131
Art. II.
In het tweede lid van artikel 2 worden na de woorden
„schriftelijk doet kennen en zij" ingevoegd de woorden:
„indien het contract vóór 31 December 1941 eindigt,".
In het derde lid van artikel 2 worden de woorden: „voor
30 jaren" vervangen door: „voor 44 jaren".
Art. III.
In het tweede lid van artikel 8 worden de woorden: „na
afloop van den termijn van 30 jaren" vervangen door: „op
31 December 1941".
In het vierde lid van artikel 8 worden de woorden: „vóór
den afloop van den termijn van 30 jaren" vervangen door:
„vóór 31 December 1941".
Art. IV.
Het bepaalde in het tweede, derde en vijfde lid van
artikel 10 is ten aanzien van kabels ten behoeve van de
electriciteitsvoorziening vervallen.
Art. V.
De kosten van deze overeenkomst komen voor rekening
van beide partijen.
Leiden, 14 Augustus 1925.
Tot dusverre waren slechts enkele groote afnemers in
Koudekerk aan het Leidsche kabelnet aangeslotennu echter
het Gemeentebestuur van Koudekerk prijs stelt op uitbrei
ding van de electriciteitsvoorziening in die gemeente, is het
gewenscht dienaangaande eene overeenkomst af te sluiten.
De onderhandelingen, uit dien hoofde door den Directeur
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit met het
Gemeentebestuur van Koudekerk gevoerd, hebben er toe
geleid, dat overeenstemming is bereikt over de voorwaar
den, zooals die in bijgaande concept-overeenkomst zijn vervat.
De stroom zal door Leiden als laagspanningsstroom aan
de ingezetenen van Koudekerk worden geleverd, zoodat het
noodigzal zijn een laagspanningsnet binnen laatstgenoemde
gemeente aan te leggen. Daartegenover zullen de aange
slotenen in Koudekerk, evenals in Leiderdorp, Warmond en
Zoeterwoude het geval is, een enkel tarief prijs betalen, welke
9 cent meer bedraagt dan het Leidsche enkeltarief; de
overige tarieven naar evenredigheid.
Zooals gebruikelijk is, wordt aan Leiden een minimum
jaar verbruik gegarandeerd.
Ook overigens zijn de voorwaarden van de overeenkomst
geheel gelijk aan die van de in den laatsten tijd afgesloten
soortgelijke contracten.
Met de uitbreiding van het kabelnet, enz. der Lichtfabrieken
voor dit doel zal een bedrag van 12.500.gemoeid zijn.
Het kapitaal der Fabrieken behoeft hiervoor niet te worden
vergroot, aangezien de uitgaven voorloopig uit de beschik
bare gelden der Fabrieken kunnen worden bestreden; voors
hands behoeft dus geen nieuw kapitaal voor deze onder
neming te worden verstrekt.
Verder heeft het Gemeentebestuur van Koudekerk in
verband met de afsluiting van de bovenbesproken stroom-
leveringsovereenkomst, welke op 31 December 1955 eindigt,
verzocht het in 1911 met die gemeente voor den tijd van
30 jaren gesloten gascontract in eerste instantie op hetzelfde
tijdstip te doen eindigen, hetgeen eene verlenging van laatst
bedoeld contract met 14 jaren beteekent. Tegen inwilliging
van dit verzoek bestaat bij ons geen bezwaar.
Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College in
overweging den Raad voor te stellen over te gaan tot
vaststelling van de hierbij overgelegde concept-overeenkomst
betreffende de levering van electriciteit in de gemeente
Koudekerk, zoomede van de eveneens hierbij overgelegde
concept-overeenkomst tot wijziging van de op 30 November
1911 met de gemeente Koudekerk gesloten overeenkomst,
regelende de levering van gas in die gemeente.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
J. F. X. Sanders, Voorzitter.
E. Schotman, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 198. Leiden. 18 Augustus 1925.
Tengevolge van het eèrvol ontslag, verleend aan den heer
C. F. L. Crop, leeraar aan de Hoogere Burgerschool met
vijfjarigen cursus, moet worden voorzien in de daardoor
ontstane vacature van leeraar in de plant- en dierkunde
aan deze inrichting.
In overeenstemming met het gevoelen van den betrokken
Inspecteur van en de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs, bevelen wij U voor de benoeming van
een leeraar in de plant- en dierkunde aan de Hoogere
Burgerschool met vijfjarigen cursus, voor den cursus 1925/
1926, aan:
1°. Dr. J. A. W. GROENEWEGEN, leeraar aan de Rijks
Hoogere Burgerschool te Breda;
2°. C. F. CAMMEL, onderwijzer bij het Lager Onderwijs
te 's-Gravenhage.
Onder mededeeling, dat de betrekkelijke stukken in de
leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij TT tot een
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.