18 aanwijzingen bepaald. Indien zulks niet mogelijk is, wordt het verbruik in overleg met Boskoop geschat door Leiden, dat rekening zal houden met de vroegere juiste aanwijzingen. Abt. 12. Meter aflezing. Verrekening. 1. De opneming van het electriciteitsverbruik van Bos koop geschiedt maandelijks door een door den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden aan te wijzen persoon, ten overstaan van een beambte van Boskoop. 2. De rekening van „het volgens artikel 8, sub a en b en artikel 9 verschuldigde zal per maand worden ingediend. Boskoop verbindt zich deze binnen 14 dagen te betalen. 3. Voor de berekening van het per maand verschuldigde, ingevolge artikel 8 sub a, wordt voorloopig gerekend met het maximum-vermogen, dat gedurende het voorgaande kalenderjaar is opgetreden. Aan het einde van een kalen derjaar vindt, in verband met het werkelijk opgetreden maximaal-vermogen verrekening van het iDgevolge het vorige lid te weinig of te veel betaalde plaats. Art. 13. Toegang tot gebouwen. Ter controleering van de naleving dezer overeenkomst en voor den goeden gang der exploitatie, zullen de Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden, zoomede de door hem aan te wijzen ambtenaren, te allen tijde toegang hebben tot alle gebouwen, dienende voor de electriciteitsvoorziening van Boskoop. Abt. 14. Electriciteitsver ordening. De stroomlevering door Leiden aan Boskoop geschiedt verder volgens de bepalingen van de Electriciteitsverorde- ning van Leiden, zooals deze thans luidt of nader mocht worden vastgesteld, alles voor zoover deze bepalingen toe passelijk zijn en voor zoover daarvan niet bij deze over eenkomst uitdrukkelijk wordt afgeweken. Abt. 15. Eindigen der overeenkomst. 1. Deze overeenkomst eindigt na afloop van den in artikel 1 genoemden termijn, derhalve op 31 December 1950 zij wordt telkens stilzwijgend met vijf jaren verlengd, tenzij een der partijen drie jaren vóór het einde van dien termijn of van een vijfjarigen verlengingstermijn deze overeenkomst schriftelijk opzegt. 2. Leiden is tevens bevoegd deze overeenkomst te doen eindigen, indien de Provincie Zuid-Holland van haar recht tot geheele of gedeeltelijke naasting van de voor Boskoop dienende hoogspanningslijnen gebruik maakt. 3. Ingeval de Staat der Nederlanden of de Provincie Zuid-Holland te eeniger tijd het bedrijf van Leiden geheel of ten deele mocht overnemen, heeft Leiden het recht den Staat of de Provincie Zuid-Holland, voor zooveel de naleving van deze overeenkomst betreft, in zijn plaats te doen treden, zoodat dit contract dan verder tusschen Boskoop en den Staat of de Provincie Zuid-Holland zal worden uitgevoerd. 4. Bij het eindigen van deze overeenkomst behoudt Leiden, zonder dat daarvoor eenige vergoeding of recognitie hoe ook genaamd, door Leiden aan Boskoop te betalen is, de noodige vergunningen, genoemd in artikel 3, voor zoover en zoolang deze noodig zijn om aan zijne op het oogenblik van afloop van deze overeenkomst loopende verplichtingen tot stroomlevering aan derden of aan andere gemeenten te voldoen. Houdt een overeenkomst, bestaande op het oogenblik van het eindigen van dit contract, eene bepaling in omtrent stilzwijgende verlenging bij nietopzegging op zeker tijdstip, dan wordt ook gedurende den verlengingstermijn de ver plichting uit die overeenkomst als een loopende beschouwd. 5. Indien Boskoop, overeenkomstig bovenstaande regelen, de overeenkomst opzegt, zal het na afloop van deze over eenkomst dat gedeelte van het door Leiden gelegde kabel- of leidingnet met toebehooren, dat niet tevens noodig is om aan de op het oogenblik van afloop van deze overeenkomst loopende verplichtingen van Leiden tot stroomlevering aan derden of aan andere gemeenten te voldoen, overnemen, voor zoover Boskoop bedoeld kabel- of leidingnet noodig heeft, tegen taxatie, in gemeenschappelijk overleg vast te stellen. Mocht dit gemeenschappelijk overleg niet tot overeenstemming omtrent de taxatie leiden, dan zal de taxatie in hoogste ressort geschieden door drie deskundigen, benoemd op de wijze als in artikel 16 voor scheidsrechters is aangegeven. Abt. 16. Arbitrage. 1. Alle geschillen, tusschen Leiden en Boskoop uit of naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaande, ook die betreffende de voorwaarden, waarop verhooging van ver mogen, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, eventueel zal plaats vinden, zullen in hoogste ressort beslist worden door drie scheidsrechters, behoudens maatregelen van conserva- toiren aard of in kort geding voor den President der Rechtbank. 2. Elk der partijen zal een scheidsman benoemen, terwijl de aldus benoemden in gemeen overleg een derden zullen aanwijzen. Mocht een der partijen in gebreke blijven tot benoeming van een scheidsman over te gaan na daartoe door de wederpartij schriftelijk te zijn aangemaand, of kunnen beide benoemde scheidsrechters niet tot overeen stemming geraken omtrent den derden scheidsman, dan geschiedt de benoeming der drie scheidsmannen door den bevoegden rechter op verzoek van de meest gereede partij. 3. De scheidsrechters zullen als goede mannen naar billijk heid rechtspreken binnen een bij de benoeming door partijen te bepalen tijd en zelf de regelen der procedure vaststellen. Slotbepaling. De kosten van deze overeenkomst komen voor rekening van beide partijen. Leiden, 25 Januari 1926. De onderhandelingen, door den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit gevoerd met het gemeente bestuur van Boskoop, betreffende electriciteitslevering aan die gemeente, hebben er toe geleid, dat overeenstemming is verkregen over de voorwaarden, zooals die in bijgaand concept-contract zijn vervat. Ingevolge de ontworpen overeenkomst zal Leiden den stroom en gros aan Boskoop leveren, terwijl die gemeente de electriciteit aan de ingezetenen zal distribueeren. De gemeente Boskoop garandeert Leiden jaarlijks een zekere minimum-opbrengst aan stroom (zie art. 1). De voorwaarden zijn verder zoo gesteld, dat Leiden zich het recht voorbehoudt, om groot-verbruikers, die door Boskoop niet van stroom zouden kunnen worden voorzien, zelf rechtstreeks aan te sluiten. Bij het tot stand komen van de overeenkomst zal kunnen worden volstaan met op den hoogspanningskabel, welke reeds langs de gemeente Boskoop ligt, een korte aftakking te maken, waarmede betrekkelijk weinig kosten (naar raming ƒ5000) gemoeid zijn. De voorwaarden van deze overeenkomst zijn over het algemeen vrijwel gelijk aan die van de in den laatsten tijd afgesloten soortgelijke contractenook hier brengt een duurte- clausule (art. 9) den te betalen prijs voor de electriciteit automatisch in overeenstemming met dekolenprijzen. Evenwel is het noodig gebleken enkele uitzonderingen op de normale voorwaarden in het contract op te nemen, waarop wij in het kort Uwe aandacht meenen te moeten vestigen. In de eerste plaats bevat het tarief een gelijkblij venden K.W.-prijs naast den K.W.U-prijs, hetgeen gedurende de eerste contractjaren voor Boskoop, gedurende de laatste jaren voor Leiden voordeeliger is. De reden hiervan is gelegen in het feit, dat Boskoop geen prijs stelde op een K.W.-prijs met afdalende schaal, zooals die in den regel in de stroomleveringscontracten wordt opgenomen. Voorts is de z.g. spertijd in het contract bekort tot slechts enkele uren, een regeling waartegen in dit geval geen bezwaar bestaat, aangezien Boskoop een vrijwel zuivere lichtbelasting zal geven in verband met de afwezigheid van industrieën en de kans, dat zich in deze gemeente, waar nagenoeg alle grond voor kweekgrond is benut, industriëen zullen vestigen, zeer gering is. Verder is de kolenfactor op verzoek van Boskoop eenigszins anders gesteld; overigens is de kolen clausule geheel normaal. Ten slotte wordt in verband met het medegebruik, dat Leiden heeft van het hoogspanningsstation, dezerzijds een financiëele vergoeding aan Boskoop gegeven, welke in art. 4 van het ontwerp-contract is neergelegd. Onder mededeeling, dat de uitgaven voor deze stroom levering voorloopig uit de beschikbare gelden der Fabrieken kunnen worden bestreden, zoodat voorshands geen nieuw kapitaal voor deze onderneming behoeft te worden verstrekt, geven wij U in overweging den Raad voor te stellen tot vaststelling van de hierbij overgelegde concept-overeenkomst betreffende de levering van electriciteit aan de gemeente Boskoop, over te gaan. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, J. F. X. Sanders, Voorzitter. E. Schotman, Secretaris Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 21