142
MAANDAG 16 JUNI 1924.
Vóór stemmen: mevrouw van Itallie-van Embden, de heeren
Spendel, Heemskerk, Coster, Oostdam, van der Wall, Mulder,
Meijuen, Reimeringer, van der Reijden, Wilbrink, Bergers,
Eikerbout, Zuidema, Huurman, Splinter, Wilmer, Sijtsma en
Eerdmans.
Tegen stemmen: de heeren Dubbeldeman, van den Heuvel,
Witmans, Kooistra, Verweij, Knuttel, van Rosmalen, Groene-
veld, van Stralen, Baart, van Eek en mevrouw Dietrich-öe
Rooy.
De conclusie I sub Ba wordt hierop met 20 tegen 11 stemmen
aangenomen.
Vóór stemmen: mevrouw van Itallie-van Embden, de heeren
Spendel, Heemskerk, Coster, Oostdam, van der Wall, Mulder,
Meijnen, Reimeringer, van der Reijden. Wilbrink, Bergers,
Eikei bout, Zuidema, Huurman, van Rosmalen, Splinter, Wilmer,
Sijtsma en Eerdmans.
Tegen stemmende heeren Dubbeldeman, van den Heuvel,
Witmans, Kooistra, Verweij, Knuttel, Groeneveld, van Stralen,
Baart, van Eek en mevrouw Dietrich-de Rooy.
II. Voorstel tot vaststelling van de verordening, houdende
wijziging van de verordening van 31 Januari 1918 (Gem.blad
No. 3), betreffende de wedden van ambtenaren in dienst der
gemeente Leiden.
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening
wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vast
gesteld.
III. Bij de conclusie sub III, luidende: »tebepalen dat deze
nieuwe regeling van den arbeidsduur en de sub 11 genoemde
verordening in werking treden, zoodra en naarmate dit door
Burgemeester en Wethouders in overleg met de hoofden van
takken van dienst wordt bepaald,"
wordt het amendement van den heer Heemskerk strek
kende deze conclusie als volgt te lezen
»te bepalen dat deze nieuwe regeling van den arbeidsduur
en de sub II genoemde verordening in werking treden naar
mate dit, na 1 Januari 1925, door Burgemeester en Wethou
ders in overleg met de hoofden van takken van dienst wordt
bepaald", met 17 tegen 14 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heeren Spendel, Coster, Oostdam, van
der Wall, Mulder, Meijnen, Reimeringer, van der Reijden,
Wilbrink, Bergers, Eikerbout, Zuidema, Huurman, van Ros
malen, Splinter, Wilmer en Eerdmans.
Vóór stemmen de heer Dubbeldeman, mevr. van ltallie
van Embden, de heeren Heemskerk, van den Heuvel, Wit
mans. Kooistra, Verweij, Knuttel, Groeneveld, van Stralen,
Baart, van Eek, Sijtsma en mevr. Dietrichde Rooij.
Zonder hoofdelijke stemming wordt ten slotte overeen
komstig de conclusie sub 111 van het voorstel van Burge
meester en Wethouders besloten.
XXVII. Voorstel in zake het verhaal van bijdragen voor
weduwen- en weezenpensioen van gemeente-ambtenaren.
(Zie Ing. St. No. 166.)
De heer Huurman vreest, gezien hoe lang de beraadslaging
over punt 26 der agenda geduurd heeft, dat met de behan
deling van punt 27 nog wel 3 uren gemoeid zullen zijn en
stelt daarom voor dit punt tot d'e volgende vergadering aan
te houden.
Het voorstel van den heer Huurman, voldoende ondersteund,
wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, in verband
waarmede dit punt tot de volgende vergadering wordt aan
gehouden.
XXVIII. Bezwaar- en verzoekschriften tegen aanslagen in
het schoolgeld Middelbaar- en Hooger Onderwijs, dienst
1922—1923 en 1923-1924.
(Zie Ing. St. No. 155.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt beschikt
op diverse bezwaar- en verzoekschriften in zake schoolgeld
Middelbaar- en Hooger Onderwijs, heffingsjaren 19221923 en
19231924, overeenkomstig het overgelegd advies van Burge
meester en Wethouders.
De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde het voorstel
van den heer van Stralen om 16000.— beschikbaar te
stellen voor de verbetering van den Zoeterwoudschen weg,
volgens het oorspronkelijk plan van Burgemeester en Wet
houders.
De Voorzitter vraagt den heer van Stralen, of hij zijn
voorstel thans nog wil toelichten dan wel dat hij de behandeling
ervan liever uitgesteld ziet.
De heer van Stralen verklaart met het oog op het late
uur de behandeling van zijn voorstel liever uitgesteld te zien.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop besloten ook
het voorstel van den heer van Stralen aan te houden tot de
volgende vergadering.
De Voorzitter vraagt, of een der leden nog iets in het
belang der gemeente in het midden heeft te brengen.
De heer van Eck zegt een bericht in de pers te hebben
gelezen, dat het voornemen bestaat een dubbele tramlijn te
leggen in de Haarlemmerstraat en de tramlijn te doen eindigen
aan den Kouden Hoek. Mocht dat voornemen inderdaad bestaan,
dan vraagt spreker of Burgemeester en Wethouders het niet
wenschelijk achten te bevorderen, dat één lijn wordt gelegd
door de Haarlemmerstraat en één over de Oude Vest, en of
naar het oordeel van het college niet de tijd is gekomen om
de Groote Havenbrug te verbouwen.
De Voorzitter zegt niet te weten, of het plan bestaat een
dubbel tramspoor te leggen door de Haarlemmerstraat en zoo
ja, om haar aan den Kouden Hoek te doen eindigen. Is dat
weikelijk het geval, dan zal de Havenbrug, zooals van zelf
spreekt, moeten worden verbeterd volgens het meer beknopte
plan. Vermoedelijk zal de tram naar Wassenaai althans voor-
loopig aan het station beginnen en het is ook mogelijk, dat
er een autobus naar de stad bij aansluit.
Staan de plannen vast, dan zal alles afhangen van de vraag,
hoe en waar de tram binnenkomt. Daarnaar zullen dan de
bruggen moeten worden veranderd.
Spreker geeft den heer van Eck in overweging diens vraag
schriftelijk aan den Wethouder toe te zenden. Het idee van
den heer van Eck is werkelijk de overweging ten volle waard.
De heer van der Reyden zegt, dat de Wethouder in de
vorige vergadering heeft verklaard nota te zullen nemen van
zijn verzoek om de Os- en Paardenlaan in een beteren toestand
te brengen, maar dat hij van die verbetering nog niets heeft
gemerkt.
De heer Mulder antwoordt, dat de Os- en Paardenlaan
particulier bezit is en niet aan de gemeente behoort. Dezer
dagen is door de eigenaars aan de gemeente gevraagd die
laan aan haar te mogen overdragen en de onderhandelingen
daarover zijn gaande. Mochten die onderhandelingen niet
slagen, dan zullen de eigenaars genoodzaakt worden de
noodige verbeteringen aan te brengen.
Niemand meer het woord verlangende, sluit® de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.
t -