120 MAANDAG 3 AUGUSTUS 1925. K, Nis 568 tot en met 581 gedeeltelijk en tot beschikbaar stelling van gelden voor de verbreeding van het zuidelijk gedeelte van de Driftstraat met bijbehoorende slootdemping en rioleering; o. tot verkoop aan Prof. Dr. F. Muller Jzn., van een ge deelte grond op het Raamland ten westen en ten zuiden van het perceel Sectie M, No. 4226. 4°. üntvangstbericht van Gedep. Staten van de ver ordening tot wijziging van die, tot beteugeling van het gebruik van tabak door kinderen. 5°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde verordening, houdende wijziging van de tarieven van verpleging in «Endegeest" en «Voorgeest". Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van het Comité tot inzameling van gelden ten behoeve van de restauratie van een glasraam in de St. Jans- kerk te Gouda, om toekenning van een bijdrage ad 1000.—. 2°. Verzoek van de Coöperatie «Vooruit", om toekenning van ƒ1.per dag en per patiënt, voor die leden van hare afdeeling «Ziekenhuisverpleging", wier verpleging, zoo zij geen lid der afdeeling waren, voor rekening der gemeente zou zijn gekomen. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wet houders om praeadvies. 3°, Verzoek van de vereeniging «Schoolkindervoeding en -kleeding" om toekenning van eene subsidie voor 1926 ad ƒ21640.—. Zal worden behandeld bij de begrooting voor 1926. 4°. Verzoek van het Bestuur der Roomsch-Katholieke Jongens scholen onder Roomsch-Katholiek Parochiaal Kerkbestuur, om beschikbaarstelling van gelden voor de aanschaffing van leer- en hulpmiddelen voor de school Rapenburg 48. 5°. Verzoek van het Bestuur der Gereformeerde School- vereeniging om beschikbaarstelling van gelden voor de aan schaffing van schoolmeubelen en toestellen voor de lichame lijke opvoeding voor de school aan de Lusthoflaan. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 6°. Schrijven van A. van Veen over hem aangedaan onrecht in zake den kelder onder het Steenschuur nabij de Hoogewoerd. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor om dit schrijven in de Leeskamer ter visie te doen De heer Sijtsma stelt voor het schrijven te doen voorlezen. De Voorzitter zegt, dat dit schrijven aan den Raad een verward stuk is. Wanneer het in de Leeskamer ter visie gelegd wordt, dan kan men het daar op zijn gemak lezen en dan kan men desgewenscht daarop later in den Raad terug komen. De heer Sijtsma acht het 't beste, dat dingen, welke hier aangebracht worden, ook openbaar worden. Het gaat niet aan om die te willen wegdoezelen. Het publiek denkt dan allicht dat er iets achter steekt. De heer Heemskerk zegt, dat, wanneer dit stuk voorgelezen wordt, de Raadsleden zich daarover toch niet onmiddellijk een oordeel zullen kunnen vormen. Het is beter het stuk in# de Leeskamer ter visie te leggen; dan kan men op zijn gemak daarvan kennis nemen. De Voorzitter meent, dat, wanneer de Raad zich er voor uitspreekt, dat dit schrijven voorgelezen wordt, men zich in elk geval voor heden daartoe zal moeten bepalen en dat er heden niet over gediscussieerd zal worden. Spreker zal thans in stemming brengen het voorstel van den heer Sijtsma om het schrijven te doen voorlezen. Het voorstel van den heer Sijtsma wordt met 10 tegen 9 stemmen verworpen. Tegen stemmende heeren Meijnen, Sanders, Baart, Deumer, van der Reijden, Kooistra, Oostdam, Bergers, Heemskerk en de Voorzitter. Vóór stemmen de heeren van Stralen, Witmans, van Hamel, Wilmer, Verweij, Dubbeldeman, Spendel, Sijtsma en Coster. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten het schrijven in de Leeskamer ter visie te doen leggen. Aan de orde is alsnu I. Praeadvies op het verzoek van de Nederlandsche Ver eeniging van Gestichtsartsen, in zake verhooging van de bezoldiging van den geneesheer van het gesticht «Voorgeest". (Zie Ing. St. No. 174). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethou ders besloten. II. Benoeming van een 2en geneesheer aan de gestichten «Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest". (Zie Ing. St. No. 178.) De Voorzitter verzoekt den heeren van Stralen, Verweij, Deumer en Spendel het stembureau uit te maken. Wordt benoemd, met ingang van een nader door Burge meester en Wethouders te bepalen datum, met 20 stemmen de heer G. N. Munk; de heer Dr. W. J. C. Verhaart ver kreeg 1 stem. (De heeren Splinter en van Rosmalen waren inmiddels ter vergadering gekomen). III. Benoeming van eene leerares in de Engelsche taai en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, voor den cursus 19251926. (Zie Ing. St. No. 175). Wrordt benoemd voor den cursus 1925—1926 met alge- meene (21) stemmen Mejuffrouw W. H. Nederhoed. IV. Benoeming van een leeraar in rechtlijnig teekenen aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, voor den cursus 1925-1926. (Zie Ing. St. No. 175.) Wordt benoemd voor den cursus 1925—1926 met 19 stem men de heer J. H. Wattez; 1 biljet was in blanco en 1 biljet van onwaarde. V. Benoeming van een amanuensis le klasse aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, voor het tijdvak 1 September 19251 September 1926. (Zie Ing. St. No. 175.) Wordt benoemd voor het tijdvak 1 September 1925— 1 September 1926 met 21 stemmen de heer F. W. J. Mugge; 1 biljet was in blanco. (De heer Groeneveld was inmiddels ter vergadering gekomen). De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. VI. Voorstel tot overplaatsing van: den onderwijzer G. Meulenberg, van de school Duiven- bodestraat A naar de school aan de Heerenstraat; de onderwijzeres Mej. A. A. M. van Parreeren, van de Jongensschool voor U. L. O. naar de school Maresingel B; c. den onderwijzer G. Beetje, van de school Zuidsingel A naar de school Duivenbodestraat A; d. de onderwijzeres Mej. G. J. Wissenburgh, van de school Zuidsingel B naar de school Zuidsingel A; e. den onderwijzer H. van der Werfï, van de school Haverstraat A naar de school Maresingel B. (Zie Ing. St. No. 176). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. (De heer Huurman was inmiddels ter vergadering gekomen.) VII. Praeadvies op het verzoek van Mr. E. Schotman, om ontslag als lid van het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen. (Zie Ing. St. No. 172.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 2