Ch. van Spall, Dir. 25 het stoombedrijf geheel buiten dienst te kunnen stellen, is het gewenscht de stoommachine door een ruwoliemotor te vervangen. De kosten hiervan worden geraamd op ƒ10.000. De capaciteit van den sub II bedoelden oliemotor, welke dient om onder hoogen druk het gefiltreerde water naar den watertoren te persen, is onvoldoende gebleken; derhalve wordt vervanging door een motor van zwaarder type voor gesteld. Daarvoor zal een uitgave van, naar raming, 26.000. worden gevorderd. In verband met de toeneming van het waterverbruik in de laatste jaren, is verruiming van de sub III van het adres genoemde hoofdtoevoerbuis noodig geworden. Door deze verwijding zal het water in Leiden onder hoogeren druk geleverd kunnen worden. De kosten van dit werk worden geraamd op 140.000. Het leggen van de onder IY van het adres vermelde nieuwe dwarsverbinding naar Oegstgeest zal aan de water voorziening zoowel van Leiden als van Oegstgeest ten goede komen. Een uitgave van ongeveer 16.000.zal hiervoor noodig zijn, tenzij voor deze nieuwe verbinding de oude buizen van de te vervangen hoofdtoevoerleiding kunnen worden gebruikt, in welk geval de kosten natuurlijk ge ringer zullen zijn. Tegen inwilliging van het hier besproken verzoek der Leidsche Duinwater Maatschappij bestaan noch bij ons Col lege noch bij den Commissaris der Gemeente bij genoemde maatschappij bezwaren. Ook de Commissie van Fabricage en de Gezondheidscommissie hier ter stede kunnen zich er mede vereenigen. Wij geven U mitsdien in overweging goed te keuren, dat de Leidsche Duinwater Maatschappij de in het adres om schreven wijzigingen in hare machinale installatie en in haar buizennet aanbrengt, zulks onder de gebruikelijke voor waarde, dat de Commissaris der gemeente bij de Leidsche Duinwater Maatschappij bevoegd zij, zich in de uitoefening van zijntoezicht op de uitvoering der werken te doen vertegenwoordigen door den Directeur van Gemeentewerken, met dien verstande, dat op- of aanmerkingen slechts door tusschenkomst van den Commissaris bij de Directie der Maatschappij zullen worden aangebracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Baad van de gemeente Leiden. De Leidsche Duinwater Maatschappij heeft, ingevolge art. 5 van het compromis van 2 Augustus 1894, de eer hierbij aan Uwe goedkeuring te onderwerpen: I Vervanging van de stoommachine der lage druk cen- trifugaalpomp door een olie-motor. II Vervanging van den bestaanden olie-motor in den watertoren te Katwijk door een van grootere capaciteit. III Vervanging van de 300 mm. 2e hoofdbuis tusschen den Bijn bij Katwijk en den Haagschen (Bijks) Straatweg, over een lengte van 3600 M. door een buis van 500 mm. middellijn. IV het verbeteren van den watertoevoer naar de gemeente Oegstgeest door het tot stand brengen van een 300 mm. verbinding tusschen de onder Sub III genoemde vernieuwde hoofdbuis in den Bhijnsburgerweg (Lange- pad) en het buizennet in Oegstgeest en wel langs de Groenesteeg. 'tWelk doende enz. De Leidsche Duinwater Maatschappij. Leiden, 30 November 1925. N°. 49. Leiden, 15 Februari 1926. Een aantal nieuw aangelegde of in aanleg zijnde straten behoort van passende namen te worden voorzien. In de eerste plaats enkele straten in het blok ten Noord- Oosten van den Bijnsburgerweg en ten Zuid-Oosten van den Warmonderweg. In aansluiting aan de aldaar reeds aanwezige Johan de Wittstraat, komt voor de op deteeke- ning met de letter A aangeduide straat in aanmerking de naam „Fagelstraat" naar Gaspar Fagel (16291688), die Johan de Witt in 1672 als raadpensionaris opvolgde. De straten B en C, gelegen in de nabijheid van de Van Olden- barneveltstraat, zouden kunnen worden genoemd naar B. Hogerbeets (1561-^-1625), destijds pensionaris van Leiden, en naar Gillis van Ledenbereh (gestorven 1618), destijds secretaris der Staten van Utrecht, beiden geestverwanten van Van Oldenbarnevelt. In de tweede plaats moeten aan eenige straten in het blok ten Zuid-Westen van den Bijnsburgerweg en ten Zuid- Oosten van de Ajaxlaan namen worden gegeven. Wij hebben voor het straten complex in deze nieuwe, eenigszins landelijke, wijk onze keuze op vogelnamen laten vallen en stellen voor, de op de teekening met de letters D, E, F en G aangeduide straten te noemen respectievelijk Lijsterstraat, Merelstraat, Boodborststraat en Leeuwerikstraat, terwijl de Ajaxlaan, waarop deze straten zullen uitkomen, in Nachtegaallaan ware te verdoopen. Vervolgens moet over den naam van het korte straatje tusschen de Van Speyk- en de Verlengde Oosterstraat beslist worden. Evenals zulks bij de Groenhovenstraat en de Was- straat, die eveneens met een hoek loopen, het geval is, zouden wij bedoeld straatje denzelfden naam willen geven als de straat, waarvan het 't verlengde is en het alzoo Van Speykstraat genoemd willen zien. Nu er tusschen de Ooster-, resp. de Munnikenstraat en de Verlengde Ooster- en de Verlengde Munnikenstraat geen onaangelegde vakken meer bestaan, kunnen deze straten over hare volle lengte den naam Ooster-, resp. Munniken straat dragen. Voorts heeft de nieuwe tijdelijke brug over den Maresingel tegenover het Prins Hendrikplein nog geen naam. Deze brug, die in het verlengde van de Huigstraat ligt, ware Huigbrug te noemen. Ten slotte lijkt het ons wenschelijk een afzonderlijken naam te geven aan het pleintje of hof, gelegen tusschen een blok huizen nabij de Lindestraat en op de mede over gelegde teekening door de letter H aangeduid. Wij stellen voor, dit plein, dat gelegen is in het verlengde van de Pioen straat, Pioenhof te noemen. Na raadpleging van de Commissie van Fabricage en den Gemeente-archivaris, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging: a. de op de overgelegde teekeningen door de letters A, B, C, D, E, F, G en H aangegeven straten en het daarop aangeduide plein te noemen respectievelijk: „Fagelstraat", „Hogerbeetsstraat", „van Ledenberchstraat", „Lijsterstraat", „Merelstraat", „Boodborststraat", „Leeuwerikstraat" en „Pioenhof"; b. den naam „Ajaxlaan" te veranderen in „Nachtegaallaan"; c. de tijdelijke brug over de Maresingelgracht tegenover het Prins Hendrikplein te noemen: „Huigbrug"; d. de Verlengde Oosterstraat en de Verlengde Munniken straat evenals de straten, waarvan zij het verlengde zijn, te noemen onderscheidenlijk „Oosterstraat" en „Munniken straat" e. de straat, liggende in het verlengde van de Van Speyk straat tusschen deze straat en de Oosterstraat, eveneens te noemen „Van Speykstraat". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 50. Leiden, 15 Februari 1926. Uiteen ingesteld onderzoek ons is gebleken, dat de hieronder vermelde onbewoonbaar verklaarde woningen, die moeten worden ontruimd op 3 Maart a.s., door de bewoners nog niet zijn verlaten. Aangezien het den bewoners van deze woningen tot nog toe niet is mogen gelukken een andere woning te vinden, bestaat er naar het oordeel van ons College aanleiding den termijn van ontruiming te verlengen tot 3 September a.s. In overeenstemming met het advies van de Gezondheids commissie en dat van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te bepalen, dat uiterlijk op 3 September 1926 moeten zijn ontruimd: de bij Raadsbesluit van 20 Februari 1922 onbewoonbaar verklaarde woningen: Wernershof Nis 2, 3, 7 en 10, Willem Frederikspoort Nis 2, 4, 5, 6 en 7, Paradijssteeg Nu. 58; de bij Raadsbesluit van 12 Februari 1923 onbewoonbaar verklaarde woningen: Schapenpoort (Beestenmarkt) Nis 6, 8, 10 en 12, Alida Mariahof (Narmstraat) Nis 2, 4, 7 en 8, Babarberpoort (Kruisstraat) Nis 2, 3, 4 en 5, Jan Potagepoort (2e Binnen vestgracht) No. 3, Hagemanspoort (2e Binnenvestgracht) Nis 1, 2 en 3, Brandewijnspoort (Langegracht) Nis 2 en 8, Pottebakkersgang (Kijfgracht) Nis 4, 5, 6 en 7, Leeuwen- poort (Middelstegracht) ongenummerd, Breepoort (Vestestraat) No. 3, Molenwerfsteeg (Vestestraat) Nis 1 en 3, Kloos- of Vischpoort (Koenesteeg) Nis 1 en 2, Barbarahof (Wiel-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1926 | | pagina 3