113 Transport geldleening, groot 230.000.is over 1924 een bedrag van 6.823.33 aan rente betaald. Een bedrag van 24.458.was op de be grooting uitgetrokken. Yolgn. 131. Aflossing van de door de ge meente aangegane geldleening ten behoeve van de verstrekking van hypothecaire voor schotten aan de vereeniging „de Eendracht" voor den bouw van 120 woningen benoorden den Lagen Eijndijk.- Over 1924 is van bovengenoemde geldleening van 230.000.een bedrag van 2300.af gelost. Een bedrag van 10191.was uit getrokken. Yolgn. 134. Annuïteiten aan het Eijk ver schuldigd ter zake van voorschotten in het be lang van de verbetering van devolkshuisvesting Eenige annuïteiten tot een gezamenlijk bedrag van ƒ48191.19 moeten nog aan het Eijk worden uitgekeerd. Bedoeld bedrag zal als nog verschuldigd op den dienst 1295 worden overgebracht. Volgn. 135. Bijdragen ter tegemoetkoming in de betaling van rente en aflossing van door de gemeente verleende voorschotten in het belang van de verbetering der volkshuisvesting In verband met de niet-betaling aan het Eijk van de bij het vorige volgnummer be doelde annuïteiten behoefden ook de bijdragen der gemeente in de betaling der annuïteiten niet te worden uitgekeerd. Bovendien kon de bijdrage voor de woningbouwvereeniging „de Goede Woning" ter betaling van de annuïteit voor het He bouwplan, niet meer ten laste van den dienst 1924 worden gebracht. Van het overschot ad 47.701.835 kan als nog verschuldigd een bedrag van 38.949.24 op den dienst 1925 worden overgebracht. Volgn. 153. Jaarwedden van het personeel ten dienste van het beheer der openbare werken, voor zoover niet onder de volgende artikelen begrepen De uitgaven hebben bedragen 75.729.03; zij waren geraamd op 76.782. Volgn. 154. Onderhoud van huizen, torens, poorten en dergelijke gebouwen voor den openbaren dienst bestemd niet in andere hoofdstukken begrepen De uitgaven hebben bedragen 7.898.165; zij waren geraamd op 17.992. Aangezien de bij Eaadsbesluit van 25 Fe bruari 1924 voor de herstelliDg van den toren van de Pieterskerk beschikbaar gestelde som van 3.000.niet op den dienst 1924 is ver werkt, zal van het overschot een bedrag van 3.000.op den dienst 1925 worden over gebracht. Volgn. 155. Onderhoud van straten en pleinen De uitgaven hebben bedragen 195.494.47 zij waren geraamd op 198.098.36. In hoofdzaak is deze lagere uitgaaf een gevolg van de mindere kosten van het in orde brengen van de Bloemstraat en de Gisettestraat. Volgn. 155a. Kosten van het uitvoeren van bestratings- en rioleeringswerken enz. op een terrein ten zuiden van den Hoogen Morschweg Van de hiervoor beschikbaar gestelde som van 9.750.is 6.120.54 uitgegeven. De nog niet verwerkte som van 3.629.46jwordt op den dienst 1925 overgebracht. Volgn. 159. Kosten van jjbruggen en over zetveer en b. Overige kosten De uitgaven hebben bedragen ƒ25.746.923; zij waren geraamd op 26.910. Volgn. 160a. Kosten van demping en rio- leering van de sloot langs de Pieter de la Courtstraat Van de voor deze werkzaamheden beschik baar gestelde som van/18.500.is 7.448.65 uitgegeven. De nog niet verwerkte som van 11.051.35 wordt op den dienst 1925 over gebracht. Volgn. 1615. Kosten van havens, vaarten, kaaimuren, sluizeh en andere waterwerken. Transporteeren 207.834.18® 7.891.— 48.191.19 47.701.835 1.052.97 10.093.83' 2.603.89 3.629.46 1.163.075 11.051.35 341.212.79 Transport b. Overige kosten De uitgaven hebben bedragen 16.904.40; zij waren geraamd op 22.826.97. In de mindere uitgaaf is begrepen het overschot ad 3.156.97 van de voor demping, rioleering enz. van de Binnenvestgraeht benoorden de Langegracht beschikbaar gestelde som ran 12.000. Volgn. 166. Onderhoud van vaartuigen De uitgaven hebben bedragen 2.221.83; zij waren geraamd op 3.000. Volgn. 191. Grondlasten en personeele lasten De uitgaven hebben bedragen 6.290.23; zij waren geraamd op 8.083. De raming van dit artikel is te hoog geweest. Volgn. 195. Onderhoud en administratie van bezittingen niet voor den publieken dienst gebruikt of van werken en inrichtingen geheel of voor een groot gedeelte buiten de gemeente gelegen De uitgaven hebben bedragen 56.377.18® d.i. 1.811.85® minder dan de beschikbaar gestelde som van 58.189.04. De kosten van inrichting van het perceel Nieuwe Mare No. 15 tot bureau van het Burgelijk Armbestuur en de verbetering van de bovenwoningen van dat perceel bedroegen 1.201.41® minder dan geraamd was. Volgn. 206. Jaarwedden en wedden der onderwijzers De uitgaven hebben bedragen/504.950.23; zij waren geraamd op 550.059.De mindere uitgaaf is een gevolg van de verlaging der jaarwedden van de onderwijzers. Voorts van de opheffing van de school aan het Plantsoen en de reorganisatie van de leerschool aan de Oude Vest. Volgn. 208. Kosten van het instandhouden van schoolgebouwen, alsmede van terreinen voor het onderwijs in lichamelijke oefening. Volgn. 219. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be ambten De op de jaarwedden der verplichte onder wijzers bij het gewoon lager onderwijs over 1924 ingehouden pensioensbijdragen moeten nog aan het Eijk worden uitgekeerd. In verband hiermede wordt het bedrag- van 31.242.02 als nog verschuldigd op den dienst 1925 overgebracht. Volgn. 224. Belooning der onderwijzers. De uitgaven hebben bedragen 4.888. een bedrag van 6.500.was uitgetrokken. De vermindering van het aantal leerlingen bij het openbaar vervolgonderwijs had eene daling van het aantal lesuren der onderwijzers tengevolge. Volgn. 232. Jaarwedden en wedden der onderwijzers De jaarwedden der onderwijzers bij het uit gebreid lager onderwijs vereischten over 1924 eene uitgaaf van 92.540.82, d. i. 6.860.18 minder dan de uitgetrokken som van 99.401. De lagere uitgaaf is een gevolg van de ver laging der jaarwedden. Volgn. 244. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be ambten Ook de op de jaarwedden der verplichte onderwijzers bij het U. L. Onderwijs over 1924 ingehouden pensioensbijdragen moeten nog aan het Eijk worden uitgekeerd. Bovenstaand bedrag van 4.977.50 dient derhalve als nog verschuldigd op den dienst 1925 te worden overgebracht. Volgn. 250. Jaarwedden en wedden der onderwijzers De jaarwedden der onderwijzers bij het openbaar buitengewoon lager onderwijs ver eischten over 1924 eene uitgaaf van 23.898.32 geraamd was 26.418. De lagere uitgaaf is in hoofdzaak een gevolg van de verlaging der jaarwedden. Volgn. 265. Jaarwedden en wedden der onderwijzers Transporteeren 341.212.79 5.922.57 778.17 1 792.77 1.811.85® 45.108.77 950.265 31.242.02 1.612.- 6.860.18 4.977.50 2.519.68 2.765.43 447.554.— nder uitgegeven. Minder uitgegeveD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 25