-s
is meestal moeilijk om de daders des avonds in de drukke
straten te achterhalen en in ieder geval is het kwaad dan
toch reeds bedreven. Ook art. 429 van het Wetboek van
Strafrecht, bepalende, dat met geldboete van ten hoogste
vijf en twintig gulden wordt gestraft hij, die een vuurwerk
ontsteekt op zoo korten afstand van gebouwen of goederen,
dat daardoor brandgevaar kan ontstaan, is voor een doel
matige bestrijding van het hier besproken euvel niet geschikt.
Wij achten het derhalve gewenscht, dat de verkoop van
vuurwerk door winkeliers, tenzij met. vergunning van Burge
meester en Wethouders, in deze gemeente worde verboden.
Dan zal het, vooral voor jeugdige personen, niet zoo ge
makkelijk meer zijn, zich van vuurwerk te voorzien; het
kwaad is dan, om zoo te zeggen, bij den wortel aangetast.
Aan zulk een vergunning kunnen Burgemeester en Wet
houders voorwaarden verbinden, er, bijvoorbeeld, toe strek
kende om den verkoop van vuurwerk op bepaalde dagen
of uren, of aan personen beneden een zekeren leeftijd, te
verbieden, of om te voorkomen, dat vuurwerk boven een
bepaalde hoeveelheid of vuurwerk van bepaalde soorten
wordt verkocht.
De verordening, welke wij tot dit einde hebben ontworpen,
behoeft o.i. geen verdere toelichting; de artikelen zullen bij
enkele lezing duidelijk zijn.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging,
over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordening:
VERORDENING
op den verhoop van vuurwerk.
Artikel 1.
Het is den winkeliers en hunne vervangers verboden,
tenzij met schriftelijke vergunning van Burgemeestér en
Wethouders vuurwerk te verkoopen, ten verkoop in voor
raad te hebben, te koop of in ruil aan te bieden, af te
leveren, ten geschenke te geven of op eenige andere wijze
te verstrekken.
Art. 2.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd aan eene ver
gunning, als bedoeld in artikel 1, voorwaarden te verbinden.
Handelen zonder inachtneming van of in strijd met de
gestelde voorwaarden wordt gelijk gesteld met handelen
zonder vergunning en doet, onverminderd de daarop gestelde
straf, de vergunning zelve vervallen.
Burgemeester en Wethouders kunnen de vergunning ten
allen tijde intrekken.
Art. 3.
De winkelier, aan wien eene vergunning, als bedoeld in
artikel 1, is verleend, en hij die dezen vervangt, is verplicht
de vergunning op eerste aanvrage aan de beambten, met
het opsporen van overtredingen van deze verordening belast,
te vertoonen en hun desgevraagd in handen te geven.
Art. 4.
Overtreding van artikel 1 wordt gestraft met hechtenis
van ten hoogste zes dagen of eene geldboete van ten hoogste
vijf en twintig gulden-, zij kan bovendien gestraft worden
met verbeurdverklaring van de voorwerpen, waarmede de
overtreding is gepleegd, voor zoover die den veroordeelde
toebehooren.
Overtreding van artikel 3 wordt gestraft met eene geldboete
van ten hoogste tien gulden.
Art. 5.
De dienaren der gemeentepolitie zijn in het bijzonder belast
met het opsporen van overtredingen van deze verordening
en verplicht daarvan proces-verbaal op te maken.
Art. 6.
Deze verordening treedt in werking op den twintigsten
dag na dien, waarop zij is afgekondigd.
De Commissie voor de Strafverordeningen,
NT. C. de Gijselaar, Voorzitter.
E. Schotman, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 304. Leiden, 20 November 1924.
Ten vervolge op onze vorige opgave (Ingek. Stukken, No.
102) van 1924, leggen wij hierbij aau Uwe Vergadering
weder een opgave over van de gedurende het 3e kwar
taal 1924 toegekende vervroegde periodieke verhoogingen
van wedde.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Opgave van de gedurende het 3e kwartaal 1924 toegekende vervroegde periodieke verhoogingen van wedde.
Stedelijke fabrieken van Gas en Mectriciteit.
1
W. Ravensbergen
Terreinwerker
I
27.—
30.60
1 Juli 1924
4
2
C. J. van Es
idem
I
27.—
30.60
idem
4
3
J. Schroef
idem
I
27.—
30.60
idem
4
4
J. Kapaan
idem
I
27.—
30.60
idem
4
5
A. v. d. Velden
idem
I
27.—
30.60
idem
4
'S
6
T. Kooreman
idem
I
27.—
30.60
idem
4
g
7
J. Labordus
idem
I
27.—
30.60
idem
4
8
I. Crama
idem
I
27.—
30.60
idem
4
9
J. v. Strater
Stoker 2e kl.
II
28.35
31.05
idem
3
10
J. Hoppenbrouwer
Stoker le kl.
III
29.70
33.30
idem
4
11
A. Crama
idem
III
29.70
33.30
idem
4
12
C. v. d. Klauw
idem
III
29.70
33.30
idem
4
13
Th. W. Pet. Sr.
Canalisatiewerk-
man
III
29.70
33.30
idem
4
14
H. Boon
Reparatiewerk
man
III
29.70
33.30
idem
4
15
J. Bekooy
Stoker le kl.
III
29.70
33.30
idem
4
16
G. Kasteel
idem
III
29.70
33.30
idem
4
17
D. Bavelaar
Hoofdgasstoker
V
32.40
35.10
idem
3
18
C. Brandt
idem
V
32.40
36.—
idem
4
19
D. Beekman
Reparatiewerk
man
Terreinwerker
III
29.70
33.30
idem
4
20
W. Verhoeven
I
27.—
30.60
idem
4
21
H. v. Amsterdam.
idem
I
27.—
30.60
idem
4
22
M. Serdijn
idem
I
27.—
30.60
idem
4
23
W. Harteveld
idemJ)
I
27.—
27.90
idem
1
24
J. v. d. Weijden
idem
I
27.-,
27.90
idem
1
25
J. van Rijn
Stoker le kl.
III
29.70
32.40
idem
3
26
A. Beij
idem 1)
III
29.70
33.30
idem
4
27
P. H. v. Egmond
idem
III
29.70
33.30
idem
4
224
NAAM.
2.
RANG.
3.
p. o
O
4.
WEDDE
waarop de betrokken
ambtenaar volgens de
verordening aan
spraak zou kunnen
maken.
5.
hem
die is toe-
naar
6.
Datum
van ingang.
7.
s
*0
3.5
bQ bo
O
8.
AANMERKINGEN.
00
a
99
co
co
99
G
G
O
O
'O
G
99
bo
9 9
_o
_q
99
00
99
99
G
99
99
bt)
c
99
99
99
99
N
99
Q
99
tijdelijk.