43 punt, ook door Burgemeester en Wethouders in hun des betreffend praeadvies van 31 October 1924 (Ingek. Stukken No. 287) ingenomen, en meent derhalve de totstandkoming van den maatregel, welke op dit punt getroffen staat te worden, te moeten bestrijden. Intusschen bestaat overigens omtrent de wijze, waarop, gelet op het in Uwen Baad gevallen votum, de aflevering van melk op Zondag behoort te worden geregeld afgezien van een enkel onderdeel, waarover hieronder nader in onze Commissie eenstemmigheid. Die regeling komt hierop neer, dat het voortaan verboden zal zijn des Zondags melk of melkproducten aan huis te bezorgen, alsmede op dien dag een winkel, waar melk of melkproducten worden verkocht, voor het publiek geopend te hebben op andere uren, dan van des voormiddags 7| tot 8|, van 12 tot 2 en van des namiddags 6 tot 8 uur. Voor zoover uitsluitend voor gebruik ter plaatse van verkoop wordt verkocht, is laatstgemelde bepaling die als artikel le in de verordening op de Winkel sluiting ware op te nemen uiteraard niet van toepassing. Het is voorts wenschelijk, dat ook ten aanzien van den melkverkoop op Zondag een uitzondering op het verbod worde gemaakt voor verkoop op geneeskundig voorschrift; vandaar dat wij U voorstellen art. 4 van genoemde ver ordening eenigszins te wijzigen. Van het nieuwe artikel le behoort verder in art. 1 dier verordening melding te worden gemaakt; hiertoe strekt het eerste artikel van onderstaande wijzigingsverordening. De eigenlijke regeling van de melkbezorging op Zondag kan worden neergelegd in het nieuw ontworpen artikel 7a der Winkelsluitings verordening. Het eerste lid daarvan behoeft, na hetgeen Burgemeester en Wethouders dienaangaande in hun bovenvermeld praeadvies hebben opgemerkt, geen verdere toelichting. Ten aanzien van het tweede lid, hetwelk als uit zondering op lid 1 de aanwijzing bevat van de gevallen, waarin melk en melkproducten des Zondags wèl zullen mogen worden bezorgd, bestaat in onze Commissie verschil van gevoelen. De meerderheid meent, dat, wil men de melkbezorging op Zondag consequent regelen, alleen voor ziekenhuizen, ge stichten en bakkerijen een uitzondering op het bezorgverbod behoort te worden gemaakt. Voor die inrichtingen toch kan het noodzakelijk zijn, des Zondags versche melk te ontvangen. Aangezien nu Uwe Vergadering zulks, blijkens de aanneming van de motie-Wilbrink, voor de particuliere ingezetenen niet noodzakelijk acht, meent onze meerderheid, dat het niet alleen in den geest van die motie ligt, maar ook als een logisch gevolg daarvan is te beschouwen, dat de melk bezorging op Zondag niet verder wordt uitgebreid. Het verbod zou anders immers te zeer worden verzwakt. Met name acht de meerderheid van onze Commissie het ongewenscht, de bezorging op Zondag ook toe te laten ten behbeve van hotels, café's, restaurants en lunchrooms. Het zou, zoo meent zij, in hooge mate ongerijmd en onverdedig baar zijn, te verbieden, dat op Zondag melk bij de ingezetenen aan huis wordt bezorgd, maar toe te laten, dat des Zondags de melk wordt afgeleverd aan café's, restaurants, lunchrooms en hötels. Op die manier zouden dezelfde ingezetenen, wien het gebruik van versche melk des Zondags tehuis wordt ont nomen, de melk wèl kunnen gebruiken, indien zij zich slechts naar een koffiehuis of een melksalon begavenIn deze onge rechtvaardigde bevoorrechting van de café's, de lunchrooms, etc., ziet de meerderheid een achterstelling van het gezins leven bij het publieke leven in openbare gelegenheden, waartoe zij meent niet te mogen medewerken. Bovendien is de bezorging op Zondag van melk aan de bedoelde inrichtingen geenszins noodzakelijk. Immers, beter dan menig ingezetene kunnen hotels, restaurants en melk- salons tot Zondag de melk bewaren, welke hun den vorigen dag is afgeleverd. De minderheid van onze Commissie is van een andere opvatting. Zij zou haar oordeel in dezen als volgt willen weergeven Het doel van de melkverordening moet zij n het tegengaan van het huis-aan-huis-bezorgen der melk op Zondag. Wanneer dat doel is bereikt, moet overigens getracht worden zoo min mogelijk hinder en last aan de ingezetenen te veroorzaken. Het beoogde doel wordt nu niet in gevaar gebracht, wanneer de gelegenheid tot melkbezorgen op Zondag, behalve ten behoeve van ziekenhuizen, gestichten en bakkerijen, ook voor hötels, koffiehuizen en melksalons wordt vrijgelaten. Deze laatste inrichtingen zijn, naar de meening van onze minderheid, niet in staat hare behoefte aan melk en melk producten steeds met zekerheid van te voren te schatten. Bij onverwacht druk bezoek kunnen zij echter plotseling betrekkelijk groote hoeveelheden noodig hebben. Waar nu alcoholhoudende dranken zonder bezwaar in groote kwantums kunnen worden ingeslagen, acht de minderheid van onze Commissie het gewenscht, niet door een verbodsbepaling te belemmeren, dat ook onschadelijke dranken als melk, melk- koffie, melkchocolade, enz., juist ook op Zondag steeds in voldoende hoeveelheid in publieke gelegenheden verkregen kunnen worden. Derhalve zou de minderheid het tweede lid van het ontworpen artikel 7a der Winkelsluitingverordening als volgt gelezen willen zien: „De bepaling van het vorig lid is niet van toepassing, voor zoover het betreft bezorging aan ziekenhuizen, gestich ten, bakkerijen, hotels, koffiehuizen en melksalons." Als Commissie geven wij U op grond van het boven staande in overweging over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 10 Juli 1913, Gemeenteblad no. 21) op de Winkelsluiting, laatstelijk gewijzigd hij verordening van 29 Maart 1920 (Gemeenteblad no. 13). Artikel I. In het eerste lid van artikel 1 van bovengenoemde ver ordeningwordtin plaats van „la en lö" gelezen: „la, 1& en le". Art. II. Na artikel ld wordt ingevoegd een nieuw artikel, luidende als volgt: „Art. le. Het is verboden een winkel, waar melk of melkproducten worden verkocht, des Zondags voor het publiek geopend te hebben op andere uren dan van des voormiddags tot 8| uur, van des middags .12 tot des namiddags 2 uur en van des namiddags 6 tot 8 uur. De bepaling van het vorig lid is niet van toepassing, voor zoover verkocht wordt uitsluitend voor gebruik ter plaatse van verkoop." Art. III. Artikel 4 wordt gelezen als volgt: „Op de uren, gedurende welke het volgens de1 artikelen 1 en le verboden is, winkels voor het publiek geopend te hebben, zullen daaruit op geneeskundig voorschrift waren mogen worden verkocht of afgeleverd." Art. IV. Na artikel 7 wordt ingevoegd een nieuw artikel, luidende als volgt „Art. 7a. Het is verboden des Zondags melk of melkproducten aan de woningen of inrichtingen der verbruikers te bezorgen. De bepaling van het vorig lid is niet van toepassing, voor zoover het betreft bezorging aan ziekenhuizen, gestichten en bakkerijen." Art. V. Deze verordening treedt in werking op den twintigsten dag na dien harer afkondiging. De Commissie voor de Strafverordeningen, N. C. de Gijselaar, Voorzitter. E. Schotman, Secretaris. Aan den Gemeenteraad. Motie. De Baad noodigd Burgemeester en Wethouders uit de Commissie voor de Strafverordeningen te verzoeken een verordening te ontwerpen waarbij de bezorging van melk aan particulieren aan huis op Zondag wordt verboden. Jac. Wilbrink. N°. 87. Leiden, 31 Maart 1925. Van de besturen der in deze gemeente gevestigde bijzondere scholen, zijn verzoeken ontvangen om hen, overeenkomstig het bepaalde in het 3e lid van artikel 103 der Lager Onderwijswet 1920, ten behoeve van hunne scholen voor 1925 een voorschot te verleenen op de vergoeding van de kosten van instandhouding, bedoeld in artikel 101 dier wet. Uit het overzicht, gevoegd bij de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken, blijkt, dat volgens de gemeenterekening 1923 de kosten van instandhouding van openbare scholen voor gewoon lager- en uitgebreid lager onderwijs met uitzondering van de kosten voor vakonderwijzers over dat jaar bedroegen respectievelijk ƒ82871.42 en ƒ9741.21. Aangezien het gemiddelde aantal leerlingen in 1923 op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 5