130
MAANDAG 16 JUNI 1924.
koop even goed als bij onderhandschen verkoop kan worden
bepaald, dat de plannen van bebouwing aan de goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders zullen moeten worden on
derworpen.
Wat de vraag van den heer Groeneveld aangaat, bepaald
kan worden, dat de grond binnen een jaar moet zijn be
bouwd en, wordt aan deze voorwaarde niet voldaan, een
boete - het bedrag vooraf te bepalen wordt opgelegd.
De heer Mulder zegt, dat de minderheid van Burgemeester
en Wethouders met het amendement van den heer Huurman,
die het denkbeeld van onderhandschen verkoop heeft laten
varen, meegaat, maar wenscht te vernemen of het de bedoeling
van den heer Huurman is, dat eventueel ook het afbreken
in het publiek zal worden aanbesteed. Er zou, naar spreker
meent, geen bezwaar tegen kunnen bestaan het te doen bij
uitnoodiging van enkele sloopers.
De Voorzitter deelt mede, dat het amendement van den heer
Huurman gewijzigd is en thans luidt:
»In verband met punt 20 der agenda heeft ondergeteekende
de eer den Raad voor te stellen de perceelen Hoogewoerd
Nis 5 en 7, nadat daaruit de betimmeringen van waarde
zijn verwijderd, bij gehouden openbare aanbesteding te doen
amoveeren en daarna het vrijgekomen terrein, alsmede het
perceel Steenschuur No. 2 in het openbaar te verkoopen".
Daarop is voorgesteld een sub-amendement van den heer
Knuttel, luidende:
«Ondergeteekende stelt voor in het amendement van den
heer Huurman in plaats van »in het openbaar" te lezen: »in
het openbaar of ondershands".
Het sub-amendement van den heer Knuttel wordt voldoende
ondersteund en maakt mitsdien een onderwerp van beraad
slaging uit.
De heer Knuttel meent, onder verwijzing naar hetgeen
te Amsterdam geschied is met het Beursterrein, dat men bij
onderhandsche aanbesteding beter voor het stadsbeeld kan
waken dan bij openbare aanbesteding. Men moet er tegen
waken, dat ter plaatse een onooglijke toestand zal worden
geschapen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van den heer Groeneveld, het eerst in stemming
gebracht, wordt met 23 tegen 9 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: mevrouw van Itallie—van Embden, de
heeren Spendel, Heemskerk, Coster, Oostdam, van der Wall,
Witmans, Mulder, Meijnen, Reimeringer, van der Reijden,
Wilbrink, Bergers, Eikerbout, Zuidema, Huurman, van Ros
malen, Splinter, Wilmer, Sijtsma, Eerdmans, van Hamel en
mevrouw Dietrichde Rooy.
Vóór stemmen: de heeren Dubbeldeman, van den Heuvel,
Kooistra, Verweij, Knuttel, Groeneveld, van Stralen, Baart
en van Eek.
De heer Huurman wil er nog op wijzen, dat als die twee
perceelen afzonderlijk worden verkocht, men kans beloopt
geen goed geheel te verkrijgen.
De Voorzitter zegt, dat daarvan geen sprake is. De huizen
worden afgebroken.
Het sub-amendement van den heer Knuttel wordt ver
volgens met 19 tegen 13 stemmen aangenomen.
Vóór stemmenmevrouw van Itallievan Embden, de heeren
Heemskerk, Oostdam. van den Heuvel, van der Wall, Kooistra,
Mulder, Meijnen, Reimeringer, van der Reijden, Wilbrink,
Eikerbout., Zuidema, Knuttel, van Rosmalen, Splinter, Wilmer,
Sijtsma, en Eerdmans.
Tegen stemmen: de heeren Dubbeldeman, Spendel, Coster,
Witmans, Verweij, Bergers, Huurman, Groeneveld, van Stralen,
Baart, van Eek, van Hamel en mevrouw Dietrichde Rooy.
Het aldus geamendeerd amendement van den heer Huurman,
inmiddels in dien gewijzigd, dat daaruit zijn vervallen de
woorden: »bij gehouden openbare aanbesteding", wordt met
27 tegen 5 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen; mevrouw van Itallievan Embden, de
heeren Coster, Oostdam, van den Heuvel, van der Wall,
Witmans, Kooistra, Mulder, Reimeringer, van der Reijden,
Wilbrink, Verweij, Bergers, Eikerbout, Zuidema, Huurman,
Knuttel, van Rosmalen, Groeneveld, van Stralen, Splinter,
Baart, van Eek, Sijtsma, Eerdmans, van Hamel en mevrouw
Dietrichde Rooy.
Tegen stemmende heeren Dubbeldeman, Spendel, Heems
kerk, .Meijnen en Wilmer.
Zonder hoofdelijke stemming wordt ten slotte besloten de
perceelen Hoogewoerd Nis 5 en 7, nadat daaruit de betim
meringen van waarde zijn verwijderd, te doen amoveeren
en daarna het vrijgekomen terrein, alsmede het perceel
Steenschuur No. 2 in het openbaar of ondershands te verkoopen.
De heer Knuttel vraagt, of de Raad nu nog gekend zal
worden in de voorwaarden, welke zullen worden gesteld bij
den verkoop, b.v. wat betreft de gevels van de te stichten
gebouwen.
Dé Voorzitter antwoordt, dat dit behoort tot de taak van
Burgemeester en Wethouders; zij bepalen die voorwaarden
in overleg met de Commissie van Fabricage.
XXI. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 23 Mei 1912 (Gemeenteblad No. 18), op het Rijden.
(Zie lng. St. No. 140.)
De algemeene beschouwingen worden geopend.
De heer Groeneveld zegt, dat er op het Kort Galgewater
een zeer zonderlinge toestand bestaat. Die weg is voor auto
verkeer gesloten, maar Burgemeester en Wethouders deelen
in de stukken mede, dat daar het verkeer per auto allengs
drukker is geworden. Het is een eigenaardig iets, dat op een
weg, die voor autoverkeer gesloten is, het autoverkeer hoe
langer hoe drukker wordt. Bovendien is er in die straat een
weegbrug voor het wegen van auto's en als spreker zich
niet vergist laat zelfs de gemeente aldaar auto's wegen. En
dat alles op een weg, die voor autoverkeer verboden is!
Het zit natuurlijk hierin, dat Burgemeester en Wethouders
volgens art. 29 der verordening ontheffing kunnen verleenen
aan de eigenaars van de daar gevestigde autostallen. Maar
dan kan men ook wel het verbod opheffen. Andere auto's
dan die, welke in die stallingen thuis behooren, komen er toch
bijna niet.
De straat is daar zeer breed, gemiddeld 10 M. Ander verkeer
is er niet; het is een afgelegen deel van de stad en spreker
begrijpt niet, waarom daar geen auto's mogen komen.
Met al die verbodsbepalingen bereikt men alleen dat het
verkeer verplaatst wordt, en in dit geval van het breede
Kort Galgewater naar de smalle Morschstraat, die zeer
druk is.
Spreker stelt dus voor om het Kort Galgewater voor alle
verkeer open te stellen.
De heer van der Reijden kan zich geheel aansluiten bij
hetgeen de heer Groeneveld gezegd heeft.
Vroeger toen het Katwijksche bootje daar lag was het
noodzakelijk dat die weg afgesloten was met het oog op het
drukke passagiersverkeer, vooral in de zomermaanden, maar
tegenwoordig is het er zoo stil, dat het overbodig is dien
weg voor het autoverkeer af te sluiten. Er komt bij, dat men,
vanuit de Smidsteeg in de richting van de Beestenmarkt
rijdende, een ruimer uitzicht heeft op de daar passeerende
trams dan wanneer men uit de Morschstraat komt.
De heer Heemskerk acht eveneens het verbod van auto
verkeer op het Kort Galgewater overbodig. Het is daar tegen
woordig zeer stil en er is alle reden om daar van beide rich
tingen het autoverkeer toe te laten.
Spreker heeft daarvan echter geen voorstel willen maken,
omdat dit voorstel van Burgemeester en Wethouders reeds
voor adressanten een verbetering inhoudt en het niet raad
zaam zou wezen een te groote verandering aan te brengen,
aangezien ook artikel 7 van de verordening op het Rijden,
betrekking hebbend op andere voertuigen, zou moeten worden
gewijzigd. Het beste is dit voorstel aan te nemen en Burge
meester en Wethouders te verzoeken met den Commissaris
van Politie te overleggen, of niet op het Kort Galgewater het
verkeer kan worden toegestaan van beide kanten.
De heer Coster zegt, dat de vorige sprekers hebben gewezen
op datgene wat hij had willen zeggen, maar wil er aan toevoegen,
dat in de stukken wordt gewezen op gevaar in verband met
hoekige straten. Die hoekige straten zijn er vele, zoodat er
dan overal gevaar zou bestaan.
De Voorzitter merkt op, dat de heer Groeneveld met zijn
speech aan het verkeerde adres is. Hij zou zich tot de Com
missie voor de Strafverordeningen moeten richten, niet tot
Burgemeester en Wethouders. De auto's, die daar hebben
gereden, zal men wel geduwd hebben.
Spreker acht het rijden om hoeken, waardoor men dicht
bij het water komt, gevaarlijk, maar het beste is dit voorstel
aan te nemen. Burgemeester en Wethouders zullen dan met
de Commissie voor de Strafverordeningen nader onderzoeken,
na het advies van den Commissaris van Politie te hebben