MAANDAG 14 JULI 1924.
155
volkszwemfeest te organiseeren, heeft »De Zijl" dat gedaan
en met veel succes. Ook heden is weer een dergelijk bedrag
aan deze vereeniging voor dat doel toegestaan en spreker
twijfelt niet of het feest zal dit jaar weer slagen.
Burgemeester en Wethouders voeren als ernstig bezwaar
aan, dat de zwemvereeniging »De Zijl" over geen ervaring
op dit gebied beschikt. Ja, het zal met velerlei dingen zoo
zijn, dat men al doende leert. Maar als de Leidsche Zwemclub
de zweminrichting aan de Zijl moet gaan exploiteeren, dan
moet zij toch ook iets anders gaan exploiteeren dan zij tot
dusver gewend is geweest. Burgemeester en Wethouders
spreken in hun toelichting van de bediening van pompen en
motoren, van de behandeling van de overige mechanische
inrichtingen, enz., maar daarmede zal toch het bestuur van
de Leidsche Zwemclub zich wel niet belasten; men zal
daarvoor wel een gesalarieerd persoon moeten hebben. Maar
dan zal men het beheer toch even goed kunnen opdragen
aan de zwemvereeniging »De Zijl", te meer daar ook toezicht
zal uitgeoefend worden door Gemeentewerken en door de
Directie van den Geneeskundigen Dienst.
Men drage het beheer van deze volkszweminrichting op aan
die menschen, die in en door hun organisatie getoond hebben
de volkszwemsport te willen bevorderen. Men moet toch
niet altijd zeggen, dat deze of gene categorie van personen
onbekwaam is of onkundig voor iets. De solidariteitsgedachte,
waarover hier wel eens gesproken wordt, kan men het best
in toepassing brengen door aan alle kringen der bevolking
een taak toe te vertrouwen, welke zij kunnen vervullen.
Het betreft hier een belangrijke inrichting, hetgeen reeds
daaruit blijkt, dat de gemeente daaraan een bedrag van
125000.ten koste zal leggen. De zaak moet zoo goed
mogelijk ingericht worden en dan moet het zoo gedaan
worden, dat het in het algemeen aan de volkszwemsport ten
goede zal komen.
Spreker vertrouwt op een gunstige beslissing van den Raad
op het amendement.
De heer van den Heuvel kan zich niet vereenigen met
het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub b, omdat
hij meent, dat de gemeente ook ten opzichte van deze voor de
volksgezondheid zoo gewichtige aangelegenheid een groote taak
heeft te vervullen, welke zij niet uit handen mag geven.
De gemeente heeft die taak eenigermate getoond te begrijpen
door het stichten van badhuizen en het daarstellen van zwem
inrichtingen. Indien de gemeente begrijpt te dien opzichte
een taak te hebben, dan moet zij niet halverwege blijven
staan en niet de verantwoordelijkheid voor het beheer van die
inrichtingen aan een vereeniging overdragen, gelijk dat tot-
dusverre is geschied. Handelt men in den geest van het
voorstel van Burgemeester en Wethouders, dan heeft de
gemeente niet voldoende toezicht op hetgeen aan die inrichtingen
gebeurt. Het spreekt vanzelf, dat de Gemeenteraad geen ver
antwoordelijkheid kan dragen voor de handelingen van zulk
een particuliere vereeniging. De gemeente moet de verant
woordelijkheid voor hetgeen aan die inrichtingen geschiedt
zelve op zich nemen, vooral waar het hier betrelt een zoo
belangrijke aangelegenheid als de bevordering van de volks
gezondheid. Door de exploitatie in handen te leggen van een
particuliere vereeniging, worden de bevoegdheden van den
Raad beperkt, want als er iets gebeurt, dat niet in orde is,
kan de Raad die vereeniging niet ter verantwoording roepen.
De Raad kan alleen een behoorlijke controle uitoefenen, indien
de gemeente de exploitatie zelve in handen houdt.
Nu voeren Burgemeester en Wethouders tegen de exploitatie
van gemeentewege aan, dat deze zeer groote uitgaven met
zich zal brengen, omdat o.a. een directeur zou moeten worden
benoemd, maar spreker acht dat overdreven.- Men zou zonder
zoo hooge kosten toch wel een voldoend en goed toezicht
kunnen uitoefenen. Er komt bij, dat, zooals uit de stukken
blijkt, van gemeentewege door twee takken van dienst toezicht
wordt uitgeoefend op de handelingen van de Leidsche Zwem
club. Men acht zich dus niet veilig, als men de zaak alleen
aan die vereeniging overlaat en ook dat toezicht kost aan de
gemeente reeds geld. Daardoor komt de zaak, zooals die door
Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld, wat de
kosten aangaat, in een ander licht te staan.
Het komt spreker gewenscht voor te breken met de gewoonte
om de exploitatie van deze inrichtingen in handen van een
particuliere vereeniging te geven en hij dient daarom een
voorstel in, strekkende om de exploitatie van de zweminrichting
aan de Zijl van gemeentewege te doen geschieden.
De Voorzitter deelt mede het navolgend amendement
ontvangen te hebben van den heer van den Heuvel:
»Ondergeteekende stelt den Raad voor te besluiten, de
exploitatie van de grondwaterzweminrichting aan de Zijl van
gemeentewege te doen geschieden."
Het amendement van den heer van den Heuvel wordt vol
doende ondersteund en maakt mitsdien een onderwerp van
beraadslaging uit.
De heer van der Reijden kan zich geheel aansluiten bij
het betoog van den heer Wilbrink. Hij is er ook voor om
het beheer dezer zweminrichting aan het bestuur der zwem
vereeniging »De Zijl" op te dragen, omdat dit bestuur achter
zich heeft mannen, die technisch onderlegd zijn en die taak
kunnen vervullen, waarbij dan nog komt dat er zal zijn
toezicht van Gemeentewerken en van de Directie van den
Geneeskundigen Dienst.
Overigens betreft het slechts een tijdelijke proefneming,
feitelijk alleen voor de maand Augustus. Wanneer het beheer
door deze vereeniging rdet mocht voldoen, dan kan het voor
het vervolg aan een andere vereeniging opgedragen worden.
Met het amendement van den heer van den Heuvel kan
spreker niet medegaan.
De heer Mulder kan zich in het geheel niet vereenigen
met het voorstel van den heer van den Heuvel. Spreker acht
het niet noodig om daarover in den breede uit te weiden.
In hetgeen de heer van den Heuvel wil, ziet spreker noch
een gemeentebelang noch een volksbelang.
Wel gaat hij volkomen mede met het amendement van
den heer Wilbrink, omdat hij de overtuiging heeft, dat, als
de nieuwe zweminrichting in beheer komt bij de zwemver
eeniging »l)e Zijl", het beheer in goede handen zal zijn en
dat dit zal zijn in het belang van de volkszwemsport.
Daarmede wil spreker allerminst te kennen geven, dat de
Leidsche Zwemclub hare inrichting niet goed zou exploiteeren
en de zaak niet ernstig zou behandelen, maar spreker meent
dat het beter is, dat de twee inrichtingen, in aard ver
schillende, door twee verschillende lichamen beheerd worden.
Als men er gemeentebeheer van maakt, dan zal dat aan
de volkszwemsport niet ten goede komen en ook op financieel
gebied zal het schade opleveren.
De volkszwemsport zal naar spreker meent het best gediend
worden wanneer gegaan wordt in de richting, als bedoeld
in het amendement van den heer Wilbrink 'c.s.
De Voorzitter wenscht, als behoorende tot de meerderheid
van het College, het voorstel van het College te verdedigen.
Spreker is het geheel met den heer Mulder eens, dat het
ongewenscht is deze inrichting van gemeentewege te exploi
teeren. De heer van den Heuvel ziet de zaak in dat opzicht
te optimistisch, want bij exploitatie van gemeentewege zou
men een uitgebreide administratie met verscheidene ambte
naren krijgen, waarmede een jaarlijks terugkeerende uitgave
van duizenden guldens gemoeid zou zijn. Het groote voordeel,
dat particulieren belangeloos diensten verrichten ten behoeve
van de gemeenschap, zooals thans geschiedt bij de exploitatie
van de zweminrichting in het Rijn- en Scbiekanaal, zou dan
vervallen. De heer van den Heuvel wil met dat systeem
breken, maar spreker wil juist breken met het stelsel om
alles van gemeentewege te exploiteeren. De gemeentebesturen
krijgen anders op den duur een taak, welke zij onmogelijk
kunnen blijven vervullen. Algemeen komt men daarop terug;
zelfs een groot voorstander van overheidsexploitatie als Prof.
van Embden wil den dienst der posterijen weer in particu
liere handen brengen. Bovendien wijst spreker er op, dat
het bestuur van de vereeniging »de Eendracht" op uitstekende
wijze een badhuis exploiteert; er is geen enkele reden om
die taak door de gemeente te doen overnemen.
Ook met het oog op de zeer verantwoordelijke positie, welke
Burgemeester en Wethouders dan zouden krijgen, zou het
noodzakelijk zijn de exploitatie op te dragen aan deskundigen.
Burgemeester en Wethouders kunnen wel eenige regelen
stellen en hebben het oppertoezicht, maar de exploitatie door
organen van de gemeenschap werkt stroef en kost veel geld.
Wat betreft het voorstel van den heer Wilbrink, het opdragen
van het beheer aan de vereeniging »De Zijl" zou een spiong
in het duister wezen. Spreker neemt gaarne het zekere voor
het onzekere en de Leidsche Zwemclub heeft op dit gebied
haar sporen verdiend; zij exploiteert de andere zweminrichting
zeer goed. De heer Wilbrink zou, als het de exploitatie van
zijn eigen zaak betrof, ook de voorkeur geven aan een des
kundig man; dat is veel veiliger. De president van de Leidsche
Zwemclub, de heer Hoolwerff, is een ingenieur en die heeft
op het gebied van de exploitatie van dergelijke inlichtingen
veel meer ervaring, naar spreker meent, dan bijv. de adjunct
directeur van de Lichtfabrieken. Spreker heeft persoonlijk
niets tegen de vereeniging »De Zijl", die heel goed een zwem
feest kan organiseeren, maar dit is natuurlijk geheel iets
anders aan het beheeren van een zweminrichting.
Tegen het nemen van een proef heeft spreker bezwaar. Hij
gaat liever niet in zee met nieuwelingen. Er kan nog wel
een derde vereeniging komen en dan zou men de taak moeten
gaan verdeelen. Het is toch geen buit, z^gt spreker, die men
verdeelt! Men moet de vereeniging nemen, welke het werk