GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. raemoMEN stukken. 141 N°. 200. Leiden, 19 Augustus 1925. De Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1924 ontmoet bij de Commissie van Financiën geene bedenking. Zij adviseert U mitsdien die rekening goed te keuren en voorloopig vast te stellen, overeenkomstig het concept besluit in de voordracht van Burgemeester en Wethouders (Ingek. Stukken No. 185) opgenomen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 201. Leiden, 21 Augustus 1925. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat het onderzoek der navolgende stukken haar tot geene opmerkingen aanleiding heeft gegeven: 1°. Rekening, dienst 1924, van het Burgerlijk Armbestuur; 2°. Balans en Verlies- en Winstrekening, dienst 1924, van het Grondbedrijf; 3°. Staat van af- en overschrijvingen op de begrooting, dienst 1924, van den Keuringsdienst van Waren voor het district Leiden; 4°. Balans en Verlies- en Winstrekening, .dienst 1924, van den Keuringsdienst van Waren voor het district Leiden. Zij geeft U derhalve in overweging, den staat sub 3 vermeld, goed te keuren en de overige bescheiden voor loopig vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. NT0. 202. Leiden, 24 Augustus 1925. Tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde overbrenging van het dienstjaar 1924 op dat van 1925 van gelden in verband met de voldoening van onbetaald gebleven vorderingen en het nog niet verwerkt of verbruikt zijn van verleende credieteu, alsmede tot overbrenging van verschillende ontvang- en uitgaafposten van den Kapitaal- dienst (Ingek. Stukken No. 199), heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar. Evenmin heeft zij bezwaar tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde begrootingsregeling, betreffende de beschikbaarstelling van gelden tot aanvulling van het uit breidingskapitaal der Electriciteitsfabriek met 170.000. (Ingek. Stukken No. 190). Zij stelt U derhalve voor tot goedkeuring van de daarbij behoorende begrootingsregelingen te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 203. Leiden, Juli 1925. Naar aanleiding van Art. 5 van het reglement van beheer, hebben Bestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting alhier de eer, het volgende dubbeltal voor te dragen voor een Lid van het Bestuur buiten den Gemeenteraad, dat jaarlijks op den eersten Dinsdag van September aftreedt, ditmaal zijnde de Heer Dr. J. G. van der Sluys, die opnieuw benoembaar is 1°. De. J. G. VAN DER SLUYS; 2°. J. HERINGA. Bestuurderen voornoemd, J. A. Bots, lo Voorzitter. A. Bisschop, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 204. Leiden 7 Augustus 1925. Ter vervulling van de vacature, welke op Dinsdag 1 Sep tember 1925 in onze Commissie zal ontstaan tengevolge van de periodieke aftreding van Mej. Dr. L. C. Bolle, en waarin overeenkomstig artikel 4 der Verordening van den 7den Mei 1896 (Gemeenteblad No. 6) op dien dag moet worden voorzien, hebben wij de eer Uw College de volgende aanbeveling te doen toekomen: 1. Mej. Dr. L. C. BOLLE, Arts, 2. Mej. Dr. C. HOVENS GREVE, Arts, beiden wonende te Leiden. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs: Aug. L. Reimeringek, Voorzitter. H. A. Sypkens, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 205. Leiden, 18 Augustus 1925. Ter voldoening aan het bepaalde bij de artt. 5 en 6 der verordening van 19 Januari 1911, houdende reglement op het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht Endegeest," de afdeeling voor jeugdige idioten „Voorgeest" en het Sanatorium voor Zenuwlijders „Rhijngeest" (Gem.- blad N°. 1), laatstelijk gewijzigd bij verordening van 17 Maart 1924 (Gem.blad N°. 8), hebben wij de eer Uwe Ver gadering, ter vervulling van de vacature, die in de Commissie van Beheer over die inrichtingen zal ontstaan, tengevolge van de periodieke aftreding van Mevrouw H. W. B. van Itallievan Embden, na raadpleging der Commissie, de volgende aanbeveling aan te bieden: 1°. Mevrouw H. W. B. VAN ITALLIE—-van Embden; 2°. Mevrouw H. DIETRICHde Rooy. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 206. Leiden, 18 Augustus 1925. Wij hebben de eer U te berichten, dat dit jaar als leden der Commissie voor het Stedelijk Museum aan de beurt van aftreden zijn: de H.H.: Prof. Dr. J. A. J. Barge, Dr. G. J. Boekenoogen en J. A. van Hamel. Ter voorziening in de hierdoor te ontstane vacatures zenden wij U de volgende aanbeveling: a. voor de vacature Prof. Dr. J. A. J. Barge: Prof. Dr. J. A. J. BARGE en Prof. Dr. L. KNAPPERT; b. voor de vacature Dr. G. J. Boekenoogen: Dr. G. J. BOEKENOOGEN en Ir. M. C. F. J. COSIJN; c. voor de vacature J. A. van Hamel: J. A. VAN HAMEL en Prof. Dr. B. D. EERDMANS. De Commissie voor het Sted. Museum, Aug. L. Reimeringer, Voorzitter. J. C. Overvoorde, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 207. Leiden, 24 Augustus 1925. Aan den Raad der gemeente Leiden. Ter voorziening in de vacature, in ons Bestuur ontstaan door het aan den heer Mr. E. Schotman verleende eervol ontslag, hebben wij de eer U de navolgende aanbeveling aan te bieden: 1. Mr. F. J. J. TRAPMAN, advocaat en procureur, alhier. 2. Mr. G. H. E. NORD THOMSON, advocaat en procureur, alhier. Wij verzoeken Uwe Vergadering beleefd wel tot een benoeming te willen overgaan. Het Bestuur der Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen te Leiden, Th. W. van Lidtii de Jeude, wnd. Voorzitter, A. M. Touw, wnd. Secretaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 1