MAANDAG 25
JANUARI 1926.
1
Zitting Tan Maandag 35 Januari 1936.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Dr. N. C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen
1° Benoeming van een tijdelijk leeraar in plant-en dierkunde
aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (5)
2° Benoeming van vijf leden der Plaatselijke Schoolcommissie.
(3)
3° Benoeming van een lid der Commissie voor de Bewaar
scholen. (4)
4° Praeadvies op het verzoek van F. L. Th. Moene, om
eervol ontslag als onderwijzer bij het openbaar vervolg
onderwijs. (11)
5° Voorstel om den datum van het ontslag van Dr. J. J.
E. Hondius als leeraar aan het Gymnasium nader te
bepalen op 1 Januari 1926. (12)
6° Begrooting, dienst 1926, van het Geref. Minne- of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (2)
7° Voorstel tot kostelooze ingebruikgeving van het gymna
stieklokaal der voormalige school aan de Mare aan de
Vereeniging tot instandhouding van het Leidsch Muziek
corps, zulks met intrekking van het Raadsbesluit van
28 October 1909. (13)
8° Voorstel tot verhuring van de bovenwoning van het
perceel Vischmarkt No. 11, aan de dames A. S. en J.
Privé. (14)
9° Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder
houd bij de gemeente van den grond en het zich daarop
bevindend trottoir vóór de perceelen Jan van Goyenkade
Nis. 20 en 21 en vóór het tusschen die perceelen gelegen
terrein, Sectie M. No. 2983 ged. (15)
10° Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder
houd bij de gemeente van een gedeelte van de De
Genestetstraat, Sectie O, Nis. 848 tot en met 860, ged.
(16)
11° Voorstel tot verkoop van een gedeelte berm langs den
Haarlemmer trek vaart weg, Sectie B, No. 811 gedaan
C. Kuipers. (17)
12° Voorstel tot aankoop in bet belang van de Volkshuis
vesting van de perceelen grond en water aan den Lagen
Rijndijk, Sectie N n°. 220 ged., tot inbrenging van een
gedeelte dier perceelen in het gemeentelijk grondbedrijf
en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootings-
staat. (24)
13° Voorstel tot toekenning aan de besturen van verschillende
bijzondere scholen voor Lager Onderwijs, voor het jaar
1924, van eene vergoeding, krachtens art. 100 der Lager
Onderwijswet 1920. (18)
14* Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1925, ten
behoeve van de meerdere kosten van herstelling van den
toren der Pieterskerk. (19)
15° Voorstel tot wijziging van de in 1921 met de gemeenten
Nieuwkoop, Nieuwveen, Ter Aar en Zevenhoven gesloten
overeenkomsten, betreffende de levering van electriciteit
aan die gemeenten door de Stedelijke Electriciteitsfabriek
te Leiden. (6)
16° Voorstel tot wijziging van eenige posten der begrooting,
dienst 1926, in verband met de oprichting van het tijdelijk
Gemeentelijk Waschbureau als zelfstandige inrichting. (20)
17° Voorstel tot nadere wijziging der begrooting, dienst 1925,
in verband met de toekenning van een extra-ondersteuning
gedurende de Kerstweek. (25)
18° Voorstel tot onderhandsche opdracht van het maken,
leveren en opstellen van den ijzeren bovenbouw voor de
te vernieuwen Verversbrug met bewegingsinrichting en
andere bijbehoorende werken, aan de N. V. Hollandsche
Constructie Werkplaatsen, te Leiden. (7)
19° Voorstel tot het verleenen van eene bijdrage in de kosten
van de te houden wedstrijden ter gelegenheid van het
40-jarig bestaan der Leidsche Zwemclub. (21)
20° Praeadvies op het verzoek van K. Heemskerk, om toe
kenning van een jaarlijksch subsidie, ten behoeve van
het door hem geëxploiteerde overzetveer in de Trekvliet
nabij de Groenhovenstraat. (8)
21° Voorstel om, met intrekking van het Raadsbesluit van
21 December 1925, Burgemeester en Wethouders te
machtigen ten aanzien van een 6-tal premiebouwplannen,
over het tijdvak van 1 Januari 1926 tot en met 30 Juni
1926, genoegen te nemen met de ontvangst van een an
nuïteit, berekend naar een rente van 5J
(292 en 293 van 1925 en 1 van 1926)
22° Voorstel om medewerking te verleenen aan het bestuur
der R. K. Par. Jongensscholen onder R. K. Par. Kerk
bestuur, tot verandering van de inrichting der school
gebouwen Pieterskerkhof 4, Rapenburg 48, Haarlemmer
straat 240 en Pelikaanstraat 20, door het aanbrengen
van centrale verwarming. (22)
23° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van het aanbrengen, bij wijze van proefneming, van
asfaltwegbedekking in het Noordeinde, van de Witte-
poortsbrug tot het Rapenburg, en in de Pelikaanstraat,
tusschen Oude Vest en Haarlemmerstraat. (23)
24° Beantwoording van de interpellatie van den heer Schüller,
in zake het bestratingswerk van den Rijnsburgerweg. (9)
25° Interpellatie van den heer Sijtsma, in zake het adres van
A. van Veen, betreffende de keldergang onder het Steen-
schuur.
Tegenwoordig zijn 32 leden, namelijk: de heeren van Eek,
Schüller, Dubbeldeman, Spendel, Coster, Zuidema, mevrouw
van Itallievan Embden, de heeren Heemskerk, Bergers,
Eikerbout, Deumer, Oostdam, Sijtsma, van Hamel, Meijnen,
Reimeringer, Sanders, mevrouw Dietrichde Rooij, de heeren
Baart, Wilbrink, Splinter, van Stralen, van der Reijden,
Witmans, Wilmer, Eerdmans, Verweij, Kooistra, Huurman,
van Rosmalen, Groeneveld en Knuttel.
Afwezig: de heer Mulder wegens ongesteldheid.
De notulen van het verhandelde in de vergaderingen van
21 en 24 December 1925 worden goedgekeurd.
De Voorzitter houdt de volgende toespraak:
Dames en Heeren,
Ouder gewoonte, maar tevens ook zeer hartelijk gemeend,
wensch ik U allen een gelukkig 1926 toe.
Haar en hun Uwer, die, ter gelegenheid van de wisseling
des jaars, mij eenen gelukwensch deden toekomen, betuig ik,
hier ter plaatse, mijn welgemeenden dank daarvoor.
Moge ook het nieuw ingetreden jaar voor de ingezetenen,
van welken rang, stand of richting zij zijn mogen, evenals
voor hunne familie en tevens in hun werkkring en zaken, een
goed jaar zijn.
Nog steeds zijn de naweëen van den verderfelijken oorlog
niet te boven gekomen.
Voor zooverre het van ons afhangt, rust ook op ons de dure
plicht mede te werken tot bevordering van de zedelijke opheffing
en de stoffelijke welvaart van de burgers onzer goede stad.
Het jaar 1926 is door de teistering van den Watersnood
voor zeer velen in den lande slecht begonnen. Moge Gods
goedheid ons Land voor meerdere rampen, die ons volk steeds
kunnen treffen, behoeden.
Moge in 't bijzonder 1926 voor onze stad en hare bewoners
een voorspoedig jaar zijn en aan den Raad de wijsheid en het
inzicht verleend worden, om door weldoordachte en verstandige
besluiten het waarachtig idieel en stoffelijk belang te bevorderen
van onze geliefde stad en van hare ingezetenen in alle geledingen.
Dat zij zoo. Teekenen van instemming.)
De heer van Hamel zegt, dat de Raad de goede wenschen,
welke de Voorzitter tot den Raad heeft gericht, gaarne reci
proceert. Hij is overtuigd de instemming van al de Raads
leden te hebben, wanneer hij den Voorzitter, zoowel in zijn
particuliere leven als in zijn ambtelijke betrekking, en diens
gade een allergelukkigst jaar 1926 toewenscht. Hij herinnert
er aan hoe in October van het vorige jaar is gebleken, hoe
zeer de Burgemeester zich terecht in de sympathie en de
waardeering van de geheele bevolking mag verheugen en
spreekt de hoop uit, dat de Burgemeester in het nieuwe jaar
mag gespaard worden voor huiselijke rampen als hem in 1925
er een heeft getroffen door het overlijden van zijn moeder.
{Teekenen van instemming.)
De Voorzitter dankt den heer van Hamel ten zeerste voor
diens hartelijke gelukwenschen en ook voor de hartelijke wijze,
waarop hij herdacht heeft den dood van sprekers moeder, er
daarbij bijzonder prijs op stellende, dat de Raad zijne instemming
betuigd heeft met de woorden van den heer van Hamel.
Spreker besluit met de hoop uit te spreken, dat het allen
leden van den Raad met hunne familie's in het nieuw inge
treden jaar goed zal mogen gaan.
(Teekenen van instemming