MAANDAG 26 JANUARI 1925. 1 Zitting van Maandag 36 Januari 1935. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Dr. N. C. DE GIJSELA AR. Te behandelen onderwerpen 1° Benoeming van een Stads-geneesheer voor het tijdvak l Februari 19251 Februari 1926. (16) 2° Benoeming van een Regentes van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (323 en 4) 2a Voorstel tot aankoop van het perceel Langebrug No. 99 Sectie G No. 1198 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (26) 3° Voorstel tot verhuring van een 2-tal vertrekken in het voormalig Invalidenhuis, aan het Leidsche Politie-Muziek- gezelschap. (19) 4° Voorstel tot verhuring van de bovenverdieping van den Noordelijken vleugel van het gebouw 's-Gravenstein, aan de Vereeniging tot stichting en instandhouding van een Instituut voor Indische Archaeologie aan de Rijks- Universiteit te Leiden, genaamd »Instituut Kern." (20) 5° Voorstel tot openbaren verkoop van eenige op de Stads- timmerwerl aanwezige, buiten gebruik gestelde voorwer pen en materialen. (2) 6° Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van eenige perceelsgedeelten aan de Witte laan en de Roode laan. (5) 7° Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een strook grond, gelegen tusschen den Hoogen Morschweg en de rooilijn op het kadastrale perceel gemeente Leiden, Sectie P, No. 818. (6) 8° Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van eenige strookjes grond, gelegen tusschen de voortuintjes der op de perceelen Sectie P nis. 871, 872, 873 en 794 ged. te stichten woningen en de na demping van de Zandsloot ter plaatse, te vormen nieuwe weggrens van den Rijnsburgerweg. (7) 9° Voorstel in zake den verkoop van het ten behoeve van de uitbreiding van het stations-emplacement ter onteigening aangewezen kadastrale perceel, gemeente Leiden, Sectie L No. 1268. (10) 10° Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van eenige perceelen grond in de Waard. (21) 11° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 23 Mei 1912 (Gem.Blad No. 18) op het Rijden. (22) 12° Verordening, tot wijziging van de verordening van 15 Mei 1922 (Gem.Blad No. 38), houdende aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen voor het houden van de verschillende markten en van veilingen van ooft. (14) 13° Voorstel tot wijziging en aanvulling van de op 19/23 Mei 1921 met de gemeente Leimuiden gesloten overeen komst betreflende de levering van electriciteit in de gemeente Leimuiden door de Stedelijke Electriciteits- fabriek te Leiden. (8) 14° Voorstel in zake het aangaan van een overeenkomst van borgtocht voor daarvoor in aanmerking komende reken- plichtige ambtenaren en hunne plaatsvervangers, met de verzekeringmaatschappij »Fatum". (17) 15° Voorstel: a. tot verkoop aan de Woningbouw vereeniging »Ons Doel" van een terrein gelegen tusschen de Pieter de la Courtstraat en de Witte laan; b. tot het aanvaarden van een voorschot uit 's Rijks kas in verband met de uitvoering van een plan der sub a genoemde vereeniging tot den bouw van 29 beneden en 31 bovenwoningen en 2 winkelwoningen; c. tot het verstrekken aan de sub a genoemde vereeni ging van het voorschot sub b bedoeld; d. tot vaststelling van den desbetrefienden begrootings- staat. (24) 16« Voorstel om de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis te machtigen tot het doen vernieuwen van den vloer in de runderslachthal van het Openbaar Slachthuis. (11) 17* Voorstel tot vaststelling van de bijdrage in de kosten van het bijzonder vervolgonderwijs, bedoeld in art. 102 der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1923. (12) 18° Voorstel tot het instellen van beroep bij de Kroon van de beslissing van Gedeputeerde Staten, op de beroepen ingesteld door het Bestuur der R. K. Par. Jongensscholen onder R. K. Par. Kerkbestuur, tegen de Raadsbesluiten van 16 Juni 1924, waarbij medewerking werd geweigerd voor den aanleg eener centrale verwarmingsiustallatie in een 4-tal scholen. (13) 19° Voorstel om Burgemeester en Wethouders te machtigen het onderwijzend personeel van het Gymnasium, de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, de Hoogere Burgerschool voor Meisjes en de Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen, met ingang van 1 Januari 1925, te betalen op den voet van de met ingang van dien datum ingevoerde resp. in te voeren salarisregelingen voor het onderwijzend personeel der Rijks Hoogere Burgerscholen en der Rijks Kweekscholen. (18) 20° Voorstel om te besluiten, dat de betrekking van adjunct directeur van den Markt- en Havendienst weder zal worden vervuld. (15) 21° Voorstel in zake het aangaan van een geldleening, groot f 1.000,000.—. (23) 22° Vaststelling van het Primitief-Kohier der schoolgelden voor het Middelbaar- en Hooger Onderwijs, dienst 1924 1925. (3) 23° Nader voorstel in zake het verhaal van bijdragen voor weduwen- en weezenpensioen voor gemeente-ambtenaren. (25) Tegenwoordig zijn 33 leden, namelijk: de heeren van Eek, van den Heuvel, Eikerbout, Eerdmans, Kooistra, Verweij, Heemskerk, Deumer, Coster, mevrouw Dietrichde Rooy, de heeren Bergers, Oostdam, Mulder, Meijnen, Reimeringer, Sanders, van Hamel, mevrouw van Itallievan Embden, de heeren van Stralen, Spendel, Witmans, Dubbeldeman, Wilbrink, Splinter, Zuidema, van der Reijden, van Rosmalen, Huurman, Wilmer, Sijtsma, Baart, Groeneveld en Knuttel. De Voorzitter houdt de volgende toespraak: Dames en Heeren. Alvorens over te gaan tot de behandeling van de beide agenda's wensch ik gaarne den leden van den Raad hel beste toe in het ingetreden jaar. Moge het haar en hun goed gaan, zoowel persoonlijk, als in huisgezin, zaken, beroep of betrekking. Tevens betuig ik wel mijn dank aan die Raadsleden, die mij gelukwenschen hebben toegezonden bij de jaarswisseling. Het jaar, dat achter ons ligt heeft ons vele beslommeringen en veel arbeid gegeven; voor het grootste deel der ingezetenen was het ook niet gunstig te noemen, alhoewel de toestand in 't algemeen toch beter was, dan in de daarvóór gaande jaren. Ook had Uw Raad het heengaan-van eenige zijner leden te betreuren, waarvan twee door den dood, n.l. Mevrouw de Stoppelaar en de heer Pera, welke laatste als 't ware met den Raad was saamgegroeid. Moge het jaar '25 voor onze ingezetenen en ook voor Uw College voorspoediger zijn, dan de laatste jaren zijn geweest. God schenke ons de wijsheid en het inzicht om dit jaar die besluiten te nemen, die zullen strekken tot heil van ons dierbaar Leiden en van alle ingezetenen van welken rang, stand, richting of gezindheid zij ook mogen zijn. Hij schenke ons daartoe ook de zoo noodige samenwerking en onderlinge waardeering. Ik heb gezegd. Teekenen van instemming.) De heer van Hamel verklaart behoefte te gevoelen om namens den Raad hartelijk dank te zeggen en hulde te be tuigen voor hetgeen de Voorzitter in het afgeloopen jaar in het belang van de gemeente gedaan heeft. Spreker wenscht den Voorzitter toe, dat deze ook in het nieuw iugetreden jaar in het genot zal blijven van een goede gezondheid en het hem gegeven moge zijn om met dezelfde opgewektheid en taaie volharding als tot dusver de belangen der gemeente te behartigen in harmonische samenwerking met den Raad. Tevens uit spreker den wensch, dat ook voor degenen, die den Voorzitter het naast staan, 1925 zeer voorspoedig moge zijn. Teekenen van instemming De Voorzitter dankt den heer van Hamel voor diens vriendelijke woorden en wenscht nog een afzonderlijken geluk wensen te richten tot den heer Splinter, dien de Raad tot zijn genoegen weder hersteld terugziet. Er is een oogenblik geweest, dat men meende het ergste te moeten vreezen, maar gelukkig is de heer Splinter bewaard gebleven voor zijn huisgezin en voor de gemeente, en ziet de Raad hem na zoo langdurige afwezigheid weder in zijn midden terug. Teekenen van instemming). De notulen van het verhandelde in de vergadering van 22 December 1924 worden goedgekeurd. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 1