GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
183
INCi-EKOKKN NTI KKEX.
N°. 256. Leiden, den loden November 1925.
Op 1 September j.l. is de tijd afgeloopen, waarvoor Uwe
Vergadering bij besluit van 29 September 1924 (Ingek.
Stukken Na. 246) den beer Dr. T. van Lobuizen laatstelijk beeft
herbenoemd tot leeraar in de natuurkunde aan het Gymnasium
alhier. Het is wenscbelijk, dat deze benoeming voor den
nieuwen cursus 1925/26 wordt gecontinueerd. Ook de heer
J. J. Valkenburg, leeraar in de schei- en natuurkunde aan
het Gymnasium, ware, evenals vorige jaren is geschied, voor
den cursus 1925/26 wederom met het geven van onderwijs
in de wiskunde te belasten.
Onder overlegging van het desbetreffend advies van den
Inspecteur der Gymnasia geven wij U mitsdien in over
weging:
a. den heer Dr. T. van Lohuizen te benoemen voor den
tijd van één jaar (1 September 19251 September 1926)
tót leeraar in de natuurkunde aan het Gymnasium alhier;
b. den heer J. J. Valkenburg, leeraar in de schei- en
natuurkunde aan het Gymnasium alhier, voor den cursus
1925/26 tevens met het geven van onderwijs in de wiskunde
te belasten.
Curatoren van het Gymnasium.
D. C. Hesseling, Voorzitter.
E. Schotman, Secretaris.
Aan den Eaad der gemeente Leiden.
N°. 257. Leiden, 20 November 1925.
In aansluiting aan ons voorstel van 21 September j.l.
(Ingek. Stukken No. 224), houdende aanbeveling ter benoeming
van een tijdelijk leeraar in de wiskunde aan het Gymnasium,
deelen wij U mede, dat wij dat voorstel op 28 September j.l.
van de agenda hebben afgevoerd, omdat wij het gewen scht
oordeelden alsnog een enkele informatie in te winnen. Ten-
eindè stagnatie in den goeden gang van het onderwijs te
voorkomen, hebben wij, in afwachting van de benoeming
van een leeraar door Uwe Vergadering, overeenkomstig art.
16 der verordening op de inrichting van het Gymnasium,
den heer F. A. Menalda alhier tijdelijk voor ten hoogste drie
maanden als zoodanig aangesteld. Nu er thans geen bezwaar
meer bestaat, om het evengenoemd voorstel in behandeling
te nemen, geven wij U mitsdien in overweging tot benoeming
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 258. Leiden, 20 November 1925.
Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 7 der verordening
van 26 Juli 1920, houdende Reglement voor het Burgerlijk
Armbestuur te Leiden, hebben wij de eer U, ter vervulling
van de vacatures in dat bestuur, welke op 1 Januari a,s.
zullen ontstaan tengevolge van de periodieke aftreding van
de heeren H. J. Planjer en M. F. Oostveen, na raadpleging
van het Burgerlijk Armbestuur, de volgende aanbeveling
aan te bieden:
Vacature H. J. Planjer:
I». H. J. PLANJER;
2°. F. A. VAN KLEEF.
Vacature M. F. Oostveen:
1°. M. F. OOSTVEEN;
2n. J. J. VALLENTGOED.
Wij verzoeken Uwe Vergadering alsnu tot een e benoeming
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 259. Leiden, 20 November 1925.
Met verwijzing naar de terzake door het College van
Curatoren van het Gymnasium en den Inspecteur der
Gymnasia uitgebrachte adviezen, geven wij Uwe Vergadering
in overweging den heer Dr. J. J. E. Hondius, op zijn ver
zoek eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van
leeraar in de oude talen aan het Gymnasium alhier en dat
ontslag te doen ingaan 15 Januari 1926.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 260. Leiden, 20 November 1925.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij tegen de navolgende, in hare handen gestelde
stukken, geene bedenkingen heeft:
1°. Rekening over 1924 van het Leidsch Muziekcorps;
2°. Suppletoire begrooting, dienst 1924, van het Gerefor
meerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis;
3". Rekening over 1924 van die instelling;
4°. Staat van af- en overschrijvingen op de begrooting
voor 1924 van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis
5°. Suppletoire begrooting, dienst 1924, van die instelling;
6°. Rekening over 1924 van die instelling;
7°. Begrooting voor 1926 van die instelling;
8°. Staat van af- en overschrijvingen op de begrooting
voor 1924 van het College van Vrouwen-Kraammoeders;
9°. Rekening over 1924 van dat College;
10°. Begrooting voor 1926 van dat College;
11°. Rekening over 1924 van de Gezondheidscommissie.
Zij stelt U derhalve voor tot goedkeuring van die stukken
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 261. Leiden, 20 November 1925.
Nu de gemeenterekening over 1923 door de Gedeputeerde
Staten is vastgesteld, kan ingevolge artikel 109 der Gemeente
wet worden overgegaan tot opheffing van de door wijlen
den heer G. H. Kokxhoorn, als gemeente-ontvanger en de
door den gepensionneerden hoofdambtenaar ten kantore van
den gemeente-ontvanger, J. W. Lau, als waarnemendgemeente-
ontvanger, gestelde zekerheid.
In verband hiermede geven wij in overweging te besluiten
tot opheffing van de door de vereeniging van tot zeker
heidstelling verplichte gemeente-ambtenaren, ten behoeve
van nu wijlen den heer G. H. Kokxhoorn, als gemeente
ontvanger en den heer J. W. Lau, als waarnemend gemeente
ontvanger, gestelde zekerheid.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 262. Leiden, 20 November 1925.
Bij Uw besluit van 15 October 1923 (Ingek. Stukken no.
314) werd aangekocht het complex gronden aan den Zoeter-
woudschen Singel en bij de Heerenstraat met het huis
„Zuiderzicht" en verdere opstallen, o. m. onder voorwaarde,
dat de toenmalige bewoner van genoemd huis het recht
zou hebben dit kosteloos te blijven bewonen tot en met 31
December 1925. Op 1 Januari a.s. komt het pand dus ter
beschikking van de gemeente.
De woning met den daarbij behoorenden bloementuin kan
voorloopig nog worden verhuurd, mits de gemeente zich,
zooals gebruikelijk is, het recht voorbehoudt de huur met
een termijn van drie maanden tusschentijds op te zeggen
en mits zij te allen tijde kan beschikken over het gedeelte
van den bloementuin, benoodigd voor den eventueelen
stratenaanleg op het terrein. Het spreekt verder vanzelf,
dat, in verband met de toekomstige bestemming van het
landgoed, de gemeente, behoudens de hierna volgende uit
zondering, geen uitgaven mag doen voor verbetering van
het huis om het in meer bewoonbaren staat te brengen,
noch ook zich met het onderhoud mag belasten.
Als gegadigde voor de huur heeft zich aangemeld Dr. D.
Plooy alhier, voor 750.per jaar, die met de genoemde
voorwaarden accoord gaat; alleen heeft hij verzocht, dat
het perceel door en op kosten van de gemeente lekvrij