DONDERDAG 4 DECEMBER 1924. 337 den Kapitaaldienst, in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 3854361.— zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. De Voorzitter stelt thans aan de orde: XXa. Voorstel in zake de verstrekking van een kapitaal van f 1.000.000.aan de Electriciteits-fabriek, ten behoeve van verschillende uitbreidingswerken en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (Zie Ing. St. No. 320.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Rurgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter stelt met het oog op het ver gevorderd uur voor om in deze vergadering alleen nog die punten van de agenda af te doen, welke tot geen of tot weinig discussie aanleiding geven. Dienovereenkomstig wordt zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming besloten. XXI. Voorstel in zake de toetreding van de gemeente als lid van de vereeniging »Tuinbouw-Underlinge". (Zie Ing. St. No. 301.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Heemskerk wenscht omtrent dit punt eenige nadere toelichting. Wanneer men een berekening maakt van het bedrag, dat betaald wordt over de jaren, waarover de Tuinbouw-Onderlinge een berekening heeft verstrekt, en men neemt daarvan het gemiddelde, dan komt men tot een bedrag van 0.72 voor per hoofd verzekerde f 100. De Rijksverzekeringsbank rekent gemiddeld 0.72. Gaat men bij een onderlinge verzekeringsmaatschappij, dan kan men minder, maar ook meer moeten betalen. Het verschil is zoo klein, dat het veel zekerder is bij de Rijksverzekeringsbank te blijven. De Voorzitter zegt, dat de Tuinbouw-Onderlinge een zeer groote bedrijfsvereeniging is, waarbij alle groote lichamen zijn aangesloten. Er is tot nog toe veel te veel aan premie betaald; bovendien moet de gemeente nu eenmaal aange sloten zijn. De heer Sanders zegt, dat de voorwaarden elk risico uit sluiten; het blijft dus even groot of even gering als bij de Rijksverzekeringsbank. De heer Elkerbout zegt, dat het met de uitbetalingen wel eens hapert. De heer Reimeringer zegt, dat hem daarvan niets bekend is. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt in stemming gebracht en met 23 tegen 5 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: Mevrouw Dietrichde Rooij, de heeren van Hamel, van Stralen, Coster, Wilbrink, Knuttel, van Ros malen, Huurman, Baart, Deumer, Witmans, Spendel, Bergers, Eerdmans, Oostdam, Wilmer, Mulder, Meynen, Reimeringer, Sanders, van der Reijden, Verweij en Sijtsma. Tegen stemmen: de heeren Groeneveld, van den Heuvel, Mevrouw van Itallievan Embden en de heeren Heemskerk en Eikerbout. XXII. Voorstel tot intrekking van de verordening van 6 April 1893 (Gem.blad No. 3), op het verleenen van vergoeding aan werklieden in geval van ongelukken. (Zie Ing. St. No. 302.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het doen drukken van een nieuwen catalogus van de schilderijen in het Stedelijk Museum »de Lakenhal". (Zie Ing. St. No. 297.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXIV. Praeadvies op het verzoek van de Onderwijzersclub tot bestudeering van het Dalton-onderwijssysteem, om het kosteloos gebruik van een gemeentelijk lokaal voor het hou den van gemeenschappelijke studievergaderingen. (Zie Ing. St. No. 311.) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten dit punt tot een volgende vergadering aan te houden. XXV. Verordening op den verkoop van vuurwerk. (Zie Ing. St. No. 303.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De artikelen 1 tot en met 6 worden achtereenvolgens zon der beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele verordening eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. XXVI. Bezwaarschrift van J. J. Paardekooper, tegen zijn aanslag in het gemeentelijk vergunningsrecht, dienst 1924/1925. (Zie Ing. St. No. 295.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het advies van de Commissie, belast met het onderzoek van de bezwaarschriften tegen aanslagen in het Gemeentelijk Vergunningsrecht besloten den aan J. J. Paardekooper opgelegden aanslag in het gemeentelijk ver gunningsrecht over het vergunningsjaar 1924/25 terug te brengen van 75.op f 62.50. XXVII. Verzoekschriften in zake schoolgeld Middelbaar- en Hooger Onderwijs, dienst 1923/1924. (Zie Ing. St. No. 312.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt beschikt op diverse verzoekschriften, in zake schoolgeld Middelbaar- en Hooger Onderwijs, heffingsjaar 1923/24 overeenkomstig het overgelegd advies van Burgemeester en Wethouders. XXVIII. Praeadvies op het voorstel van den heer Groeneveld, Mevr. van Itallievan Embden en den heer Sijtsma, om langs de Breestraat trottoirs te doen aanleggen. (Zie Ing. St. No. 300.) Hierbij komt tevens in behandeling het desbetreffend voorstel van de heeren van den Heuvel en van der Reijden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten dit punt tot een volgende vergadering aan te houden. XXIX. Praeadvies op het verzoek van den Centralen Bond van Transportarbeiders, om den straatverkoop van melk op Zondag bij verordening te verbieden. (Zie Ing. St. No. 287). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten dit punt tot een volgende vergadering aan te houden. De Voorzitter zegt, dat de vergadering nu niet a.s Maandag zal voortgezet worden, en deelt verder mede, dat het zijn voornemen is om de volgende Raadsvergadering te doen plaats hebben op Maandag 22 December a.s. De heer Groeneveld maakt daartegen bezwaar, omdat in die week reeds 2 Christelijke feestdagen vallen. De Voorzitter antwoordt, dat de daarop volgende week, tusschen Kerstmis en Nieuwjaar, nog ongunstiger is om te vergaderen. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 9