'204 MAANDAG 25 AUGUSTUS 1924. VIII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1923, van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. No. 231.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van dezen staat van af- en overschrijving be sloten. IX. Rekening, dienst 1923, van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. No. 231.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van deze rekening besloten. (De heeren Sijtsma, van Stralen, Witmans en Coster had den gedurende de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten. X. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1923, van de Gemeentelijke Bank van Leening. (Zie Ing. St. No. 231.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van dezen suppletoiren staat van begrooting besloten. XI. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1923, van de Gemeentelijke Bank van Leening. (Zie Ing. St. No. 231.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van dezen staat van af- en overschrijving be sloten. XII. Balans en Verlies- en Winstrekening, dienst 1923, van de Gemeentelijke Bank van Leening. (Zie Ing. St. No. 231.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van deze stukken besloten. XIII. Rekening, dienst 1923, van den Armenraad. (Zie Ing. St. No. 231.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van deze rekening besloten. h,, (De heer Reimeringer had gedurende de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten). XIV. Rekening, dienst 1923, van het Burgerlijk Armbestuur. (Zie Ing. St. No. 231). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van deze rekening besloten. (De heer Sanders had gedurende de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten.) XV. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1923, van den Districts-Keuringsdienst van waren. (Zie Ing. St. No. 234.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot goedkeuring van dezen staat van af- en overschrijving be sloten. XVI. Balans en Verlies- en Winstrekening, dienst 1923, van den Districts-Keuringsdienst van Waren. (Zie Ing. St. No. 234.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Groeneveld heeft, hoewel hij lid is van de be treffende Commissie, deze rekening niet gezien vóórdat zij op de Leeskamer lag. Spreker wenscht eenige inlichtingen te vragen. De Keuringsdienst is in het bezit van een Fordauto, die reeds eenige jaren gereden heeft en op de inventarislijst voor komt tot een bedrag van 3200.—een bedrag, waarvoor men 2 nieuwe Fordauto's kan koopen. Verder worden 2 rijwielen genoemd tot een bedrag van ƒ260.een nog al hoog bedrag voor oude fietsen. Spreker heeft den indruk, dat die inventarislijst zeer ge flatteerd is. De heer Meijnen zegt, dat hij op dit oogenblik niet in staat is de vragen van den heer Groeneveld te beantwoorden. De heer Huurman zegt, dat de cijfers juist zijn. DeDirecteur heeft de rekening opgemaakt, de Commissie van Financiën heeft geen bezwaar tot goedkeuring te adviseereü. Zij kan evenwel niet beoordeelen, of de genoemde goederen meer of minder waard zijn dan in de rekening vermeld. De Voorzitter acht het verkeerd om met dergelijke zaken in den Raad te komen. De heer Groeneveld is zelf lid van •de betreffende Commissie en hij had een en ander zelf kun nen nazien. De heer Groeneveld zegt, dat hij niets van deze stukken gezien heeft, maar dan moet hij er voortaan maar naar vragen. De heer Groeneveld wijst er op, dat de betreffende Com missie volgens het reglement eenmaal per maand moet ver gaderen, maar het gebeurt bijna nooit. De enkele keeren, dat zij bijeenkomt, zijn aan de orde zaken van den Geneeskun digen Dienst. Spreker kan het niet helpen, dat de Voor zitter der Commissie niet een vergadering uitschrijft voor de behandeling van de rekening en ook niet het stuk laatcircu- leeren bij de leden. Spreker weet niet, wanneer de rekening verschijnt en hij behoeft toch niet voortdurend bij den Keuringsdienst daar naar te gaan vragen. De Commissie moet de noodige inlichtingen krijgen. Als de waarde van allerlei dingen op de balans veel te hoog geschat wordt, dan is die balans niet juist; dan moeten die bedragen verlaagd worden en dan komt men tot een ander resultaat. De Raad zal dus heden deze zaak niet kunnen afdoen. De Voorzitter meent, dat de heer Groeneveld sedert het verschijnen van de agenda van deze vergadering gelegenheid gehad heeft om aan den Voorzitter der betreffende Commissie inlichtingen te vragen. De materieele zijde van deze zaak is van minder belang. Deze rekening wordt gecontióleerd vanwege de Provincie en het Rijk. Zij sluit met een batig saldo van f 5500.—welk bedrag aan het volgend dienstjaar ten goede komt. Wat nu de auto en rijwielen betreft, deze komen tegen de aan schaffingswaarde voor op de balans, zonder dat op die voor werpen eene afschrijving heeft plaats gehad. Waren zij evenwel op 1000.minder geraamd, dan zou het batig saldo f 4500. hebben bedragen in plaats van 5500. Vermits het batig saldo echter niet aan de Gemeente ten goede komt, doch steeds met een volgend jaar verrekend wordt, doet de heele quaestie niets ter zake. Spreker acht het overigens met den heer Groeneveld gewenscht, dat op een balans de zaken' tot de werkelijke waarde voorkomen, hoewel dit, zooals gezegd, in het onderhavige geval zonder belang is. Indien de heer Groeneveld als lid eener Commissie te weinig stukken krijgt, moet hij zich wenden tot den voor zitter dier commissie met een klacht daarover, maar spreker en de andere Raadsleden kunnen daaraan niets doen. In elk geval mag de heer Groeneveld geen wraak nemen door te trachten de rekening van den desbetreftenden dienst te doen verwerpen. De heer Groeneveld zegt vroeger eens te hebben geklaagd, toen de heer van der Lip voorzitter dezer Commissie was, en toen ten antwoord te hebben ontvangen, dat hij ^blijkbaar niet begreep, welke de taak van zulk een Commissie was. De Wethouder gaf te verstaan, dat uitbrengen van advies door een dergelijke commissie meer een gunst dan een recht was en dat Burgemeester en Wethouders wel een advies zouden inwinnen als zij dat noodig achtten. Spreker heeft den indruk gekregen, dat Burgemeester en Wethouders het niet noodig oordeelden om het advies der Commissie omtrent deze balans en verlies- en winstrekening te vragen. Hij wil zich daarbij neerleggen, maar waar de Wethouder heden niet de gewenschte inlichtingen kan geven, vraagt hij aanhouding van dit punt der agenda, totdat die inlichtingen zullen zijn verstrekt. De Voorzitter antwoordt, dat de inlichtingen waarschijnlijk niet anders zullen kunnen luiden dan hij ze heeft gegeven, zoodat de heer Groeneveld, als hij daarmede geen genoegen neemt, zal moeten voorstellen de rekening niet goed te keuren. De heer Groeneveld zegt, dat het zijn bedoeling niet is, zonder nadere inlichtingen, de rekening af te keuren. De schatting van die auto kan wel juist zijn; hij wenscht daar omtrent te worden ingelicht en vraagt dus aanhouding. De Voorzitter deelt mede ontvangen te hebben een voorstel van de heeren Groeneveld, Dubbeldeman en van Stralen, om punt 16 van de agenda aan te houden tot de volgende ver gadering. Voorsteld door 3 leden maakt het voorstel een onderwerp van beraadslaging uit. De beraadslaging wordt gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 4