17 hoogspanningsstation in hetwelk de stroom wordt afgeleverd en hetwelk op de bij deze overeenkomst gevoegde gewaar merkte teekening is aangegeven, alsmede een aandeel in de bouwkosten van dit en de andere stations tot een bedrag van 6000.(zes duizend gulden). 2. Wordt later door Boskoop aflevering van de electriciteit in meer hoogspanningsstations gewenscht, dan kan dat in gemeenschappelijk overleg, op nader over een te komen voorwaarden, geschieden. 3. Hoogspanningsnet en inrichting van het door Leiden benoodigde gedeelte van het hoogspanningsstation, zijn en blijven het eigendom van Leiden, dat bevoegd is hiervan gebruik te maken voor stroomlevering aan derden. 4. De ondergrond voor de terstond of later benoodigde hoogspanningsstations, dienende voor de stroomlevering aan Boskoop, zoowel als de steenen gebouwtjes zelve (te bouwen in overleg met Leiden), worden voor den duur van deze overeenkomst kosteloos door Boskoop aan Leiden ten gebruike afgestaan. 5. Ingeval eenig perceel grond in het vorig lid bedoeld niet aan den openbaren weg gelegen is, verzekert Boskoop aan Leiden het recht van overweg over en vergunning tot het leggen, hebben, onderhouden en wegnemen van kabels. 6. De bestrating, resp. de verharding der kabelsleuven na het leggen der kabels, geschiedt door en voor rekening van Leiden. Art. 5. Leggen en verleggen van Icabels. 1. Van elke voorgenomen kabellegging (met uitzondering van luchtleidingen, waarvoor een speciale vergunning van Boskoop noodig is) wordt tenminste 3 dagen vooraf, zoo mogelijk eerder, kennis gegeven aan Boskoop, zoo noodig onder overlegging van een teekening. Tenzij Boskoop zich met de voorgestelde dispositie niet kan vereenigen, kan Leiden onmiddellijk tot de kabellegging overgaan, welke werkzaamheden geschieden met inachtneming van de Politie verordening van Boskoop, volgens de bijzondere aanwijzingen of regelen door Boskoop gesteld en onder voldoende toezicht van de zijde van Leiden. 2. Er zal door Leiden zorgvuldig voor gewaakt worden, dat het verkeer niet wordt belemmerd. Bij noodzakelijke stremming van de passage, zal hiervan door Leiden, behoudens overmacht, telkens 3, zoo mogelijk 5, dagen vooraf aan Boskoop worden kennis gegeven. In dringende gevallen (als storingen aan bestaande kabels, enz.) zal Leiden onmiddellijk de noodige werkzaamheden kunnen uitvoeren, mits de noodige veiligheidsmaatregelen worden in acht genomen en zoodra mogelijk aan Boskoop van deze werkzaamheden wordt kennis gegeven. 3. De gelegde kabels worden in het plaveisel door een voldoend aantal merksteenen, tenminste een bij elke mof, aangeduid. 4. Wanneer Boskoop dit aan Leiden verzoekt, is Leiden verplicht de leidingen met toebehooren in den meest ruimen zin genomen, hetzij in haar geheel, hetzij gedeeltelijk, op te nemen en te verleggen of af te breken en te ver plaatsen. 5. Boskoop is verplicht de daarvoor gemaakte kosten, in den meest ruimen zin genomen, te vergoeden. Zijn door Leiden dergelijke werken eigener beweging uitgevoerd, dan behoeft voor die werken geen vergoeding te worden gegeven. Art. 6. Hoogspanningsnet en hoogspanningsstations van. Boskoop. 1. Voor rekening van Boskoop komen de voor zijn bedrijf benoodigde hoogspanningsstations met transformatoren, de voor de aansluiting van deze stations benoodigde hoog- spanninsgeleidingen, alsmede de van deze stations uitgaande laagspanningsgeleidingen met hare schakelaars, zekeringen, alsmede alle bijbehoorende toestellen en de geleidingen, enz. voor de huisaansluitingen. 2. Boskoop verbindt zich alle door of vanwege hem uit te voeren werken, alsmede de latere uitbreidingen daarvan, op bedrijfszekere wijze te doen uitvoeren en zoodanig, dat de kans op storingen in het hoogspanningsnet van Leiden zoo gering mogelijk blijft. 3. De installatievoorschriften van Boskoop zullen zooveel mogelijk gelijk zijn aan die van Leiden. Art. 7. Beschikbaar gestelde energie. 1. Het maximaal vermogen, dat Leiden voor Boskoop beschikbaar moet houden, wordt aanvankelijk vastgesteld op 200 K. Y. A. Op daartoe strekkend verzoek van Boskoop zal Leiden dit vermogen tot ten hoogste 300 K. V. A. ver- hoogen, mits de door Boskoop gegarandeerde minimum- jaarafname met ingang van gelijken datum wordt verhoogd tot 200.000 K. W. U. 2. Ter beoordeeling van het vermogen, dat gedurende een kalenderjaar door Boskoop zal worden verbruikt, zal Bos koop driemaandelijks en zoo noodig meermalen een opgave aan Leiden doen toekomen van het aantal aansluitingen aan zijn electriciteitsnet en van de gezamenlijke aansluitwaarde in K. W. dezer aansluitingen. 3. De electriciteit naar Boskoop wordt overgebracht en afgeleverd als driephasenstroom met nominaal 10.000 Volt spanning bij 50 perioden per seconde. Art. 8. Verschuldigde kosten voor de stroomlevering. 1. Het door Boskoop verschuldigde voor de door Leiden geleverde electrische energie zal, onverminderd het bepaalde in artikel 9, als volgt worden berekend: a. Per K. W. van het maximaal in een kalenderjaar ge durende de avonduren opgetreden vermogen 75,per K.W. per jaar; b. Per verbruikte K. W. U. 2,1 cent 2. Voor de berekening van het sub a en b verschuldigde zal gelden de som van de aanwijzingen der volgens artikel 10 te plaatsen meters aan de hoogspanningszijde in de onder stations, dienende voor de stroomlevering aan Boskoop. Onder avonduren worden verstaan de uren van 4 tot 6 uur n.m. gedurende de maanden Januari, November en December. Art. 9. Duurtetoeslag 1. De in art. 8 sub b genoemde stroomprijs geldt onver anderd, indien de kolenprijs niet lager dan 8,50 en niet hooger dan 10,50 per 1000 K.G. is. 2. Is de kolenprijs lager of hooger, dan wordt de prijs per K. W. U. verlaagd of verhoogd met 0,015 cent voor iedere volle tien cent, die de kolenprijs van 9,50 verschilt. 3. Onder den kolenprijs in eenig kalenderjaar wordt hier verstaan de gemiddelde prijs, dien de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden in dat jaar per 1000 K.G. gaskolen met een calorische benedenwaarde (stookwaarde) van tenminste 7300 cal. betalen, berekend gelost op het terrein dezer fabrieken. Is de stookwaarde minder, dan zal naar billijkheid, in overeenstemming met Boskoop, een ver hooging moeten plaats vinden voor den betaalden prijs. 4. Voor de maandelijksche berekening van het stroom verbruik wordt telkenmale een kolenprijs zoo juist mogelijk vastgesteld. De juiste berekening en verrekening heeft plaats na afloop van het betreffende kalenderjaar. 5. Zoodra door maatregelen, van Overheidswege genomen, de prijs van gaskolen, geleverd aan Gasfabrieken, niet meer in een juiste verhouding staat tot den prijs van de overige kolensoorten, geleverd aan de industrie, zal de prijs van prima stoomkolen (Nootjes IV), berekend gelost op het terrein der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, als kolen prijs gelden. Art. 10. Meters. 1. In de in artikel 4 genoemde hoogspanningsstations wordt ten behoeve van de meting van de electrische energie door elk der partijen een K. W. U.-meter met maximaal- aanwijzing, van deugdelijk fabrikaat, aangebracht. 2. De gemiddelde waarde van de aflezingen van deze beide meters zal als grondslag voor de berekening van het stroomverbruik worden aangenomen. 3. De maximaal-aanwijzers zullen zoodanig zijn ingericht, dat zij de hoogste gemiddelde belasting over perioden van 15 minuten aanwijzen. 4. Aanwijzingen van bewezen kortsluitingen worden niet als maximum-vermogen in rekening gebracht. Art. 11. Verschil in aanwijzing der meters. 1. Bij een verschil van meer dan 6 tusschen de aan wijzingen van een der door Leiden geplaatste meters en den door Boskoop op te stellen controlemeter, kunnen op aan vrage van een der partijen beide meters worden geijkt in een door beide partijen als bevoegd erkende inrichting. 2. De kosten van deze ijking zullen worden gedragen door die partij, van welke de opgestelde meter de grootste mis wijzing vertoonde. 3. Voor den tijd, gedurende welken de aanwijzingen onjuist zijn, wordt het verbruik door de correctie van de meter-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 20