198 Het is echter gebleken dat sommige personen uit gods dienstig oogpunt bezwaar hebben tegen verzoiging van R. K. zijde, zoodat de adresseerende vereeniging door hare hulp aan dit bezwaar tegemoet komt. Wij meenen dan ook met de Commissie voor den Genees kundigen Dienst en den Keuringsdienst van Waren wel vrijheid te kunnen vinden, Uwe Vergadering te adviseeren gunstig op het verzoek te beschikken. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging om, evenals met de R. K. vereeniging van Kraamverzorging (zie ons voorstel van 28 Augustus 1922, Ingek. St. No. 263), ook met de vereeniging „Hulp in de Huishouding", en wel met ingang van 1 Januari 1925, eene overeenkomst aan te gaan betreffende de kraamverzorging van van gemeente wege aan te wijzen armlastigen, m. a. w. het verschaffen van hulp bij de bevalling van de moeder en bij de verzor ging van moeder en kind na de bevalling, benevens de verstrekking van de benoodigde verplegingsartikelen en de e. v. ontsmetting van aan armlastigen in gebruik gegeven beddegoed, een en ander zooals ten behoeve van de leden der vereeniging is bepaald en zulks tegen betaling van een bedrag van 35.per geval, met dien verstande evenwel dat, indien de verzorging langer dan 10 dagen duurt, voor iederen dag daarboven 2.50 zal worden betaald, echter tot een maximum van 45.voor alle kosten per geval; voorts aan die overeenkomst de voorwaarden te verbinden: a. dat de kraamverzorgsters der vereeniging verplicht zul len zijn ten minste éénmaal in de drie jaren een herhalings cursus te volgen en dat zoowel de opleiding der verzorgsters als de herhalingscursussen geschieden ten genoegeu vandeu Directeur van den Gemeentelijkeu Geneeskundigen Dienst b. dat de kraamverzorgsters verplicht zullen zijn het dooi de vereeniging vastgesteld insigne steeds duidelijk zichtbaar te dragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 265. Leiden, 9 October 1924. Bij zijn hierachter afgedrukt adres verzoekt het Bestuur van de stichting „het Ned. R. K. Huisvestings-Comité", te 's Hertogenbosch, hem wel eene bijdrage te willen verleenen in de kosten van uitzending van elk in deze gemeente woonachtig kind naar eene vacantiekolonie of naar particu lieren ten plattenlande. Het Comité heeft sedert zijn oprichting in 1917 goed werk verricht en tracht zijn werkzaamheid gestadig uit te breiden door de oprichting van plaatselijke afdeeliugen. Zoo is ook in deze gemeente een afdeeling opgericht, die de belangen van de R. K. kinderen behartigt. Wij vinden wel vrijheid het streven van het Comité te steunen op de wijze als thans reeds geschiedt ten aanzien van de afdeeling Leiden van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies en die der Vereeniging voor Christelijke Gezondheids- en Vacantiekolonies in Neder land, doch zouden daarmede niet in den loop van het jaar, doch bij den aanvang van een nieuw jaar, alzoo met 1 Januari 1925, willen beginnen. Wij geven Uwe Vergadering'derhalve, overeenkomstig het advies der Commissie voor den Geneeskundigen Dienst en den Keuringsdienst van Waren, in overweging aan de afdee ling Leiden van het Nederlandsch Roomsch-Katlioliek Huis vestings-Comité voor het jaar 1925 een subsidie van 50 cents per dag en per kind toe te kennen, tot een maximum van 150,voor elk door haar naar een vacantiekolonie uitgezonden en aldaar verpleegd, te Leiden woonachtig kind, onder voorwaarde, dat omtrent de uitzending der kinderen overleg gepleegd wordt met den Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's-Hertogenbosch, 17 Juni 1924. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edelachtbare Heeren, Het bestuur van de stichting het Nederl. Roomsch Katholiek Huisvestings-Comité beschermheer Z.D.H. Mgr. v. d. Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, eere-voorzitter Jlir. Mr. C. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck, voorzitter Z.D.H. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's-Hertogenbosch, veroorlooft zich de medewerking van Uw college in te roepen voor het steunen door de Gemeente van het reeds sedert jaren door genoemd Comité ondernomen werk der uitzending van Nederlandsche zwakke kinderen naar particuliere gezinnen ten plattelande en naar Koloniehuizen. Naast het onderbrengen van hulpbehoevende kinderen uit de vroegere oorlogslanden bij Nederlandsche families, heeft de stichting gedurende de jaren van haar bestaan de zorg voor het Nederlandsche zwakke kind nimmer uit het oog verloren en, hoezeer de hulp aan de buitenlaudsche kin deren de laatste jaren ook primeerde, toch reeds vele hon derden Nederlandsche kinderen verpleging verschaft in particuliere gezinnen en in Koloniehuizen. Nu de buitenlandsche kinderactie ten einde gaat loopen, heeft het bestuur der stichting besloten al zijne krachten te gaan wijden aan het zwakke Nederlandsche Katholieke kind. Het is daarvoor in overleg getreden met verschillende Nederlandsche R. K. Vereenigingen, welke de uitzending van Nederlandsche kinderen beoogen, en met eenige van deze is reeds samenwerking tot stand gekomen. Het streven is de uitzending van zwakke kinderen zooveel mogelijk te concentreeren. Voor zoover noodig zal daarvoor de organisatie van de stichting, die over het geheele land hare vertakkingen heeft, worden gewijzigd, welke wijziging zich reeds in een vergevorderd stadium van voorbereiding bevindt. Inmiddels gaat de stichting geregeld voort met de uit zending van zwakke Nederlandsche kinderen. In de maand April werden 40 zwakke kinderen uitgezonden naar het Koloniehuis te Egmond aan Zee, welke kinderen de stichting had doen aanwijzen, door de St. Yincentius-Vereeniging te 's-Hertogenbosch. In Juli en de volgende maanden zullen weder vele tientallen kinderen, door verschillende vereeni gingen op medisch advies aan te wijzen, worden uitgezonden naar Koloniehuizen en particuliere gezinnen ten plattenlande, wat dezen laatsten betreft, gezinnen die met zorg worden uitgekozen en waar de verpleging minstens gelijkwaardig is aan die in genoemde inrichtingen. Aangezien de stichting over geen andere finantiën beschikt dan onverplicht gegeven bijdragen, durft het bestuur met vertrouwen een beroep te doen op Uw college, om uit de kas der gemeente aan de stichting eene bijdrage te willen verstrekken, voor elk in Uwe Gemeente wonend kind, dat door de stichting wordt uitgezonden naar eene vacantie kolonie en naar particulieren gezinnen, wat deze laatsten betreft voor zoover de stichting in de verpleging de kinderen geldelijk moet tegemoet komen. Het Bestuur onzer Stichting waarvan de stichtingsacte 11 Dec. 1917 voor den notaris Jhr. A. A. A. M. v. d. Does de Willebois te 's-Hertogenbosch is verleden zou het op hoogen prijs stellen wanneer deze aanvrage nog in de a. s. Gemeenteraadsvergadering zou kunnen behandeld worden. 't welke doende Het bestuur der stichting Ned. R.K. Huisvestings-Comité C. C. Prinsen, wrnd. Voorzitter. Jos v. Mackelenbergii, Directeur. F. Noyons, Secretaris. J. Pastoor, Penningmeester. Etjg. Goulmij, lid. Namens de afdeeling Leiden. Namens het Bestuur De VoorzitterDe Directeur, Kapelaan Tn. Blom. Jos v. Mackelenbergh. De Secretaresse, V. Hollants. N°. 266. Leiden, 10 October 1924. In nevensgaand adres verzoekt de Leidsche Bestuur- dersbond: a. van gemeentewege aan werklooze hoofden van gezinnen en kostwinners, die daarvoor in aanmerking komen, gedurende het tijdvak van 15 October 1924 tot 15 April 1925 of zoo veel langer als de weersgesteldheid het noodig mocht maken, eene reductie te verleenen van 50% op den prijs der brand stoffen b. gedurende het tijdvak van 15 October 1924 tot 15 April 1925 een ontspanningslokaal voor werkloozen beschikbaar te stellen. Met betrekking tot het verzoek sub a (omtrent het 2e verzoek zullen wij U afzonderlijk praeadvies uitbrengen) dient allereerst te worden opgemerkt, dat het verzochte onmogelijk voor inwilliging vatbaar is. De vraag toch om een reductie van 50% op den prijs der brandstoffen is veel te algemeen; werd het verzoek inge willigd, dan toch zouden werkloozen zich onbepaalde hoeveel heden brandstoffen kunnen aanschaffen tegen 50% van den kostprijs. Aangezien het evenwel de bedoeling van den Leidschen Bestuurdersbond zal zijn, dat Uw Raad, evenals in zijn ver gaderingen van 7 December 1922 en 15 October 1923, ook thans zal besluiten om gedurende het winterseizoen 1924-1925 aan werklooze hoofden van gezinnen en kostwinners, die naar het oordeel van het Burgerlijk Armbestuur of de Gemeen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 2