40 N°. 77. Leiden, 27 Maart 1925. In Uwe Vergadering van 14 Juli 1924 werd besloten bet beheer van de grondwaterzweminrichting aan de Zijl gedu rende het jaar 1924 op te dragen aan de Zwemvereeniging „De Zijl". Intusschen werd die exploitatie in verband met den korten tijd, dien de nieuwe inrichting gedurende 1924 geopend zou zijn, als een voorloopige toestand beschouwd, dienende om met de wijze van beheer en behandeling van deze zwemplaats volledig bekend te worden. Derhalve werd het wenschelijk geacht nog geen definitieve overeenkomst met het beheerende bestuur aan te gaan (Zie Ingek. Stukken No. 197 van 1924). Thans is, met het oog op het naderende zwemseizoen, de tijd gekomen, om dezen voorloopigen toestand te beëindigen en met het bestuur der vereeniging „De Zijl" een definitieve overeenkomst te sluiten. Wij hebben daartoe een overeen komst ontworpen, welke hieronder is afgedrukt en waarvoor het contract, indertijd gesloten met de Leidsche Zwemclub in zake het beheer van de zweminrichting aan het Rijn- Schiekanaal, tot voorbeeld heeft gestrekt. Slechts in zooverre wijkt de thans ontworpen overeenkomst van laatstgenoemd contract af, dat in de met „De Zijl" te treffen regeling melding is gemaakt van de commissie van toezicht, die het bestuur in het beheer der inrichting bijstaat (zie artt. 1 en 4), terwijl in art. 9 een nadere bepaling aangaande de van gemeentewege uit te oefenen financiëele controle is opgenomen. Overigens behoeft het concept-contract o.i. geen bijzondere toelichting. Niettemin meenen wij te dezer plaatse nog enkele woorden te mogen wijden aan de tarieven voor het gebruik der beide inrichtingen, zulks in verband met hetgeen eenigen tijd geleden dienaangaande reeds in Uwe Vergadering ter sprake is gekomen. Het toenmalig lid Uwer Vergadering toch, de heer van den Heuvel, had twee voorstellen ingediend, het eene strek kende om de tarieven voor de beide gemeentelijke zwem inrichtingen gelijk te doen zijn, het andere om het tarief voor het gebruik van de zwemplaats aan de Zijl te bepalen op 0.05 per bad, welke voorstellen in de Raadszitting van 4 December 1924 (zie Handelingen blz. 334) werden inge trokken, nadat onzerzijds te kennen was gegeven, dat die aangelegenheid weder aan de orde zou kunnen komen bij de beslissing omtrent de verdere exploitatie van laatstge noemde inrichting. Wat nu de denkbeelden betreft, die in de bovenbedoelde voorstellen waren neergelegd, zij opgemerkt, dat tegen gelijkstelling van de tarieven der twee zweminrichtingen overwegende bezwaren bestaan, niet alleen bij ons College, maar ook bij de besturen der. betrokken vereenigingen zelf. Het bestuur van de Leidsche Zwemclub is er tegen, omdat de inrichting aan het Rijn-Schiekanaal reeds thans op drukke dagen te klein is voor het groote aantal bezoekers en een eenigszins aanzienlijke tariefsverlaging het bezoek zoodanig zou doen toenemen, dat er voortdurend gebrek aan ruimte zou wezen. Bovendien zouden de ontvangsten, in weerwil van het overdrukke bezoek, dan zeer aanzienlijk dalen en het tekort, hetwelk de exploitatie van deze zwemplaats voor de gemeente oplevert, derhalve aanmerkelijk grooter worden. Het bestuur van de vereeniging „De Zijl" is eveneens tegen nivelleering van de tarieven gekant, omdat het er prijs op stelt, dat de nieuwe grondwaterzweminriehting speciaal be stemd blijft voor dat gedeelte der burgerij, waarvoor zij, ter vervanging van de vroegere zwemplaats in den Heeren singel, in het bijzonder is gesticht. Een tarief van 0.05 per bad in plaats van het hieronder genoemde tarief van resp. 0.10 en 0.03 zou het bezoek naar alle waarschijn lijkheid deen verminderen en de nieuwe inrichting daar door minder aan haar doel doen beantwoorden. Het bestuur van „De Zijl" geeft daarom de voorkeur aan, en heeft onze goedkeuring verzocht van, een tarief, waarbij in het algemeen de 3-cents-prijs geldt voor de uren buiten den schooltijd en een prijs van 0.10 per bad gedurende den schooltijd. Het goedkoope tarief zal dus gelden niet alleen voor de geheele Woensdag- en Zaterdagmiddagen, maar ook voor de overige werkdagen na 4 uur des namiddags. Deze regeling is blijkens de in 1924 opgedane ervaring gewenscht, ten einde een te grooten toeloop op de Woensdag- en Zaterdagmiddagen te voorkomen en het bezoek gelijkmatiger over de dagen der week te verdeelen. Wij hebben tegen deze tariefsregeling geen bezwaar en zijn mitsdien voornemens daaraan onze goedkeuring te hechten. Het bestuur van de Leidsche Zwemclub heeft ons ver zocht; goed te vinden, dat de prijs van het seizoenabonne ment van 7.tot 6.wordt teruggebracht en dat, met behoud van het bestaande tarief van 4.voor het tweede lid uit één gezin, de prijs per abonnement voor het derde lid en de volgende leden van één gezin op 3.wordt gesteld. Tegen deze tariefsverlaging bestaan bij ons College evenwel bedenkingen, omdat wij met de Commissie van Fabricage van meening zijn, dat er geenerlei aanleiding kan bestaan, om den toch al lagen prijs van 7.voor een abonnement, waarop men gedurende een geheel seizoen in de inrichting aan het Rijn-Schiekanaal mag zwemmen, tot 6.te verlagen, met het gevolg, dat het bedrag, hetwelk de gemeente op de exploitatie van deze inrichting moet toeleggen, verhoogd zou worden. Evenmin kunnen wij ons er mede vereenigen, dat reeds bij het derde abonnement voor één gezin de prijs op ƒ3. wordt gesteld; naar onze meening behoort deze belangrijke reductie eerst bij het vierde lid van hetzelfde gezin in te gaan. Overigens mogen wij U, wat de verdere tarieven en rege lingen betreft, naar de ter visie liggende stukken verwijzen. W7ij geven Uwe Vergadering thans in overweging over te gaan tot vaststelling van de navolgende ontwerp-overeenkomst tusschen de gemeente Leiden en de Zwemvereeniging „De Zijl" in zake het beheer over de gemeentelijke bronwater zweminrichting aan de Zijl. ONTWERP-OVEREENKOMST tusschen de Gemeente Leiden en de Zwemvereeniging „de Zijl in zake het beheer over de gemeentelijke bronwater- zweminrichting aan de Zijl. Artikel 1. Het bestuur der Zwemvereeniging „de Zijl" zal zich ge durende de maanden, dat de gemeentelijke zweminrichting aan de Zijl voor het gebruik is opengesteld, belasten met het beheer dezer inrichting. In deze taak wordt het bestuur bijgestaan door een Commissie van Toezicht, bestaande uit ten minste drie personen, die, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, door het bestuur daartoe worden aangewezen. De Commissie van Toezicht houdt een wakend oog op de exploitatie van de zweminrichting, ook wat de verantwoording van de geldmiddelen betreft. De data van openstelling en sluiting der inrichting worden door het bestuur in overleg met Burgemeester en Wet houders vastgesteld en tijdig bekend gemaakt. Art. 2. Het bestuur neemt op zich te zorgen en te doen zorgen voor de goede orde, de veiligheid, de reinheid en den behoor lijken toestand der zweminrichting. Het zal daartoe o.a. de vereischte voorschriften geven aan het personeel en de noodige kennisgevingen publiceeren voor de bezoekers der inrichting. De bepaling van de men van dagelijksche openstelling geschiedt onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders. Art. 3. Voor het gewone dagelijksche onderhoud der inrichting zal door het bestuur worden zorg gedragen. Onderhoudswerken van eenigen omvang worden op verzoek van het bestuur in overleg met den Directeur van Gemeente werken en zoo noodig van gemeentewege verricht. Voorstellen tot verbetering, wijziging of uitbreiding van de inrichting worden door het bestuur ter kennis van Burge meester en Wethouders gebracht. Art. 4. Aan Burgemeester en Wethouders, de leden der Commissie van Fabricage, den Directeur van Gemeentewerken en de door dezen aan te wijzen technische ambtenaren van het Bureau Gemeentewerken, alsmede aan de leden der in art. 1 genoemde Commissie van Toezicht, zal te allen tijde vrije toegang tot de inrichting worden verleend, waartoe aan deze personen doorloopende toegangskaarten zullen worden ver strekt. Art. 5. Indien het bestuur zwemfeesten, wedstrijden en dergelijke wil organiseeren, in het bijzonder uitgaande van de Zwem vereeniging „de Zijl", behoeft het daartoe vooraf de goed keuring van Burgemeester en Wethouders. De inrichting wordt dan uitsluitend ter beschikking van de leden der Zwemvereeniging „de Zijl" gesteld en het bestuur heeft daarbij de vrije beschikking over personeel en inventaris der inrichting. Door Burgemeester en Wethouders kan verlangd worden, dat bij zoodanige gelegenheden, voor zoover nog ruimte voor ander publiek beschikbaar is, ook niet-leden der Zwemvereeniging „de Zijl" worden toegelaten tegen nader overeen te komen toegangsprijs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 2