42 25.Aangezien de nieuwe combinatie 6 leden telt, zal de jaarlijksehe opbrengst derhalve bedragen 400.b 5 X 25.f 525.dus 100.minder dan gedurende den thans afloopenden pachttermijn. De voorwaarden blijven onveranderd gelden, behoudens eenige redactiewijzigingen en een aanvulling van art. 3. Dit artikel houdt thans een vol strekt verbod in tot het onderverhuren van een gedeelte der Vroonwateren, terwijl de aanbieding van de heeren Krul c. s er op is gebaseerd, dat het Braassemermeer aan derden in onderhuur mag worden afgestaan. In het nieuwe artikel 3 is daarom de mogelijkheid opengelaten om met schriftelijke toestemming van ons College en onder daarbij te stellen voorwaarden het genot van de jacht aan anderen over te doen. De aanbieding van de heeren Krul c. s. komt ons aan nemelijk voorhet is niet te verwachten, dat bij een open bare verpachting een hoogere opbrengst zal worden ver kregen. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien, onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, in overweging het genot van de jacht op de Vroonwateren voor den tijd van drie jaren, ingaande met den dag, waarop de jacht op waterwild in 1925 wordt geopend en eindigende met de sluiting der jacht in 1928, te verpachten aan de combinatie van C. Krul c. s. te 's-Gravenhage voor de som van f 400.— per jaar, benevens een jaarlijksehe vergoeding van zooveel maal 25.als het getal leden der combi natie meer dan één bedraagt, en voorts onder de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 82. Leiden, 30 Maart 1925. Ten behoeve van den bouw van een tweetal woningen op de perceelen aan den Zijlsingel, kadastraal bekend ge meente Leiden, Sectie K, Nis 673 en 674, is het noodig, dat de grond gelegen tusschen de rooilijn op die perceelen en den openbaren weg, aan de gemeente in eigendom en onderhoud overgaat. Onder mededeeling, dat de eigenaren dier perceelsgedeelten tot de overdracht bereid zijn en overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, geven wij U mitsdien in overweging te besluiten, de strookjes grond gelegen tusschen de rooilijn op de perceelen, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie K, Nis 673 en 674, en den openbaren weg, zooals nader op den hierbij overgelegde teekeningen in groene kleur is aangeduid, zonder eenige kosten voor de gemeente in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen, onder de gewone, voor dergelijke overdrachten bij de ge meente gebruikelijke, voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 83. Leiden, 30 Maart 1925. Bij raadsbesluit van 26 November 1923 (Ingek. Stukken No. 342) werd op de begrooting geregeld de betaling van de bijdrage van 110.000.—welke, ingevolge artikel 8 van de overeenkomst inzake den aanleg der kunstwerken in de Gemeente Leiden in verband met den aanleg van een electrische tramlijn 's-GravenhageVoorburgLeiden, door de gemeente aan de Tramweg Maatschappij verschuldigd is. De verlaging, welke ingevolge art. 9 der overeenkomst, de bijdrage van 110.000.zal ondergaan, werd globaal geraamd op 10.000.—, zoodat een bedrag van ƒ100.000. werd beschikbaar gesteld. Bedoelde verlaging houdt verband met de in geldswaarde omgezette voordeelen, die voor de maatschappij verbonden zijn aan het in de overeenkomst omschreven tracé boven een tracé, waarbij de Jodenkerksteeg aan de West-, in plaats van aan de Oostzijde zou zijn verbreed. Inmiddels is deze geldswaarde, overeenkomstig het in het contract bepaalde, in gemeen overleg door den Directeur van Gemeentewerken en de Directie der Tramweg Maat schappij vastgesteld op een bedrag van 4325.—, zooals nader is uiteengezet in de ter visie liggende stukken. Het beschikbaar gestelde bedrag van 100.000.moet dus nog met ƒ5675.worden verhoogd. Voorts moet aan de maatschappij worden vergoed het bedrag van de door haar voorgeschoten gelden voor het leggen van rioleeringen en het uitvoeren van daarmede verband houdende werken in de verbreede Jodenkerksteeg. Overeenkomstig de dezerzijds gegeven voorschriften heeft de maatschappij tegelijk met hare eigen werken een nieuw riool doen leggen, waarvan de kosten uiteraard voor rekening van de gemeente zijn. Deswege komt, gelijk uit destukken blijkt, aan de maatschappij een bedrag van ƒ2957.91 toe. Onder mededeeling, dat de Commissie van Fabricage zich met de voorgestelde afwikkeling kan vereenigen, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging, door vaststelling van de hierbij overgelegde begrootingsstaten model D enC,. dienst 1924, een bedrag van respectievelijk ƒ5675.en ƒ2957.91 te onzer beschikking te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan het bedrag van ƒ2957.91 moet worden afgeschreven, is nog ƒ61817.14 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 84. Leiden, 30 Maart 1925. Ingevolge Uwe besluiten van 7 Juni 1920 (Ingek. Stukken No. 182) en 28 November 1921 (Ingek. Stukken No. 397) werden aan de woningbouwvereeniging „Bensgezindheid" ten behoeve van den bouw van 114 woningen op een terrein beoosten den Zijlsingel (bouwplan II) een grondvoorschot van 128.684.en een bouwvoorschot van 757610. toegekend. Blijkens den in de Leeskamer ter visie liggenden staat hebben de bouwkosten, voorzooveel het grondvoorschot be- betreft 126504.04 en wat aangaat het bouwvoorschot 761704.23! bedragen, zoodat de grondkosten 2179.96 beneden de raming zijn gebleven, terwijl daarentegen de eigenlijke bouwkosten een bedrag van 4094.23! meer vor derden. Op ons verzoek werd de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid bereid bevonden het nog op het grondvoor schot beschikbare bedrag ad 2179.96 te doen overschrijven op het bouwvoorschot, tengevolge waarvan dit laatste wordt gebracht op 759789.96. Waar, gelijk werd opgemerkt, de totale stichtingskosten van den eigenlijken bouw der woningen op 761704.23! zijn te stellen, zal een som van 1914.27! niet ter beschikking van de vereeniging kunnen worden gesteld en zal zij laatstgenoemd bedrag mitsdien uit eigen middelen hebben te putten. Moeten derhalve de woningen voor 761704.23! op de balans worden gebracht, daartegenover komt slechts een schuld aan de gemeente te staan van 759789.96. De mogelijkheid om het bouwvoorschot, buiten de be- bedoelde overschrijving, bovendien nog met 1914.274 verhoogd te krijgen, moet uitgesloten worden geacht. Trouwens deze verhooging, die de schuld aan de gemeente weder met gelijk bedrag zou doen toenemen, is ook niet bepaald noodig, aangezien de kasmiddelen der vereeniging wel toelaten genoemde som ad 1914.27! daaruit te bestrijden. Doordat de afschrijving der woningen berekend wordt over ƒ761704.23!, vloeit het bedrag ad 1914.27! geleidelijk weder in de kas der vereeniging terug. Wij geven U derhalve in overweging het raadsbesluit van 7 Juni 1920, gewijzigd bij dat van 28 November 1921, waarbij aan de vereeniging „Bensgezindheid" ten behoeve van de uitvoering van het hiervoren genoemd plan een grond- en een bouwvoorschot tot een gezamenlijk bedrag van ƒ886294.— werd verleend, nader te wijzigen in dien zin, dat het grondvoorschot wordt vastgesteld op ten hoogste ƒ126504.04 en het bouwvoorschot op ten hoogste 759789.96. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 85. Leiden, 30 Maart 1925. Wij hebben de eer U voor te stellen op de ter visie liggende bezwaar- en verzoekschriften inzake schoolgeld Middelbaar- en Hooger Onderwijs, heffingsjaar 1923/24 en 1924/25, te beschikken overeenkomstig ons mede ter visie liggend advies. Aan den Gemgenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 86. Leiden, 31 Maart 1925. Na de aanneming, in Uwe Vergadering van 22 December 1924, van de hierachter afgedrukte motie van Uw medelid, den heer Wilbrink, in zake de bezorging van melk op Zondag, hebben Burgemeester en Wethouders ons uitgenoodigd een verordening in den geest van bedoelde motie te ontwerpen en aan Uwe Vergadering ter vaststelling aan te bieden. Wij hebben aan deze uitnoodiging voldaan en leggen hierbij een ontwerp-verordening aan Uwe Vergadering over. Daarbij zij opgemerkt, dat de minderheid van onze Com missie in beginsel tegen de vaststelling van een dergelijke verordening gekant is. Zij stelt zich ten deze op het stand-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 4