f
280 MAANDAG 21 DECEMBER 1925.
Tegen steramen: de heeren Eerdmans, Huurman, Oostdam,
Mulder, Meijnen, Sanders en de Voorzitter.
(De heeren Heemskerk en van Rosmalen hadden tijdens deze
stemming de vergadering tijdelijk verlaten.)
De Voorzitter stelt alsnu spoedeischend aan de orde een
voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te mach
tigen het benedengedeelte van het perceel Vischmarkt N°. 18,
met ingang van 1 Januari 1926, tegen een jaarlijkschen huur
prijs van ten minste ƒ600.te verhuren aan J. Kramer te
lJmuiden, met bepaling dat de huur wordt aangegaan tot
31 December 1926 en verder geacht wordt telkens voor den
tijd van één jaar, tegen denzelfden huurprijs en onder dezelfde
voorwaarden te zijn verlengd, indien de huur niet drie
maanden voor het eindigen van den huurtermijn schriftelijk
door een der partijen is opgezegd, zullende de huur in elk
geval eindigen op 31 December 1936 zonder dat eenige opzeg
ging daartoe wordt vereischt en onder voorwaarde, dat alle
onderhoud voor rekening van den huurder komt en verder
onder de gebruikelijke voorwaarden.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
dadelijke behandeling van dit voorstel besloten.
De heer Wilmer zou gaarne vernemen, waarom voorgesteld
wordt om dit perceel te verhuren aan den heer Kramer en
niet aan een ander. Was de heer Kramer degeen, die het
hoogste bod deed?
De Voorzitter antwoordt, dat dit het eenige bod is, dat
het gemeentebestuur gekregen heeft.
De heer Wilmer moet betwijfelen, of het wel algemeen
bekend geworden is, dat het perceel verhuurd zou worden.
Het is spreker geheel onbekend, of er iemand anders zou
zijn, die het huis zou willen huren, maar het moet zoo
gaan, dat ieder in de gelegenheid gesteld wordt, om het
huis te huren en dat daarna de geboden huurprijzen worden
vergeleken; of dat tevoren een huurprijs wordt vastgesteld.
Het is niet juist, dat iemand van elders op een zekeren dag
toevallig zich aanmeldt om dat huis te huren en het dan
krijgt. Misschien zijn er te Leiden wel 25 menschen, die dat
huis willen huren en 600.— willen geven, maar wachten
totdat het per advertentie te huur wordt aangeboden. Die
menschen zouden zeer verbaasd zijn, wanneer zij in de
courant lazen, dat het aan iemand uit lJmuiden was verhuurd,
terwijl zij niet in de gelegenheid waren geweest mede te
dingen. Sprekers vraag was dus wel degelijk op haarplaats.
De heer Groeneveld sluit zich aan bij het gesprokene
door den heer Wilmer. Ineens wordt voorgesteld om dit huis
te verhuren aan een onbekenden mijnheer uit lJmuiden,
terwijl spreker weet, dat er meerdere liefhebbers voor dezen
winkel zijn. Een bepaalde reden, waarom het perceel aan den
heer Kramer te lJmuiden zal moeten worden verhuurd, heeft
spreker niet vernomen.
Er komt bij, dat in dit perceel een vischhandel is gevestigd
en er wederom een vischhandel in gevestigd zal worden. In
zulk een geval is het gebruikelijk, dat er voor het overnemen
van de zaak iets wordt betaald en daarom wenscht spreker
te vernemen wat de gemeente daarvoor krijgt.
De heer Elkerbout vindt het vreemd, dat Burgemeester
en Wethouders voorstellen dit huis te verhuren voor f 600.
terwijl hem ter oore is gekomen, dat een bod is gedaan van
20.per week. Dat bod is weliswaar teruggenomen, maar
waar het verschil tusschen 600.en f 1000.nog al
groot is, zal wel een hoogere huurprijs dan 600.— zijn te
verkrijgen, te meer waar het pand voor een zaak gunstig is
gelegen.
De heer Deumer kan zich met veel van hetgeen de heer
Wilmer heeft aangevoerd vereenigen. Dit voorstel overvalt
den Raad inderdaad. Het was wenschelijker geweest, om dit
perceel publiek te verhuren en om gegadigden op te
roepen, die konden mededingen, zoodat men kon constateeren
of de huurprijs, door dien IJ muider vischhandelaar geboden,
in overeenstemming met de werkelijke waarde was. Misschien
heeft de man zich tevoren georiënteerd, omdat hij met den
omzet van de visch bekend is. Bovendien wil spreker vragen,
of bekend is of deze reflectant een reeder of een tusschen-
handelaar is. Dat kan van beteekenis zijn voor de overige
vischhandelaren te Leiden.
De heer Witmans zegt, dat hij de opmerkingen van den
heer Wilmer volkomen kan onderschrijven en dat hij niet
kan begrijpen, dat Burgemeester en Wethouders zoo plomp
verloren met dit voorstel komen.
Een huurprijs van 600.voor een winkelhuis in de
city van Leiden is toch wel te weinig.
Spreker kan mededeelen, dat dezen morgen iemand bij
hem op het bureau der Huurcommissie kwam, die den
visehwinkel wenschte te huren en spreker heeft dien persoon
naar het Stadhuis gestuurd.
Dit voorstel is veel té voorbarig. Bovendien gevoelt spreker
er niet veel voor om er toe mede te werken, dat dit winkelhuis
verhuurd wordt aan iemand, die feitelijk den gemeentelijken
visehwinkel dood gemaakt heelt.
Spreker hoopt, dat Burgemeester en Wethouders alsnog
dit voorstel zullen terugnemen. Het hindert niet, of de winkel
eerst half Januari of later verhuurd wordt.
De Voorzitter zegt, dat het College wel eenigszins verbaasd
is over het verzet tegen dit voorstel.
Het is bekend aan iedereen, dat de visehwinkel opgeheven
zal worden en iedereen heeft dus gelegenheid gehad om te
reflecteeren naar de huur van dien winkel. Men leest toch
couranten
Er is toch alles voor te zeggen, dat men, nu de gemeentelijke
visehwinkel opgeheven wordt, tracht om in dien winkel
weder een vischzaak te krijgen; dat zal zijn ten gerieve van
de menschen, die totnogtoe gewend waren om daar hun
visch te koopen. Deze mijnheer Kramer heeft het gemeentelijk
vischbedrijf bediend en is ook genegen om den man, die in
die zaak werkzaam is, in zijn dienst over te nemen. De
huurprijs zal bedragen 600.wat niet zulk een laag
bedrag is, gezien hetgeen er noodig is om dergelijken winkel
in te richten. Omtrent dezen gegadigde heeft het College
uitstekende informatiën gekregen, zoodat er in het geheel
geen bezwaar tegen is om met hem in zee te gaan.
De gemeentelijke visehwinkel wordt op 31 December op
geheven en het is noodig, dat het bedrijf op 1 Januari
voortgezet wordt.
De heer Bergers moet zich ook tegen het voorstel ver
klaren, want er zullen allicht te Leiden ook menschen zijn,
die het huis zouden willen huren.
Het kan niet het standpunt van de gemeente zijn om te
zeggenwij komen den menschen tegemoet, zoodat zij in
dezelfde straat visch zullen kunnen blijven koopen.
Spreker is er sterk voor per advertentie bekend te maken,
dat dit huis te huur is en dan desnoods den gemeentelijken
visehwinkel een week langer te laten bestaan.
De heer Deumer is door het antwoord van den Wethouder
niet bevredigd. Waar het perceel niet ontruimd was, konden
inwoners van Leiden zich niet als huurders aanmelden.
Spreker wil de Leidenaars ook in de gelegenheid stellen mede
te dingen.
De heer Groeneveld zegt nog geen antwoord te hebben
ontvangen op zijn vraag wat de gemeente krijgt voor de
nering, welke in het huis is gevestigd.
Spreker heeft gehoord, dat de man, die den winkel thans
drijft, ook een bod heeft gedaan, en oppervlakkig beoordeeld
zou deze in de eerste plaats als huurder in aanmerking
moeten komen. Spreker bepleit aanhouding van dit voorstel.
De Voorzitter neemt namens Burgemeester en Wethouders
het voorstel terug en stelt thans aan de orde de motie van
den heer van Stralen, luidende:
»De Raad, van oordeel dat het gewensebt is om aan de
gezinnen der werkloozen ter gelegenheid van de Kerstdagen
iets meer dan de gewone ondersteuning te verstrekken,
noodigt Burgemeester en Wethouders uit, om evenals zulks
te Amsterdam geschiedt, in de Kerstweek de ondersteuning
bij wijze van extra toeslag met 25 procent te verhoogen".
De heer van Stralen zegt, dat, hoewel zijn fractie de
laatste jaren vrij regelmatig een dergelijk voorstel heeft
ingediend, zij aanvankelijk voornemens was dat dit jaar niet
te doen, omdat de Raad in zijn meerderheid telkens had
getoond niet geneigd te zijn in de Kerstweek vanwege, de
gemeente op het gebied van de ondersteuning een kleinigheid
meer te doen dan op andere tijden. Bijzondere omstandigheden
hebben echter spreker en zijn partijgenooten doen besluiten
ook dit jaar weer met zulk een voorstel te komen. De plaatsen,
waarop de voorstellers zich gewoonlijk konden beroepen,
hebben verleden jaar geen extra uitkeering gegeven, waardoor
het standpunt van sprekers fractia werd verzwakt, maar, nu
in Amsterdam, Rotterdam en den Haag bij de behandeling
van de begrooting door Burgemeester en Wethouders is
medegedeeld, dat zij voornemens waren dit jaar in de Kerstweek
de ondersteuning te verhoogen, heeft dit spreker ertoe gebracht
om weder een kansje te wagen, ten einde te verkrijgen, dat
de werklooze gezinnen in deze week iets extra's krijgen.
Tal van liefdadige instellingen geven aan hare verpleegden