MAANDAG 25 MEI 1925. 79 De Voorzitter meent, dat uit dit schrijven blijkt, dat de Raadsleden, die zulks wenschen, naar die vergadering kunnen gaan. Aan de orde is alsnu: I. Aanwijzing van leden van den Gemeenteraad om, zoo noodig, als plaatsvervangers op te treden van den Burge meester, als Voorzitter van het stembureau in het eerste stemdistrict voor de stemming ter benoeming van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. (Zie Ing. St. No. 126.) De Voorzitter verzoekt den heereri Oostdam, Dubbeldeman, Witmans en Zuidema het stembureau uit te maken. Aangewezen worden de heeren J. A. van Hamel en K. Sijtsma, elk met algemeene (31) stemmen. II. Benoeming van leden en plaatsvervangende leden van het stembureau in het eerste stemdistrict en van voorzitters, leden en plaatsvervangende leden van de overige stembureaux voor de stemming der benoeming van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. (Zie Ing. St. No. 126.) Worden benoemd met algemeene (32) stemmen de in Ingekomen Stukken No. 126 aanbevolen personen met dien verstande, dat in stemdistrict 45 tot plaatsvervangend lid wordt benoemd E. F. Birckenhauer in plaats van A. J. van Achterberg. (De heer Knuttel was inmiddels ter vergadering gekomen III. Benoeming van leden en plaatsvervangende leden van het Hoofdstembureau in Kieskring I en van de voorzitters, leden en plaatsvervangende leden van de hoofdstembureaux in de Kieskringen II en III, voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad. (Zie Ing. St. No. 127.) Worden benoemd met algemeene (31) stemmen de in Ingekomen Stukken No. 127 aanbevolen personen. (De heer Knuttel had de vergadering inmiddels tijdelijk verlaten). IV. Benoeming van een Regentes van het II. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (Zie Ing. St. No. 103.) Wordt benoemd met 19 stemmen mevrouw G. J. Nauta— Burgersdijk: terwijl 13 biljetten in blanco waren. (Er werd 1 biljet te veel in de stembus gevonden, hetgeen evenwel op den uitslag der stemming geen invloed had). V. Benoeming van een tijdelijk leeraar in het Hoogduitsch aan het Gymnasium. (Zie Ing. St. No. 105.) Wordt benoemd tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot 1 September 1925, met 27 stemmen de heer B. H. D. von Arnim5 biljetten waren in blanco. (Er werd wederom 1 biljet te veel in de stembus gevonden, hetgeen evenwel ook thans op den uitslag der stemming geen invloed had). VI. Benoeming van eene tijdelijke leerares in het Fransch aan de Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus. (Zie Ing. St. No. 124.) Wordt benoemd tot wederopzeggens, doch uiterlijk tot 1 September 1925, met 25 stemmen mejuffrouw G. J. Fermiri 3 biljetten waren in blanco en 3 van onwaarde. VII. Benoeming van eene onderwijzeres in het handteekenen aan de Meisjesschool voor U. L. O. (Zie Ing. St. No. 119). Wordt benoemd met 29 stemmen mejuffrouw E. H. W. Bresser; 2 biljetten waren in blanco. VIII. Benoeming van een Adjunct-Directeur van den Markt- en Havendienst. (Zie Ing. St. No. 113.) De heer Zuidema vraagt over deze benoeming het woord. De Voorzitter doet de deuren sluiten, omdat hij onder stelt, dat de besprekingen over personen zullen loopen. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat. Alsnu wordt benoemd, met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijdstip, met 17 stemmen de heer D. R. Kooiman; de heer A. A. Kleiju ver kreeg 15 stemmen. (De heer Knuttel was inmiddels weder in de vergadering teruggekeerd). De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. IX. Praeadvies op het verzoek van Dr. E. de Vries, om eervol ontslag als geneesheer aan de gestichten «Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest". (Zie Ing, St. No. 104). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. X. Voorstel om aan Mej. W. FI. Nederhoed, tijdelijk leerares in de Engelsche taal aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes een studieverlof te verleenen tot 15 Juli a.s. (Zie Ing. St. No. 125.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XI. Voorstel tot aanvaarding van de voorwaarden, waaronder door Gedeputeerde Staten vergunning is verleend voor den aanleg en de exploitatie van een hoogspanningslijn van het transformatorstation voor den Wassenaarschen Polder in Leimuiden tot, aan het transformatorstation te Nieuwveen. (Zie Ing. St. No. 115.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethoudeis besloten. XII. Vaststelling van het aan Gedeputeerde Staten uit te brengen verslag aangaande de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting voor 1924 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag is besteed. (Zie Ing. St. No. 116.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten aan Gedeputeerde Staten uit te brengen het in Ingekomen Stukken No. 116 opgenomen verslag aangaande de wijze, waarop het voor de gemeentebegrooting voor 1924 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag is besteed. XIII. Praeadvies op het verzoek van de N.V. Wernink's Beton Maatschappij, om vergunning tot demping van een gedeelte sloot langs den lloogen Morschweg, Sectie P. No. 867. (Zie Ing. St. No. 110.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. XIV. Voorstel tot verkoop van een gedeelte berm langs den Ilaarlemmertrekvaartweg onder Noordwijkerhout, Sectie B No. 811 ged., aan E. M. van Noort. (Zie Ing. St. No. 106.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Eerdmans acht het niet verstandig om dergelijke stukjes berm voor een kleinigheid te verkoopen. Er zijn meer van die stukjes verkocht, maar op het oogenblik vormt die berm toch nog een geheel en wanneer de berm later voor wegverbetering e. d. noodig mocht zijn, dan zou het moeilijk heid kunnen opleveren als men den berm niet meer in bezit had. Men zou dan moeten terugkoopen voor hoogen prijs wat men nu van de hand heeft gedaan. Financieel voordeel voor de gemeente levert de verkoop van stukjes berm bijna niet op. De heer Mulder zegt, dat Burgemeester en Wethouders zich zeer moeilijk kunnen indenken, dat de gemeente d^zen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 5