168 er alleszins reden is, om met het door den Directeur voor gestelde spreekuur een proef te nemen. Het geldt hier toch een aanvulling van het reeds in 1906 ingesteld geneeskundig schooltoezicht, ten doel hebbende dit niet te beperken tot het toezicht op de schoolgebouwen en tot den strijd tegen besmettelijke ziekten, doch zich ook te doen uitstrekken tot den gezondheidstoestand van de kinderen, met name tot de door den Directeur aangegeven afwijkingen en gebreken. Deze tijdig aan het licht te brengen, kan ongetwijfeld gevaar voor de kinderen en ook voor anderen voorkomen. Onder mededeeling, dat de Gezondheids-Commissie zich eveneens met het voorstel kan vereenigen, geven wij Uwe Vergadering derhalve in overweging te besluiten tot de instel ling, bij wijze van proef, van een schoolspreekuur, voorloopig door den Directeur van den Geneeskundigen Dienst op de bovenomschreven wijze te houden, ten behoeve van die leer lingen van de openbare en bijzondere scholen, wier ouders den wensch hebben te kennen gegeven, hunne kinderen genees kundig te doen onderzoeken. Het is onze bedoeling het onderzoek te doen aanvangen met het jaar 1926. Indien de proef slaagt, kan dan te zijner tijd een voorstel bij Uwe Vergadering worden ingediend tot wijziging van de verordening, regelende het genees kundig toezicht op de openbare en bijzondere scholen en den werkkring van den schoolarts. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. '246. Leiden, 20 October 1925. Eenigen tijd geleden deelde de huurder van de boven woning van het perceel Garenmarkt No. 4, de heer J. Neisingh, ons College mede, dat hij de huur van deze woning, die aan hem voor f 35.per maand werd verhuurd ingevolge raadsbesluit van 9 Mei 1921 (Ingek. Stukken No. 124), met ingang van 15 October j.l. wenschte te doen eindigen. Als gegadigde voor deze woning heeft zich aangemeld de heer L. van Eisen, alhier. Hij is bereid de huur onder de bestaande voorwaarden te aanvaarden, echter met deze wijziging, dat de woning in den vervolge van jaar tot jaar zal worden verhuurd. Er bestaat n.l. thans voor de gemeente geen aanleiding meer om het perceel, met afwijking van den gewonen regel, per maand te verhuren. Verder neemt hij genoegen met de betaling van een huurprijs ad 420.per jaar, overeenkomende met ƒ35.per maand. Zooals gebruikelijk is, behoudt de gemeente zich de bevoegdheid voor de huur tusschentijds met een termijn van drie maanden op te zeggen. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering derhalve in over weging de bovenwoning van het perceel Garenmarkt No. 4, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, tegen een jaarlijkschen huurprijs van 420.te verhuren aan L. van Eisen, alhier, met bepaling, dat de huur wordt aangegaan tot 30 April 1926 en verder geacht wordt telkens voor den tijd van één jaar, tegen denzelfden huurprijs en onder dezelfde voorwaarden te zijn verlengd, indien de huur niet drie maanden voor het eindigen van den huurtermijn schriftelijk door een der partijen is opgezegd, zullende de huur echter in elk geval eindigen op 30 April 1936 zonder dat eenige opzegging daartoe wordt vereischt, en verder onder de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. '247. Leiden, 20 October 1925. Op 31 December a.s. eindigt de pacht van het vischrecht in de Vroonwateren c.a., welke pacht, ingevolge destijds gehouden openbare inschrijving, met ingang van 1 Januari 1916 werd opgedragen aan B. Kraan te Rijnsaterwo.ude tegen betaling van een jaarlijksche som van 2511.—. In verband met het afloopen van den pachttermijn ontving ons College van het bestuur van den Hengelaarsbond voor Leiden en Omstreken een schrijven waarin aanmerkingen werden gemaakt op de wijze van bevisschen der Vroonwateren door den tegenwoordigen huurder, voorts in overweging werd gegeven het vischrecht in perceelen te verpachten en waarin eindelijk het verzoek werd gedaan een gedeelte der Vroonwateren, bij voorkeur de Haarlemmertrekvaart en het Poelmeer, aan den Bond ondershands voor den tijd van 5 jaren ten gebruike af te staan, voornamelijk voor de beoefening van de hengelsport. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat de beweringen van genoemd bestuur inzake de minder gewenschte wijze waarop de pachter de visscherij zou hebben uitgeoefend, allen grond missen. Ook kunnen wij adressant niet toegeven, dat het gevolgde systeem van bevissching den vischstand heeft doen achteruitgaan en de waarde der vischwateren belangrijk heeft doen verminderen. Het beste bewijs van het tegendeel meenen wij te mogen zien in de bereidverklaring van den heer Kraan, om de Vroonwateren, met uitzondering van het door den Bond begeerde gedeelte, wederom voor 10 jaren te huren en dat voor den thans geldenden prijs van 2511.niettegenstaande zijn vischgebied niet onbelangrijk wordt verkleind. Waar de Bond voor de Haarlemmertrekvaart en het Poel meer een som van 250.per jaar wil betalen, kan derhalve, in stede van een aanmerkelijke verlaging van de opbrengst, zelfs een stijging van de ontvangst aan pachtsommen worden tegemoet gezien tot 2761.en is het tevens mogelijk aan den wensch van den Bond om een gedeelte der Vroonwa teren, in de nabijheid van de stad gelegen, beschikbaar te houden, speciaal voor de uitoefening van de hengelsport door Leiden's ingezetenen, te voldoen, zonder dat dit voor de gemeente uit financieel oogpunt of uit anderen hoofde bezwaar ontmoet. Onder deze omstandigheden bestaat er noch voor de Commissie van Fabricage, noch voor ons College aanleiding op adressant's wensch, om een verpachting in perceelen te doen houden, in te gaanhet bod van den heer Kraan, die zijn verplichtingen steeds nakwam, komt ons, evenals dat van den Bond, voldoende voor. Wij verwachten dan ook niet, dat bij een openbare verhuring in perceelen, voor- deeliger aanbiedingen zullen worden ontvangen. Ook achten wij, zulks op de gronden vermeld in het rapport van de Commissie van Fabricage, geen termen aanwezig om gevolg te geven aan de verzoeken van het Centraal Neder- landsch Hengelaars-Verbond en van den Algemeenen Zuid- Hollandschen Hengelaarsbond tot het doen opnemen in de voorwaarden van een bepaling, dat het den pachter niet geoorloofd zal zijn tusschen 16 Maart en 15 October met den zegen te visschen. Behalve de pacht van de Vroonwateren, eindigt den 31en December a.s. ook die van de Trekvliet (Rijn- en Schiekade). Dit van de provincie overgenomen vischwater is in gebruik bij J. C. Spaargaren te Oegstgeest. Hij wenscht de huur onder de bestaande voorwaarden voor 10 jaren te verlengen, doch wil den pachtprijs van 20.— tot ƒ10.— per jaar zien teruggebracht, waarin o.i. kan worden berust. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging te verhuren: A. aan B. Kraan te Rijnsaterwoude voor den tijd van tien jaren, ingaande 1 Januari 1926, tegen een jaarlijkschen pachtprijs van ƒ2511.het vischrecht in de volgende wateren: a. de plassen liggende aan de westzijde van het Kager- eiland, zijnde de Spriet en het Molengat, de Laak, het Norremeer, de Dieperpoel, 's-Gravenwater, de Eimerpoel, het Zweiland, de Zijp en het Vennemeer; b. de plassen liggende aan de Oostzijde van het Kager- eiland, zijnde het Spijkerboor, de Kever, de Dieperhoek, de Zever, de Balgarij, de Dwars Ade of Buurt, de Ade, de Kleipoel of Kieppoel, de Koppoel en de Hanepoel; c. de Zijl, van de Spanjaardsbrug tot het begin van het Zweiland d. de Oude Wetering met het Braassemermeer, voor zoover het door de Vroonpalen is aangewezen; e. overige wateren zijnde: 1". de voormalige Stadsververschingssloot ten Westen van de Rijn- en Schiekade vanaf het terrein der Ambachtsschool Zuidwaarts over een lengte van ongeveer 350 M. tot de eerste dwarssloot naar de Trekvliet 2°. de Stadsmolensloot van den Zoeterwoudschen Singel tot het Rijn-Schiekanaal; 3°. de Slaagh- of Stinksloot van de Haarlemmertrekvaart tot de Zijl; 4°. de Poelwatering en de Endegeesterwatering van de Haarlemmertrekvaart tot de verhuurde landerijen der Gemeente Leiden nabij Endegeest, alsmede de watering langs den Maredijk; 5°. de Trekvliet van de Wouterenbrug tot het provinciale water bij de Lammebrug; B. aan den Hengelaarsbond voor Leiden en Omstreken voor den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Januari 1926, tegen een jaarlijkschen pachtprijs van 250.het vischrecht in de Haarlemmertrekvaart vanaf Leiden (Trekvaartbrug) tot den achtkanten Watermolen (watermolen van den Hooge- veenschen polder), inbegrepen het zuidelijk gedeelte van het Poelmeer tot de Molensloor, achter het Leidsche Tolhek; C. aan J. C. Spaargaren te Oegstgeest voor den tijd van tien jaren, ingaande 1 Januari 1926, tegen een jaarlijkschen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 28