MAANDAG 25 JANUARI 1926. 3 jaarlijks een pensioensbijdrage van 15|% voor hen betaald, terwijl zij slechts 3J% op de betrokkenen heeft verhaald. fir is dus geen sprake van, dat, zooals adressanten beweren, dit verhaal onrechtmatig zou zijn geweest; was een van hen in dien tijd invalide geworden of overleden, dan zou hij of zijn weduwe en weezen recht op pensioen hebben gehad. Overigens is inwilliging van dit verzoek niet mogelijk, aan gezien de wet teruggave van gestorte pensioensbijdragen ver biedt. Burgemeester en Wethouders stellen derhalve voor afwijzend op het verzoek te beschikken. De heer Baart meent, dat het niet aangaat op deze personen, van wie men wist, dat zij zouden worden ontslagen, de pensioensbijdrage te verhalen; er is alle aanleiding om voor hen ten deze een uitzondering te maken. Ook in de Commissie voor de Lichtfabrieken bleek een meerderheid voor teruggave te zijn. Bovendien hebben deze menschen thans met groote werkloosheid te kampenaan de Lichtfabrieken is voor hen weinig werk en is het er, dan worden vaak nog andere personen te werk gesteld. De Voorzitter herhaalt, dat teruggave van de gestorte pensioensbijdragen in strijd met de wet is. Aangezien evenwel de heer Baart niet op de hoogte blijkt te zijn van de desbetreffende wettelijke bepalingen en dit wellicht met meer Raadsleden het geval is, stelt hij namens Burgemeester en Wethouders nader voor het verzoek in hunne handen te stellen om praeadvies, van hetwelk de Raad dan rustig kan kennis nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het nader voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 7°. Missive van Gedep. Staten, in zake wijziging van de bij raadsbesluit van 13 Juli 1925 vastgestelde verordening tot heffing van schoolgeld voor het lager onderwijs in deze gemeente. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. De Voorzitter deelt alsnog mede: 1°, dat aan W. van Leeuwen, eervol ontslagen werkman aan de Stedelijke Lichtfabrieken, met ingang van 1 December 1925, een suppletie-pensioen is toegekend van 165.'sjaars, zoolang het Rijkspensioen bepaald blijft op /"881.'sjaars; 2°. dat op 23 December j.l. heelt plaats gehad de opneming van de boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger, waarvan proces-verbaal in duplo is opgemaakt, dat aan Gedeputeerde Staten is toegezonden en in de Leeskamer ter visie is neder- gelegd 3°. dat op 29 en 30 December j.l. ambtelijke bezoeken zijn gebracht aan het Academisch Ziekenhuis, de Bank van Leening, de Stedelijke Werkinrichting, het Heilige Geest- ot Arme Wees- en Kinderhuis en het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. Aan de orde is alsnu I. Benoeming van een tijdelijk leeraar in plant- en dierkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. No. 5.) De Voorzitter verzoekt den heeren Wilmer, Wilbrink, mevrouw van Itallievan Embden en den heer Schiiller het stembureau uit te maken. Wordt benoemd, tot wederopzeggens, met algemeene (28) stemmen de heer Dr. W. H. van Seters. II. Benoeming van vijf leden der Plaatselijke Schoolcommissie. (Zie Ing. St. No. 3.) Worden benoemd: Mr. II. lwema met 27 stemmen; Mevr. J. A. Mooy Gzn. verkreeg 1 stem; de heeren J. P. MulderJ. M. Mazurel en J. van Berkel ieder met algemeene (28) stemmen de heer J. Schaap Hzn. met 20 stemmen; de heer Verwey verkreeg 8 stemmen. III. Benoeming van een lid der Commissie voor de Bewaar scholen. (Zie Ing. St. No. 4.) Wordt benoemd met algemeene (31) stemmen de heer Dr. J. C. M. Timmermans. (De heeren Huurman, van Rosmalen en Groeneveld waren inmiddels ter vergadering gekomen.) De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. IV. Praeadvies op het verzoek van F. L. Th. Moene, om eervol ontslag als onderwijzer bij het openbaar vervolgonderwijs. (Zie Ing. St. No. 11.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. V. Voorstel om den datum van het ontslag van Dr. J. J. E. Hondius als leeraar aan het Gymnasium nader te bepalen op 1 Januari 1926. (Zie Ing. St. No. 12.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Begrooting, dienst 1926, van het Geref. Minne-of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. No. 2). Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze begrooting besloten. VII. Voorstel tot kostelooze ingebruikgeving van het gym nastieklokaal der voormalige school aan de Mare aan de Vereeniging tot instandhouding van het Leidsch Muziekcorps, zulks met intrekking van het Raadsbesluit van 28 October 1909. (Zie Ing. St. No. 13.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VIII. Voorstel tot verhuring van het perceel Vischmarkt No. 11, aan de dames A. S. en J. Privé. (Zie Ing. St. No. 14.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IX. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van den grond en het zich daarop bevindend trottoir vóór de perceelen Jan van Goyenkade Nis 20 en 21 en vóór het tusschen die perceelen gelegen terrein, Sectie M No. 2983 ged. (Zie Ing. St. No. 15.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Rurgemeester en Wethouders besloten. X. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van een gedeelte van de De Genestetstraat, Sectie O, Nis 848 tot en met 860, ged. (Zie Ing. St. No. 16.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XI. Voorstel tot verkoop van een gedeelte berm langs den Haarlemmertrekvaartweg, Sectie B, No. 811, ged., aan C. Kuipers. (Zie Ing. St. No. 17.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XII. Voorstel tot aankoop in het belang van de Volks huisvesting van de perceelen grond en water aan den Lagen Rijndijk, Sectie N No. 220 ged., tot inbrenging van een ge deelte dier perceelen in het gemeentelijk grondbedrijf en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (Zie Ing. St. No. 24.) De heer Sijtsma wijst er op, dat indertijd deze firma dezen grond aangeboden heeft voor 7000.doch dat de gemeente dat aanbod heeft afgewezen, omdat zij hem alleen gratis wilde overnemen, terwijl hij nu plotseling weer volgens het College f 5000.waard is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 3