GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. OG£KOM£N STUKKEN. N°. 1. Leiden, 2 Januari 1925. No. 304 van 1924), leggen wij hierbij aan Uwe Vergadering weder een opgave over van de gedurende het 4e kwartaal 1924 toegekende vervroegde periodieke verhoogingen van wedde. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Ten vervolge op onze vorige opgave (Ingek. stukken, Opgave van de gedurende het 4e kwartaal 1924 toegekende vervroegde periodieke verhoogingen van wedde. a a s Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken. 1 P. C. G. A. Wijkmans Directeur 3800.4100.15 Dec. 1924 Stedelijke fabrieken van Gas en Electriciteit. 2 H. C. A. Proos 3 C. v. Heuzen [Techn. Ambt. 2e kl.j Stoker le kl. III 2600.— 29.70 2700.- 33.30 1 Oct. 1924 1 Oct. 1924 1 4 N°. 2. Leiden, 2 Januari 1925. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende lijst van op de Stadstimmerwerf aanwezige, buiten gebruik gestelde voorwerpen en materialen, geven wij Uwe Vergadering, overeenkomstig het advies der Commissie van Fabricage, in overweging tot den openbaren verkoop van die zaken te besluiten, Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 3. Leiden, 5 Januari 1925. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het Primitief-Kohier der schoolgelden voor het Middelbaar- en Hooger Onderwijs, heffingsjaar 1924/25, opgemaakt tot een bedrag van 51.497.50. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 4. Leiden, 14 Januari 1925. In Uwe Vergadering van 22 December 1924 werd de benoeming van eene Regentes van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis aangehouden, nadat de twee plaats gehad hebbende stemmingen gebleken waren nietig te zijn op grond van het bepaalde in artikel 44 van het Reglement van Orde voor Uwe vergaderingen. Bij schrijven van 5 Januari j.l. stelden wij het College van Regenten en Regentessen met het voorgevallene in kennis, met verzoek ons mede te deelen, ofjiet daarin al dan niet aanleiding vond de ingediende voordracht te wijzigen. Blijkens het hierachter afgedrukt schrijven is zulks niet het geval, weshalve de voordracht in Uwe eerstvolgende vergadering wederom aan de orde zal worden gesteld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den lOen Januari 1925. Het College van Regenten en Regentessen van het Ger. Minne- of Arme Oude Mannen en Vrouwenhuis te Leiden brengt U zijn dank voor uwe missive N°. 2/2 d.d. 5 Jan. 1925, meldende hetgeen voorgevallen is in de zitting van den Gemeenteraad op 22 Dec. 1924, bij de stemming ter benoe ming van een Regentes in de ontstane vacature. In antwoord op dit schrijven hebben wij de eer Uw Bestuur mede te deelen, dat ons College voornoemd naar zijn beste weten en in het belang van het Oudeliedenhuis de voordracht heeft opgemaakt en geen reden heeft deze te wijzigen. Zij luidt: Mevrouw C. EERDMANSDE HOLL Mevrouw N. VAN SPALLHÜBNER. Met verschuldigde hoogachting het College voorn. M. C. F. J. Cosijn, Voorzitter. J. A. Prins, Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. N°. 5. Leiden, 14 Januari 1925. In verband met de toenemende bebouwing langs de Witte en de Roodelaan en met het oog op den straataanleg, waartoe mettertijd daar ter plaatse zal moeten worden overgegaan, is het gewenscht, dat die gedeelten van de beide genoemde wegen, waarover de gemeente ten behoeve van de ontworpen wegverbreeding dient te kunnen beschikken en die thans nog particulier eigendom zijn, in eigendom aan de gemeente overgaan. De onderhandelingen, door ons College te dien einde met de betrokken eigenaren gevoerd, hebben er toe geleid, dat deze allen bereid zijn de hun toebehoorende perceelsgedeelten kosteloos aan de gemeente af te staan, mits daaruit voor hen geen kosten voortvloeien. Overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat derhalve thans tot overneming van bedoelden grond kan worden besloten. Mitsdieu geven wij U in overweging te besluiten tot kostelooze overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van de op de overgelegde situatieteekening met roode kleur aangegeven perceelen, kadastraal bekend ge meente Leiden, Sectie M, Nis. 668, 627 tot en met 631, 619, 632, 638, 639, 640, 647, 643, 644, 645, 1588, 1589, 2865 tot en met 2869, 661 tot en met 665, 679 tot en met 684, 687 tot en met 690, 2179, 2180, 693 en 694, alle gedeeltelijk. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 6. Leiden, 14 Januari 1925. Met het oog op een voortgezette bebouwing van haar terrein aan den Hoogen Morschweg alhier, verzoekt de N.Y. „Rijksdorp'" de overneming door de gemeente van een gedeelte grond ter lengte van ongeveer 90 M. en vormende een gedeelte van het perceel gemeente Leiden Sectie P.No. 818, op de hierbijgaande teekening met gele kleur aangeduid en gelegen tusschen de rooilijn op dit perceel en den Hoogen Morschweg. Noch bij ons College, noch bij de Commissie van Fabricage, bestaat tegen die overneming bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten, zonder eenige kosten voor de gemeente in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen, de tusschen den Hoogen Morschweg en de rooilijn op het kadastrale perceel gemeente Leiden Sectie P No. 818 gelegen strook grond, ter lengte van ongeveer 90 M., als op de hierbij gevoegde teekening met gele kleur is aangeduid. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 7. Leiden, 14 Januari 1925. Ten behoeve van den bouw van woningen op de per ceelen aan den Rijnsburgerweg kad. bekend gemeente Leiden Sectie P, nis 871, 872, 873 en 794 ged., is het noodig dat de grond, gelegen tusschen de voortuintjes der op die per ceelen te stichten woningen en de na demping van de s> a be NAAM. 2. RANG. 3. c 03 rO OJ -w o< S O 4. WEDDE waarop de betrokken ambtenaar volgens de verordening aan spraak zou kunnen maken. 5. hem die is toe- haar gekend. 6. Datum van ingang. 7. 13 D fl Mi ns .2 SP -Co o O O O V. t- UJ O. 8. AANMERKINGEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1925 | | pagina 1