107
Transport if 42.912.31
dragen 38.004.56zij waren ge
raamd op ƒ42.500.
Volgn. 223. Verhaal van pen
sioensbijdragen (openbaar ver
volgonderwijs)
De ontvangst bedroeg ƒ335.40
zij was geraamd op ƒ800.
Volgn. 229. Schoolgelden
Aan schoolgelden voor het
openbaar uitgebreid lager onder
wijs is ontvangen 8.306.49; ge
raamd was 12.000.Ben be
drag van 1.034.47 wordt als
nog te verhalen op den dienst
1925 overgebracht.
Volgn. 230. Vergoeding van
het Rijk:
a. krachtens art. 56 der Lager
Onderwijswet 1920
Aan Rijksbijdrage voor het
openbaar uitgebreid lager onder
wijs is ontvangen 77.068.40;
geraamd was 81.001.—.
De lagere ontvangst is een
gevolg van de lagere uitgaaf op
volgn. 232 „Jaarwedden en wed
den der onderwijzers".
Volgn. 231. Verhaal van pen
sioensbijdragen (openbaar uit
gebreid lager onderwijs)
De ontvangsten hebben be
dragen 5.986.58; geraamd was
6.700.—.
Volgn. 247. Schoolgelden
Aan schoolgelden voor het
openbaar buitengewoon lager
onderwijs is ontvangen 77.13;
een bedrag vhn 350.was
geraamd. Een bedrag van ƒ253.62
wordt als nog te verhalen op
den dienst 1925 overgebracht.
Volgn. 263. Schoolgelden 900.38
Aan schoolgelden voor het
openbaar voorbereidend lager
onderwijs is ontvangen 2.460.38
geraamd was 1.560.
Volgn. 276. Schoolgelden
Aan schoolgelden voor het
bijzonder gewoon lager onderwijs
is ontvangen 46.702.05geraamd
was ƒ52.000.Een bedrag van
4.326.17 wordt als nog te ver
halen op den dienst 1925 over
gebracht.
Volgn. 277. Uitkeering van
gemeenten ingevolge art. 86 der
Lager Onderwijswet 1920 (bij
zonder gewoon lager onderwijs) 3.159.16
Op den dienst 1924 is verant
woord 3.959.16; geraamd was
800.—.
Volgn. 279. Uitkeering van
andere gemeenten in de aan
schoolbesturen te betalen ver
goeding, bedoeld in art. 205 der
Lager Onderwijswet 1920 (bij
zonder gewoon lager onderwijs).
Op dit volgnummer is ont
vangen ƒ1.736.82; geraamd was
ƒ3.000.—.
Volgn. 292. Schoolgelden
Aan schoolgelden voor het
bijzonder uitgebreid lager onder
wijs is ontvangen 9.360.01; ge
raamd was 11.450.Een be
drag van 1.373.33 wordt als
nog te ontvangen op den dienst
1925 overgebracht.
Volgn. 295. Uitkeering van
andere gemeenten in de aan
schoolbesturen te betalen ver
goeding, bedoeld in art. 205 der
Lager Onderwijswet 1920 (bij
zonder uitgebreid lager onder
wijs) 570.96
Op dit Volgnummer is ont-
Transporteeren 47.542.81
329.040.35B
464.60
3.693.51
3.932.60
713.42
272.87
5.297.95
1.263.18
2.089.99
1.542.56
4.582.74
2.224.80
346.768.47®
Transport 47.542.81
vangen ƒ1.070.96; geraamd was
500.—.
Volgn. 306. Schoolgelden voor
de kweekschool voor onderwij
zers en onderwijzeressen
Aan schoolgelden is ontvangen
4.267.56geraamd was/2.725.
Een bedrag van 225.42 wordt
als nog te verhalen op den dienst
1925 overgebracht.
Volgn. 326. Schoolgelden
Aan schoolgelden voor de
H. B. School voor Jongens is
ontvangen 19.339.75, voor die
voor Meisjes 9.475;99; tezamen
ƒ28.815.74geraamd was/24.233.
Volgn. 327. Subsidie van het
Rijk in de kosten der gemeente
hoogere burgerscholen
Op dit volgnummer is ont
vangen 18.000.geraamd was
19.000.—.
Volgn. 328. Bijdragen van
andere gemeenten in de kosten
der van rijkswege gesubsidieerde
gemeente hoogere burgerscholen
als bedoeld in art. 3Qquater sub 1
der Wet op het middelbaar
onderwijs
Aan bijdragen is ontvangen
ƒ11.549.45geraamd was/21.500.
Volgn. 336. Schoolgelden
Aan schoolgelden voor het Gym
nasium is ontvangen 22.789.80
geraamd was 20.565.
Volgn. 337. Subsidie van het
Rijk in de kosten van het Gym
nasium
Aan subsidie is ontvangen
ƒ20.000.geraamd was/30.000.
Een bedrag van ƒ10.000.wordt
als nog te verhalen op den dienst
1925 overgebracht.
Volgn. 338. Bijdragen van
andere gemeenten in de kosten
der van rijkswege gesubsidieerde
gymnasia als bedoeld in art. 8
quater sub 1 der Wet op het
hooger onderwijs.
Aan bijdragen is ontvangen
ƒ6.708.86; geraamd was/5.400.
Volgn. 346. Bijdragen van
gemeenten in de kosten van
scholen voor het nijverheids
onderwijs
De hierbedoelde bijdragen
kunnen eerst worden bepaald
na vaststelling door den Minister
van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, van de reke
ningen der nijverheidsscholen.
In verband nu met de late
vaststelling van die rekeningen
konden de declaraties voor de
betrokken gemeenten eerst na
de sluiting van den dienst 1924
worden verzonden, zoodat op
den dienst 1924 ter zake geen ont
vangsten hebben plaats gehad.
Volgn. 372a. Subsidiën van
het Rijk en de Provincie in de
kosten van verpleging van arme
krankzinnigen
De Rijkssubsidie, welke voor
1924 was geraamd op 9.920.
is niet ontvangen, aangezien
deze subsidie bij Kon. Besluit
van 2 Juni 1924, gerekend te
zijn ingegaan 1 Januari 1924,
is ingetrokkenvan de provincie
werd een hoogere bijdrage, dan
geraamd was, ontvangen.
Volgn. 372b. Bijdragen van par
ticulieren in de kosten van ver
pleging van arme krankzinnigen.
De ontvangsten hebben be-
Transporteeren 57.201.77
346.768.475
1.000.—
9.950.55
10.000
1.308.86
4.000.-
5.452.85
2.363.75
379.535.625
Meer.
Minder.
fff- V
Meer.
Minder.