102 Volgn. 39. Zakelijke belasting op het bedrijf. De ontvangsten bedragen ƒ85273.45; zij waren geraamd op 75000. Volgn. 49. Uitkeeringen van andere gemeenten ingevolge de artt. 86 en 104 der Lager Onderwijs wet 1920 De ontvangsten op dit artikel, welke voor „Memorie" waren geraamd, zullen 4000. bedragen. (Zie de toelichting bij volgn. 178 der uitgaven). Volgn. 49a. Uitkeeringen van andere gemeenten in de aan de schoolbesturen te betalen vergoeding bedoeld in art. 205 der Lager Onderwijswet 1920 nieuw artikel) (Zie de toelichting bij volgn. 182a der uit gaven). Volgn. 50. Bijdragen van provincie, gemeenten of particulieren in de kosten van het Nijverheids onderwijs (Zie de toelichting bij volgn. 190 der uitgaven). Volgn. 53. Subsidie van het Rijk in de kosten van het Gymnasium (Zie de toelichting bij volgn. 196a der uit gaven). Volgn. 57. Subsidiën van het Rijk en de Provincie in de kosten van verpleging van arme krankzinnigen (Zie de toelichting bij volgn. 218 der uitgaven). Volgn. 58. Bijdragen van particulieren in de kosten van verpleging van arme krankzinnigen (Zie de toelichting bij volgn. 218 der uitgaven). Volgn. 68. Verhaal van pensioensbijdragen en restitutie van pensioensgedeelten: 1°. Bijdragen voor eigen pensioen De ontvangsten op dit artikel bedragen ƒ96395.538; zij waren geraamd op ƒ44340. (Zie de toelichting bij volgn. 250 der uitgaven). 4°. Teruggaaf door de bedrijven en andere gemeentelijke instellingen van ten laste der gemeente blijvende pensioensbijdragen De ontvangsten bedragen 140490.46zij waren geraamd op ƒ135244. (Zie de toelichting bij volgn. 250 der uitgaven) 6°. Bijdragen voor weduwe- en weezenpensioen Op dit artikel bedragen de ontvangsten 50522.505; zij waren geraamd op 26000. (Zie de toelichting bij volgn. 250 der uitgaven) Volgn. 71. Ontvangsten ter zake van het ver strekken van vólksbaden (Zie de toelichting bij volgn. 145 der uitgaven) Volgn. 73. Terugontvangst van verstrekte voor schotten als bedoeld in art. 103 der Lager Onder wijswet 1920 (Zie de toelichting bij volgn. 275 der uitgaven) Volgn. 74. Andere ontvangsten niet tot de voren staande behoorende (Zie de toelichting bij te volgnrs 148,153,160, 190 en 217 der uitgaven). Volgn. 82hh. Voorschot uit 's Rijks kas ten einde de gemeente in staat te stellen tot het uitkeeren van een gelijk bedrag aan de Woningbouwvereni ging „de Bendrachtvoor den bouw van een volksbadhuis en den aankoop van den daarvoor benoodigden grond aan de Medusastraat, hoek Ver lengde Sieboldstraat (Zie de toelichting bij volgn. 362 der uitgaven). 10273.45 4000.- 3000.— 7000.— 2666.67 3068.028 836.498 52055.538 5246.46 24522.508 2651.— 7298.— 61949.008 874.r 239796.36' 2°. Door te verwachten overschotten op de navolgende uitgaafposten Volgn. 92. Druk en bindwerk De uitgaven op dit artikel zullen tenminste 3000 minder bedragen dan geraamd was. Volgn. 119. Kleeding en uitrusting der politie dienaars en veldwachters In verband met de mindere kosten van uni- formkleeding zullen de uitgaven op dit artikel 4464.45 lager zijn dan geraamd was. Volgn. 164. -Uitgaven ter zake van den Reinigings- en Ontsmettingsdienst Het nadeelig saldo van den Reinigings- en 3000.— 4464.45 38286.56" Ontsmettingsdienst, geraamd op 276975. zal blijkens de ingediende rekening 237443.09, dus 39531.91 minder bedragen, van welk be drag 38286.565 kan worden bestemd tot dek king van de hoogere uitgaven. Volgn. 169. Kosten van het instandhouden van schoolgebouwen alsmede van terreinen voor het onderwijs in lichamelijke oefening a. gewoon lager onderwijs Op dit artikel zullen de uitgaven ruim 10000. minder bedragen dan was geraamd. Volgn. 170. Kosten van het onderhouden van schoolmeubelen. gewoon lager onderwijs f 10000.— 3000.— De uitgaven zullen tenminste 3000.- bedragen dan geraamd was. minder 58751.015 Door hoogere ontvangsten kan dus gedekt worden een bedrag van239796.365 door overschotten op eenige uitgaafposten. 58751.015 Te zamen 298547.38 Voorts zijn, zooals IJ bekend is, de bouwkosten van het zuster- en broederhuis op het terrein van de gestichten „Endegeest" en „Voorgeest" welke inmiddels aanzienlijk minder hebben bedragen dan aanvankelijk geraamd was uit het afschrijvings- en vernieuwingsfonds van de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", dus uit eigen middelen dier gestichten, betaald en behoeft derhalve geen gebruik te worden gemaakt van de bij Raadsbesluit van 11 Juli 1921 (Ingek. Stukken Ho. 224) op de gemeentebe- grooting voor dien bouw beschikbaar gestelde som van 150.000.—. Een voor den bouw reeds aan „Endegeest c. a. uitgekeerd bedrag van 30000.werd dan ook in de gemeentekas teruggestort. In verband hiermede moet evenwel de op volgn. 322 der uitgaven Kosten van den bouw van een zuster- en broeder huis ten behoeve van het krankzinnigengesticht Endegeest op de gemeentebegrooting nog beschikbare som van 120.000.worden afgeschreven, terwijl volgn. 77 der ontvangsten „Ontvangst ter zake van aflossingen op hypothe ken en obligatiën e. d. Ie. Aflossingen door de Gemeentebedrij ven: d. van de gestichten Endegeest„Voorgeest" en Rhijn geest'met 30000.- dient te worden verhoogd en ten slotte volgn. 76 der ontvangsten „Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werkenmet f 150.000. moet worden verminderd. Ten slotte moet nog op de begrooting, dienst 1923, ge regeld worden het door de gemeente aan de Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen verschuldigde bedrag van 679.385, zijnde het verliessaldo der vereeniging over 1922, in verband met de verleende rentegarantie aan die vereeniging. Aangezien bij het sluiten van den dienst 1922 de rekening der vereeniging over dat jaar nog niet was vastgesteld, kon het door de gemeente verschuldigde niet ten laste van het dienstjaar 1922 worden gebracht. Wij stellen U, overeenkomstig de voorschriften op de gemeenterekening voor, het bedrag van 679.385 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, dienst 1923, te betalen. Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Vergade ring alsnu in overweging: a. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overge- legden begrootingsstaat, model C; b. door vaststelling van den mede hierbij overgelegden begrootingsstaat, model A, te besluiten bovengenoemd bedrag van 679.385 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, dienst 1923, te betalen. Op dezen post is, behalve de voor een bepaalde bestemming gereserveerde bedragen, nog een bedrag van 47540. beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 6