Voorzitter tegen sprekers
voorstel betreft, het is wellicht gewenscht daaraan tegemoet
te komen, hoewel spreker er aan herinnert, dat de voor
schriften onveranderd zijn gebleven, nadat de onderneming
meermalen in andere handen is overgegaan.
De Voorzitter herhaalt, dat de door Burgemeester en
Wethouders vastgestelde voorschriften alleen in het belang
van het publiek gegeven zijn. Heeft de man niet voldoende
inkomsten, laat hij dan aan Burgemeester en Wethouders
vragen een cent meer per persoon te mogen rekenen; daar
tegen zou wellicht geen bezwaar bestaan.
Wat de Paterbrug betreft, daarbij zijn andere verkeers-
belangen betrokken dan hier, terwijl het niet mogelijk is
over de breede Trekvliet, mede wegens de scheepvaart daarin,
met geringe kosten een zoo eenvoudige brug te maken, als
over den Witten Singel is gelegd. Het geldt ten slotte hier
niet een gemeentebelang, doch alleen een belang van de
menschen, die in de onmiddellijke omgeving van het veer
wonen.
De heer Groeneveld wijzigt zijn voorstel in dier voege, dat
het thans luidt:
»Ondergeteekende stelt voor aan den exploitant van den
overhaal GroenhovenstraatRijn- en Schiekade, een subsidie
van 150.per jaar toe te kennen."
De heer Eerdmans, die de wijze, waarop deze discussie
plaats heeft, betreurt, aangezien dat tot ontstemming en tot
een minder gunstige beoordeeling van het voorstel van den
heer Groeneveld aanleiding kan geven, kan zich bij het betoog
van den heer van Hamel aansluiten, omdat ook zijns inziens
de gemeente den plicht heeft daar voor een verbinding te
zorgen, althans daarvoor subsidie te verleenen. Hij zal dus
stemmen voor het voorstel van den heer Groeneveld, doch
maakt zich los van diens toelichting.
Het aldus gewijzigd voorstel van den heer Groeneveld wordt
met 17 tegen 15 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren Sijtsma, van Hamel, mevrouw
Dietrichde Rooij, de heeren Baart, Splinter, van Stralen,
Witmans, Wilmer, Eerdmans, Verweij, Koorstra, Groeneveld,
Knuttel, van Eek, Schüller, Dubbeldeman en mevrouw van
Itallievan Embden.
Tegen stemmen: de heeren Meijnen, Reimeringer, Sanders,
Wilbrink, van der Reijden, Huurman, van Rosmalen, Spendel,
Coster, Zuidema, Heemskerk, Bergers, Eikerbout, Deumer en
Oostdam.
Het verzoek wordt hiermede als afgedaan beschouwd.
XXI. Voorstel om, met intrekking van het Raadsbesluit
van 21 December 1925, Burgemeester en Wethouders te
machtigen ten aanzien van een 6-tal premiebouwplannen,
over het tijdvak van 1 Januari 1926 tot en met 30 Juni 1926,
genoegen te nemen met de ontvangst van een annuïteit, be
rekend naar een rente van 5£%.
(Zie Ing. St. Nis. 292 en 293 van 1925 en No. 1 van 1926).
De heer Dubbeldeman meent, dat de Raad niet verwend
wordt met voorstellen van Burgemeester en Wethouders, die
in het belang van de minder gegoeden zijn; hunne belangen
worden door hen vrijwel verwaarloosd, terwijl zij daarentegen
als trouwe waakhonden liggen voor de, laatstelijk door uit-
keering van hooge dividenden, weder wel gevulde brandkasten
van de bezittende klasse. Er bestaat in dezen Raad eigenlijk
wel een democratische meerderheid, maar zoo nu en dan is
men bang enkelen Wethouders onaangenaam te zijn of schijnt
men alles te willen opofferen aan de leuze der bezuiniging.
Het is voor spreker een raadsel, dat het Raadsbesluit van
21 December jl. reeds vóór het einde van het jaar door
Gedeputeerde Staten niet is goedgekeurd, met de boodschap
erbij het in te trekken en het oorspronkelijk voorstel van
Burgemeester en Wethouders aan te nemen. Moet dat wellicht
in verband gebracht worden met de afwezigheid van den
Voorzitter in de vergadering, waarin dat besluit werd genomen?
Het gebeurde met dit Raadsbesluit leidt er weer toe, dat
de groote massa, de arbeiders beu worden van de politiek en
de overtuiging krijgen, dat door de politiek niets te bereiken
is. Zoo voortgaande komt men weder in een chaos. Men moet
niet naar argumenten zoeken om dergelijke kleine voorstelletjes
den hals om te draaien.
Mevrouw van Itallie voegt spreker toe, dat de meerderheid
zijn voorstel heeft aangenomen, maar spreker richt zich thans
niet tot die meerderheid, welke, naar hij vertrouwt, weder
tegen dit voorstel van Burgemeester en Wethouders zal
stemmen, maar tot de leden van Gedeputeerde Staten. Het
is bovendien zeer de vraag, of de Kroon dergelijk Raadsbesluit
zou vernietigen, omdat het geenszins zeker is, dat de gemeente,
5% als maatstaf nemende, er een cent bij te kort zal komen.
Wethouder Sanders is het toch niet gelukt aan te toonen,
dat de gemeente bij aanneming van sprekers amendement
een strop zou hebben, terwijl ook Gedeputeerde Staten hebben
nagelaten dat aan te toonen; het wordt slechts verondersteld.
In dit verband wijst spreker op een beschikking van de
Ministers van Financiën en van Arbeid, Handel en Nijverheid,
dat door woningbouwvereenigingen, vennootschappen of stich
tingen over het stamkapitaal en over de verder verkregen
fondsen niet meer dan 5% rente zal mogen worden vergoed.
Daaruit spreekt duidelijk de opvatting, dat men het mogelijk
acht om geld tegen die rente op te nemen, ook om het duur
dere stamkapitaal te vervangen door kapitaal tegen 5% rente.
Gedeputeerde Staten zullen zich dus wel tweemaal bedenken
alvorens het Raadsbesluit van 21 December ter vernietiging
bij de Kroon voor te dragen, doch ook in dat geval zal Leiden
het bij de Kroon moeten gaan verdedigen, om te trachten
althans iets, zij het nog zoo weinig, te bereiken voor de
menschen, die daaraan thans zoo groote behoefte hebben.
De huizen van de woningbouwvereenigingen worden grooten-
deels gebouwd voor de meest gegoeden onder de arbeiders,
de bouwvakarbeiders, van wie, tenzij bij aangenomen werk,
een groote categorie een weekloon van 31.verdient. De
heer Splinter zegt wel, dat zij 35.verdienen, maar spreker
weet uit zeer goede bron, dat het loon van zeer vele timmer
lieden, na betaling van hun contributie's, 31.35 bedraagt.
Voor arbeiders van Driessen, die 20.a 21.per week