MAANDAG 9
MAART 4925.
23
heid is. Zij is zoo eerlijk om te zeggen: als gij, vrijzinnigen,
wat verlangt voor u zelf, doet dan precies als de orthodoxen
en de Roomsch-Katholieken gedaan hebben en richt zelf een
ziekenhuis op.
Spreker acht het voorstel eigenlijk de moeite van bestrijden
niet waard, maar nu de heer Witmans weder komt met de
bewering, dat spreker en de zijnen altijd dan afzijdig zijn,
wanneer het geldt de belangen van het vrijzinnig deel der
gemeente, en een beroep doet op de rechterzijde om nu eens
niet bekrompen te zijn, daar meent spreker, dat een woord
van protest tegen zulk een voorstelling van zaken niet achter
wege mag blijven, en wil hij constateeren, dat de leuze van
den heer Witmans, noch rechts, noch links, geplaatst in het
verband van de toelichting tot zijn voorstel wel een zeer
vreemden indruk maakt. Hij zal dan ook niettegenstaande de
vriendelijke terechtwijzing van den heer Witmans tegen zijn
voorstel stemmen.
De heer Zuidema is door de verdediging van den heer
Witmans, waarnaar hij met veel belangstelling heeft geluisterd,
teleurgesteld. Het voorstel zelf was buitengewoon sober en
nu had spreker verwacht, dat de heer Witmans na het
praeadvies van Burgemeester en Wethouders een meer be
redeneerde motiveering zou geven en zou aantoonen in de
eerste plaats dat er gebrek aan verpleegruimte is, en dat
ook wat de kosten van een gemeentelijk ziekenhuis zullen
zijn. De heer Witmans heeft blijkbaar een eigenaardige op
vatting van zijn taak. Hij decreteert, dat er gebrek aan
verpleegruimte is, en dan volgt er voor hem uit, dat de
Raad dat zonder meer zal beamen.
Hij had de noodzakelijkheid van ziekenhuisbouw moeten
aantoonen en iemand, die zich in de zaak goed had inge
werkt, had dat, indien het mogelijk was, gemakkelijk kunnen
doen, maar waar hij zelfs geen enkele poging in die richting
heelt gedaan en blijkbaar over geen enkel cijfer beschikt,
moet spreker concludeeren, dat het van den heer Witmans
een invallende gedachte is geweest. In de overtuiging, dat
dit laatste zoo is, is spreker versterkt door de interruptie,
welke de heer Witmans zooeven plaatste, n.l. dat de stichting
van een gemeentelijk ziekenhuis aan de gemeente misschien
niets zou kosten. Spreker kan niet aannemen, dat iemand,
die zich op dat standpunt stelt, zich werkelijk in de zaak
heeft ingewerkt.
De heer Witmans heeft hier misschien is het erg demo
cratisch met zeer veel pathos gesproken over de ergerlijke
dingen, welke in het Academisch Ziekenhuis zouden zijn
gebeurd en hij protesteerde er tegen, want het was heel erg!
De heer Witmans voegt spreker toe: allemaal dikke woor
den, zoo heb ik het niet gezegd. Het doet spreker genoegen,
dat de heer Witmans toegeeft dikke woorden te hebben ge
bezigd: hij heeft inderdaad deze uitdrukkingen gebezigd.
De heer Witmans zegt daartegen te protesteeren, omdat
de heer Zuidema de feiten verdraait.
Spreker zal die dikke woorden verder laten rusten en wijst
er op, dat de heer Witmans, als hij ergerlijke dingen om
trent het Academisch Ziekenhuis weet, die moet brengen ter
plaatse waar zij thuis behooren, niet in dezen Raad.
Na hetgeen van andere zijde is gezegd over de vergelijking,
welke de heer Witmans heeft gemaakt met het bijzonder
onderwijs, en na de sympathieke woorden van Mevr. van
Itallie ten opzichte van de «kerkelijke" inrichtingen zal
spreker verder van het woord afzien.
De heer Groeneveld begrijpt niet, hoe Burgemeester en
Wethouders zijn gekomen tot de conclusie, dat er geen gebrek
aan verpleegruimte is, want in het rapport van den Directeur
van den Geneeskundigen Dienst staat het volgende te lezen:
»dat op heden een tekort bestaat aan verpleegruimte voor
tweede klasse-patiënten en voor lijders, die in de zoogenaamde
tusschenklasse (met verpleegprijzen tusschen tweede en derde
klasse) worden verpleegd."
Trouwens, dat is algemeen bekend.
Te Leiden is een tekort aan verpleegruimte en de gemeente
weet met hare patiënten dikwijls geen raad. Nu interrumpeert
de heer Wilmer, dat er verbetering komt, maar in die ver
betering zal voorzien worden door twee kerkelijke inrichtingen,
en nu is het de vraag, of alle menschen er genoegen mede
kunnen nemen, dat zij verpleegd worden in een kerkelijke
inrichting, tegen hun wil. Immers, in vele gevallen zal hun
niet gevraagd worden, waar zij verpleegd willen worden.
Burgemeester en Wethouders zeggen, dat het niet hindert
of de menschen van andere richting in die kerkelijke inrichtingen
verpleegd worden, maar in andere opzichten zijn zij dikwijls
zoo teergevoelig. Spreker herinnert er in dit verband aan,
dat hier verboden wordt de opvoering van een stuk als
«Allerzielen"; dat getracht wordt om het houden van een
vergadering van vrijdenkers te verhinderen, waarheen men
niet behoeft te gaan als men niet wil. Wanneer van de zijde
van de S. D. A. P. de Gehoorzaal gehuurd wordt, dan mag
geen roode vlag uitgestoken worden, maar als andere organisatie's
daar vergaderen, dan mag er wel een vlag uitgestoken worden,
bijvoorbeeld de wit-gele vlag.
Spreker begrijpt niet, dat Burgemeester en Wethouders
niet gevoelen, dat er ook menschen zijn, die bezwaar kunnen
hebben om verpleegd te worden in een inrichting met een
bepaald kerkelijk stempel. Men zegt wel: het hindert niet;
maar als men in het St. Elisabeths-gesticht komt, dan ziet
men daar op elk vrij plekje aan de muren een kruisbeeld
hangen. In een kleine kamer heeft spreker ten minste 10
heiligenbeelden geteld en spreker kan zich voorstellen, dat
zoo iets heel wat patiënten geweldig kan hinderen. Men kan
zich ook voorstellen in welke stemming komt een anti-
Katholieke dominé (zoo zijn er tegenwoordig!), die in dergelijke
kamer zieken moet bezoeken.
Ook is de verpleging in sommige gestichten niet neutraal.
De patiënten worden niet neutraal behandeld. Spreker is
bekend, dat dit het geval is in het St. Elisabethsgasthuis.
Men roept: feiten noemen. Ik ben bereid om aan de anti-
revolutionnaire fractie op te geven het adres van een anti-
revolutionnair, die werd medegenomen naar de kapel van het
St. Elisabethsgasthuis met de rozenkrans in zijn hand.
Dit zijn allemaal dingen, welke niet in orde zijn. De heer
Wilmer wees op de goede verzorging van de verpleegden in
de kerkelijke inrichtingen, maar de verpleging in het Academisch
Ziekenhuis is ook prima en over het algemeen hoort men
weinig klagen over de verpleegsters, waar ook. Spreker
begrijpt niet, waarom men dit onderwerp aanroert.
Waar Burgemeester en Wethouders ook het plan tot
stichting van een verpleeginrichting voor oude lieden willen
loslaten, zoodat de gemeente niets anders kan doen dan
voor de menschen, die verpleegd moeten worden, plaatsen
aanwijzen in kerkelijke inrichtingen, als het Academisch
Ziekenhuis vol is, zal spreker zijn stem geven aan het voorstel
van den heer Witmans.
De heer Spendel zegt, dat het reeds meermalen is gebeurd,
dat de sociaal-democraten te Leiden zich op een geheel
ander standpunt stelden dan verschillende van hun partij-
genooten elders, en daarom wil hij hen, waar het over zieken
huizen gaat, er aan herinneren, dat hun partijgenoot Hugo
Haase, een Duitscher, zich heeft laten verplegen in het
tletwich-ziekenhuis van Carolus Borromeus te Berlijn en
dat de pas ontslapen President Ebert geen bezwaar heeft ge
zien zich toe te vertrouwen aan de Katholieke zusters van
Sint-Vincentius. Spreker constateert dan ook, dat al hetgeen
de heer Groeneveld heeft gezegd ten nadeele van de Katholieke
verpleging geen steek houdt en allen grond mist. Als de heer
Groeneveld dergelijke dingen in het openbaar in den Raad
zegt, moet hij namen en feiten noemen. En als hij dat niet
wil doen, moet hij niet beschuldigingen uiten aan het adres
van een ziekeninrichting, waarvan spreker kan constateeren,
dat er verschillende onwaar zijn, want in het St. Elisabeth's
Gesticht is geen enkele zaal, waar tien kruisjes hangen, en
geen enkele zuster, die de menschen, als zij niet Roomsch-
Katholiek zijn, met een rozenkrans in de hand naar de kapel
meeneemt. Tegen dergelijke beschuldigingen protesteert spreker
ten sterkste.
Spreker meent, dat nu wel tot stemming kan worden over
gegaan, want hoe langer over deze kwestie wordt gesproken
en boe meer argumenten de heer Witmans zal trachten te
voegen bij de reeds door hem aangevoerde, hoe minder de
meerderheid van den Raad overtuigd zal worden van de
noodzakelijkheid van de oprichting van een gemeentelijk
ziekenhuis. Laten de sociaal-democraten en de partijgenooten
van den heer Witmans, als zij de verpleging in de religieuse
inrichtingen in strijd achten met hun opvattingen, doen wat
Mevrouw van Itallie—van Embden heeft aangegeven, n.l. een
gesticht zetten van hun eigen richting; laten zij toonen
daden te willen stellen en niet met praatjes te willen komen!
De heer Meijnen wil in de eerste plaats dank brengen
aan de sprekers, die het praeadvies van Burgemeester en
Wethouders hebben gesteund, inzonderheid aan mevrouw
van Itallievan Embden voor hare zeer practische rede.
Spreker brengt in herinnering, dat ook het Hópital Wallon
was een particulier ziekenhuis, en het moge geen kerkelijk
cachet gedragen hebben, er was toch een kerkelijk verband, welk
verband o.a. ook medebracht, dat de patiënten, die lid waren
van de Waalsche Kerk, een reductie genoten van één derde
van de tarieven der verpleegkosten.
Indien nu bij het sluiten van dit ziekenhuis behoefte zou
bestaan aan een nieuwe en wel neutrale inrichting, laten dan
degenen, die deze behoefte gevoelen en bezwaar hebben
tegen de «kerkelijke" ziekeninrichtingen, het initiatief nemen
tot oprichting van een particulier neutraal ziekenhuis.
De heer Witmans heeft genoemd het voorbeeld van het
bijzonder onderwijs, dat ook klein begonnen is en dat zeer
breed is uitgegroeid. Laat hij dat voorbeeld volgen. Dat zal